direct naar inhoud van Artikel 29 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5
Plan: Buitengebied Roerdalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02

Artikel 29 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. toeristische kampeerplaatsen met bijbehorende toiletgebouwen;
  • b. stacaravans;
  • c. tenten;
  • d. zomerhuisjes;
  • e. trekkershutten;
  • f. tenthuisjes;
  • g. jaarplaatsen;
  • h. een gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen, zwembaden, midgetgolfterrein, een zwemvijver en een aan verblijfsrecreatie ondergeschikt café/restaurant uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
  • j. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • k. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
  • l. de in tabel 29.1 vermelde toegestane nevenfuncties.

Tabel 29.1

nevenfunctie   maximaal aantal m²  
  gronden in gebruik voor nevenfunctie   bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
beroep-aan-huis   -   max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken  

- = niet van toepassing

29.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. bebouwing dient overeenkomstig het inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 5, gebouwd te worden;
  • b. de afstand tussen kampeerchalets en bungalows alsmede tussen deze onderling bedraagt ten minste 5 m;
  • c. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1 per aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. het aantal zomerhuisjes bedraagt ten hoogste 50;
  • e. het aantal stacaravans bedraagt ten hoogste 168;
  • f. het aantal trekkershutten bedraagt ten hoogste 3;
  • g. het aantal tenthuisjes bedraagt ten hoogste 10;
  • h. tevens geldt het bepaalde in tabel 29.2.

Tabel 29.2

  inhoud   oppervlak   max. goothoogte   max. bouwhoogte   dakhelling  
gebouwen ten behoeve van toeristische kampeerplaatsen, stacaravans, tenten, kampeerchalets en jaarplaatsen, zoals sanitaire voorzieningen.   -   bebouwingspercentage ten hoogste1% van de bestemming   -   3 m   30°  
zomerhuisjes
 
ten minste 125 m² en ten hoogste 250 m³   -   3 m   -   45°  
stacaravans   35 m2   -   3 m   -   -  
trekkershutten   12 m2   -   3 m   -   -  
tensthuisjes   35 m2   -   3 m   -   -  
bedrijfswoning
 
500 m3   -   4,5 m   8 m   30°  
bijgebouwen bij een bedrijfswoning   -   60 m²   3 m   -   -  
gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen   -   3.000 m²   6,5 m   -   5°  
bebouwing in de vorm van een zwembad   -   1.500 m²   -   8 m   -  
speeltoestellen, licht- en vlaggenmasten   -   -   -   6 m   -  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -   -   3 m   -  

- = niet van toepassing

29.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn;
  • b. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 304 standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen toegestaan;
  • c. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 40 seizoensplaatsen toegestaan;
  • d. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 301 jaarplaatsen toegestaan;
  • e. gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5' is uitsluitend toelaatbaar indien het inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 5, wat betreft de locatie van de standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen, uitgevoerd en in stand gehouden wordt;
  • f. het terrein mag gebruikt worden gedurende het gehele jaar, met dien verstande dat op de standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen en seizoenstandplaatsen voor kampeermiddelen in de periode 1 november tot 15 maart geen onbezette kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' dienen houtopstanden langs de Bosbeek te worden aangeplant en deze dienen in stand gehouden te worden; hierbij geldt als referentiebeeld de situatie op 8 mei 1992;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' dient ten minste met 35% aan houtopstanden te worden aangeplant en deze dienen in stand gehouden te worden;
  • i. het terrein dient bedrijfsmatig geëxploiteerd te worden.

29.4 Afwijken van de gebruiksregels
29.4.1 Ten behoeve van de onderlinge afstand

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.3 onder a ten einde de onderlinge afstand van 5 m tussen twee aaneengeschakelde kampeermiddelen te verkleinen, met inachtneming van het volgende:

  • a. kampeermiddelen dienen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan op minder dan 5 m geplaatst te zijn;
  • b. de weerstand tegen brandoverslag bedraagt ten hoogste 30 minuten;
  • c. er dient een positief advies van de brandweer afgeven te worden.

29.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • f. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties.

29.5.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 29.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. werken of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

29.5.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 29.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

29.6 Wijzigingsbevoegdheid
29.6.1 Ten behoeve van vormverandering bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5 zodanig wijzigen dat vormverandering van bouwvlakken is toegestaan, met inachtneming van het volgende:

  • a. vormverandering van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  • b. de omvang van het bouwvlak mag niet worden vergroot;
  • c. nabijgelegen bedrijven en functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
  • d. de vormverandering van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • e. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1, Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2 of Agrarisch met waarden - Natuur en Landschapswaarden mits grenzend aan deze bestemming(en);
  • f. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.

29.6.2 Ten behoeve van bouwvlakvergroting

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5 zodanig wijzigen dat het vergroten van een bouwvlak is toegestaan, met inachtneming van het volgende:

  • a. de vergroting dient noodzakelijk te zijn vanwege een voorgenomen vergroting om bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden van het op het te wijzigen bouwvlak gevestigde bedrijf;
  • b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;
  • c. ten aanzien van de oppervlakte aan bebouwing zijn de regels zoals opgenomen in lid 29.2 overeenkomstig van toepassing, met dien verstande dat dit oppervlak met ten hoogste 10% vergroot mag worden;
  • d. nabijgelegen bedrijven en functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
  • e. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • f. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • g. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1, Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2 of Agrarisch met waarden - Natuur en Landschapswaarden mits grenzend aan deze bestemming(en);
  • h. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.