Plan: | Stedelijk gebied 2018 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1667.BPGsted5010-ONH1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied 2018' met identificatienummer 'NL.IMRO.1667.BPGsted5010-ONH1' van de gemeente Reusel-De Mierden.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bebouwing deel uitmakend van ten minste drie middels het hoofdgebouw verbonden hoofdgebouwen.
het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, uitgezonderd detailhandel, zoals weergegeven in Bijlage 5.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, uitgezonderd detailhandel, zoals weergegeven in Bijlage 5.
de denkbeeldige lijn die strak langs de achtergevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, zonder bijbehorende bouwwerken, alsmede het verlengde daarvan.
het voortbrengen van producten via het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een bedrijf dat, geheel of overwegend via handwerk, goederen vervaardigt, bewerkt of herstelt en installeert, alsook het ter plaatse verkopen en/of leveren van goederen die verband houden met het ambacht als ondergeschikte activiteit.
cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels dan wel de verbeelding opgenomen getal dat het percentage van een bouw- of bestemmingsvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein ten dienste van de bedrijfsvoering is.
te handhaven gebouw of bouwwerk gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau dan wel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1,50 m. boven peil is gelegen.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
de als zodanig op de verbeelding aangegeven bebouwing, zoals deze bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, tenzij in de regels anders is bepaald.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, veranderen of vernieuwen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot logies, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en die bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook als deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij voor de toepassing van dit plan aangemerkt als caravan.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen. Als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel. Een carport is bedoeld voor het stallen van voertuigen en dient bereikbaar te zijn vanaf het openbaar gebied (weg).
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur.
alle Rijksmonumenten en beeldbepalende panden, welke zijn opgenomen in Bijlage 1.
recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
een gesloten bovenbeëindiging van een gebouw, c.q. bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden en verhuren, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop en verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen en/of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
voorzieningen voor de educatie van mensen, zoals onder andere scholen, onderwijsinstellingen en peuterspeelzalen.
de bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en deze die inrichting niet verbieden.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden/tradities.
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan en waarbij het gebruik weinig invloed heeft op de doeleinden binnen de bestemming.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
bebouwing waarvan een hoofdgebouw door middel van een bijbehorend bouwwerk verbonden is met een ander hoofdgebouw.
bebouwing welke wordt gekenmerkt door aaneengebouwde hoofdgebouwen.
bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten.
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan.
bebouwing in overwegend halfvrijstaande en/of geschakelde hoofdgebouwen en incidenteel vrijstaande en aaneengebouwde (maximaal 3 aaneen) hoofdgebouwen.
bebouwing deel uitmakend van twee middels het hoofdgebouw met elkaar verbonden hoofgebouwen.
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
een bedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van logies, dranken, maatlijden en/of geringe etenswaren voor het al dan niet gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, nader te onderscheiden in:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), zoals een hotel of pension;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), en dat overdag en in de avonduren geopend kan zijn, zoals een restaurant;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide geringe etenswaren (al dan niet met nevenactiviteit het verstrekken van veelal alcoholvrije dranken) en dat zowel overdag als in de avonduren geopend kan zijn, zoals een lunchroom, cafetaria, shoarmazaak;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van geringe etenswaren) en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, als dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat in de avond en het begin van de nacht geopend kan zijn, zoals een (eet)café, feestzaal;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat aan het eind van de avond en een groot gedeelte van de nacht geopend kan zijn, zoals een discotheek.
persoon of groep personen die één huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
verblijfslokaal voor de recreatieve voorzieningen waar men consumpties kan kopen en nuttigen.
te handhaven gebouw of bouwwerk gezien de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.
kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals is opgenomen in de Verordening ruimte; in dit kader moet een minimale basisinspanning worden geleverd van 20% van de waardevermeerdering van de grond en/of het object.
er is sprake van een voldoende/ zorgvuldige/ gedegen landschappelijke inpassing, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha.
bijzondere landschappelijk kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
berijders van niet-motorvoertuigen (waaronder bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen), (elektrische) fietsen, voetgangers, geleiders/berijders van bijvoorbeeld een paard, en overige gelijkwaardige vervoersmiddelen.
hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de woning of andere gebouwen en bouwwerken.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen voor sport en sportieve recreatie en voorzieningen voor openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
boom opgenomen in de lijst zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders op 15 april 2008.
waarden van zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.
alle rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen van belang wegens de aanwezigheid daar van voornoemde zaken.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
provinciaal samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
vaak langgerekt gebied, waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het in het provinciaal Natuur Netwerk Brabant verbinden van natuurgebieden;
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje, een verdeelstation, transformatorgebouwen, gebouwen voor de gasvoorziening.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m. boven het peil is gelegen.
een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, arken, caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
bebouwing bestaande uit overwegend vrijstaande hoofdgebouwen;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een dakconstructie die aan maximaal drie zijden begrensd is door de gevels van belendende gebouwen. Als de overkapping niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 2 gevels.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een ambachtelijk c.q. dienstverlenend bedrijf dat zijn goederen en diensten rechtstreeks levert aan de consument zoals een goudsmid, schoenmaker, kapper en videotheek, alsmede commerciële en medische dienstverlening, met dien verstande dat de detailhandelsfunctie ondergeschikt en gerelateerd aan het bedrijf moet zijn.
