Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
b. het gebruik voor wonen van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
27.2 Afwijken van het gebruiksverbod
a. Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 27.1 onder b., en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt mantelzorg;
2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
3. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 75 m²;
4. het bijgebouw is gelegen op maximale afstand van 15,00 m. van het hoofdgebouw.
b. Bij het toepassen van de omgevingsvergunning voor afwijking als bedoeld in 27.2 onder a. dient het bepaalde in artikel 28.1 in acht te worden genomen.
c. Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning voor afwijking, verleend op grond van 27.2 onder b. in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijking de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.