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie).
het ondernemen van activiteiten voor diens plezier.
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
een bouwwerk dat aan dieren de gelegenheid biedt te schuilen tegen weersinvloeden, waarbij de dieren vrij in en uit kunnen lopen.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven zoals (antieke) auto's, boten, caravans, meubels en dergelijke.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).
verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken voor (openbare) nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten.
de gronden van een perceel behorende bij een woning.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
gedeelte van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, met ten minste één verblijfsruimte bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toilet-, bad-, technische of verkeersruimte.
een vorm van recreatief verblijf, waarbij sprake is van overnachtingen anders dan met gebruikmaking van een hotel, pension of woning dan wel een vaartuig.
ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte, van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, waarin dezelfde kenmerkende activiteiten plaatsvinden.
totaal van activiteiten van een organisatie die leden kent, bepaalde doelen nastreeft en een gemeenschapsvormende functie, een culturele functie, een maatschappelijke activeringsfunctie en/of een educatieve functie heeft.
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen en evenwijdig aan de weg tenzij anders bepaald, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen noch de bijbehorende bouwwerken met een ander hoofdgebouw of ander gebouw verbonden is.
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
het bewonen van een zelfstandige woning of als zodanig bestemd gebouw voor zelfstandige woningen.
een verblijfsobject dat wordt ontsloten via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte dat bestemd is voor de huisvesting van één huishouden of een groep van maximaal vijf personen die geen gezamenlijk huishouden vormt.
wet van 29 augustus 1991, Stb. 439, tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidt op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan .
één gebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in dezelfde bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten.
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
bebouwing bestaande uit woningen in combinatie met maatschappelijke en algemene voorzieningen in hoofdzaak voor de bewoners van deze woningen zoals voorzieningen in het kader van de gezondheidszorg, kleinschalige detailhandel, publiekverzorgend ambacht en dienstverlening.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn (snijpunt van wandvlak/dakvlak), het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 m. bedraagt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Toegestane gebouwen | uitsluitend een schuilgelegenheid voor kleinvee ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuilhut' |
Bebouwd oppervlakte | max. 50 m2 |
Goothoogte | max. 2 m |
Bouwhoogte | max. 4,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen | - uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen'; - bouwhoogte max. 3 m; - bebouwingsoppervlakte per aaneengesloten perceel max. 2,5 ha. |
Overige teeltondersteunende voorzieningen | - uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen'; - bouwhoogte max. 3 m; - bebouwingsoppervlakte per aaneengesloten perceel max. 2,5 ha. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - bouwhoogte max. 3 m; - gezamenlijke bebouwingsoppervlakte per perceel max. 10 m2. |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 3.2 voor: | mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: |
het bouwen van schuilgelegenheden | a. de bebouwde oppervlakte bedraagt maximaal 20 m2 per 1,5 ha; b. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m; c. het hulpgebouw moet noodzakelijk zijn vanwege een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; d. de in lid 3.1 aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast. |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor/als:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - bouwhoogte max. 3 m; - gezamenlijke bebouwingsoppervlakte per perceel max. 30 m2. |
Burgemeesters en wethouders kunnen via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 voor: | mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: |
het bouwen van extra agrarische hulpgebouwen, zoals melkstallen en schuilgelegenheden voor vee met een oppervlakte van max. 20 m² per 1,5 ha en een goot- en bouwhoogte van max. 3 m | a. het hulpgebouw moet noodzakelijk zijn vanwege een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; b. de in artikel 4.1 aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast. |
het bouwen van grotere gebouwen (in casu het opzetten van tenten) voor een evenemententerrein, voor max. 15 dagen per evenement (het opbouwen en afbreken van voorzieningen voor het evenement hieronder begrepen) met een oppervlakte van max. 500 m² en een hoogte van max. 9 m | a. het gebouw moet noodzakelijk zijn vanwege een evenement; b. de in 4.1 aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast. |
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor/als:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Bos', waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 100% van het bouwvlak, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Dakhelling | van tenminste 75% van het hoofdgebouw min. 35° en max. 60° |
Kassen |
- uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kas'; - oppervlakte max. 145 m2. |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen | max. één per bedrijf, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' |
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' |
Niet-inpandige bedrijfswoningen | - goothoogte max. 6 m, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte'; - bouwhoogte max. 10 m, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte'; - dakhelling: van tenminste 65% van de bedrijfswoning min. 35° en max. 60°. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 75 m2 per bedrijfswoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' waar de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan bestaand, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde geval | max. 1 m |
Bouwhoogte lichtmasten | max. 6 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Bouwhoogte silo's ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' | max. 12 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 5.2.2 voor: | mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: |
het bouwen van een bedrijfswoning niet ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' | a. de noodzaak van de bedrijfswoning wordt aangetoond; b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van: 1. het straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. de milieusituatie; en 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor/als:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke verplichting' is het gebruik conform het bepaalde in lid 5.1 uitsluitend toegestaan als het beplantingsplan zoals weergegeven in Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel 'herziening Wilhelminalaan 87a, oktober 2014' is gerealiseerd en de (erf)beplanting duurzaam in stand wordt gehouden.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de milieusituatie, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 5.1 en lid 5.4.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 4 Staat van bedrijfsactiviteiten onder de in lid 5.1 onder a. en b. genoemde categorieën, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden binnen deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Goothoogte | max. 3,5 m |
Bouwhoogte | max. 5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | min. 50% van het bouwperceel en max. 100% van het bouwvlak, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen | max. één per bedrijf |
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' |
Niet-inpandige bedrijfswoningen | - goothoogte max. 6 m, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)'; - bouwhoogte max. 10 m, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'; - dakhelling: van tenminste 65% van de bedrijfswoning min. 35° en max. 60°. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Gezamenlijk bebouwingsoppervlakte | max. 75 m2 per bedrijfswoning |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn | max. 1 m |
Bouwhoogte lichtmasten | max. 6 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwperceel' bedraagt de oppervlakte van het bouwperceel per bedrijf minimaal 800 m2 en maximaal 5.000 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voorwaardelijke verplichting' is het in gebruik nemen van de nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen uitsluitend toegestaan als de landschappelijke inpassing conform het inpassingsplan als opgenomen in Bijlage 3 Landschappelijke inpassing 't Bogtje is gerealiseerd en duurzaam in stand wordt gehouden.
De op voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepaling:
Bouwhoogte | max. 4 m |
Gezamenlijk bebouwingsoppervlakte | max. 20 m2 |
Toegestane bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' | uitsluitend erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van max. 2 m |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 8.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 100%, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Dakhelling | van tenminste 75% van het hoofdgebouw min. 35° en max. 60° |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen | max. één per bedrijf |
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Situering | min. 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 75 m2 per bedrijfswoning |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor/als:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Kleine uitbouwen en balkons | de grens van het bouwvlak mag uitsluitend worden overschreden door kleine uitbouwen en balkons, onder de volgende voorwaarden: - diepte: max. 0,85 m; - breedte: max. 2,5 m. |
Bebouwingspercentage | max. 100% van het bouwvlak |
Aantal woningen | max. 1 per bouwvlak, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' |
Bebouwingstypologie | Als een bebouwingstypologie is aangeduid ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding - open/halfopen'; - 'specifieke bouwaanduiding - open'; - 'specifieke bouwaanduiding - halfopen'; - 'specifieke bouwaanduiding - gesloten'; - 'gestapeld', zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van de aangeduide bebouwingstypologieën toegestaan. |
Goothoogte | max. bestaand, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | max. bestaand, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' | is een onderdoorgang op de begane grond met een onbebouwde vrije hoogte van min. 3 m toegestaan |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een woning gelden de volgende bepalingen:
Situering | - min. 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw; - bij vrijstaande hoofdgebouwen moet één zijstrook tot aan de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw vrij blijven van bebouwing. |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 75 m2 per woning |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan | max. 1 m |
Bouwhoogte lichtmasten | max. 6 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden en bouwwerken voor/als:
Binnen de bestemming ‘Gemengd’ is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zoals opgenomen in Bijlage 5 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – voorwaardelijke verplichting' is het gebruik van de gronden ten behoeve van woningen en een museum enkel toegestaan indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het gebruik van de gronden binnen deze bestemming te wijziging in die zin dat er nieuwe woningen binnen de bestemming mogen worden opgericht, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 10.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Toegestane gebouwen | uitsluitend gebouwen voor nutsvoorzieningen |
Gezamenlijk bebouwingsoppervlakte | max. 20 m2 |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | bebouwing uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Voor het bouwen van een bergbezinkbassin gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bergbezinkbassin' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte | max. 4 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | bebouwing uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 voor: | mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: |
het bouwen van een bergbezinkbassin | a. de oppervlakte bedraagt max. 1.000 m2; b. de bouwhoogte bedraagt max. 2 m. |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor parkeren.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – afwijkende inrit' is de realisatie en het gebruik van inritten zoals bepaald in lid 11.1 onder c uitsluitend toegestaan als de inrit voor 2 aangrenzende woningen wordt gecombineerd en duurzaam in stand wordt gehouden.
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 11.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 11.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden.
De voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende bepaling:
Toegestane bebouwing | uitsluitend erfafscheidingen in de vorm van een open constructie met een bouwhoogte van max. 1 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4.1 zijn slechts toelaatbaar:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 100% van het bouwvlak, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Dakhelling | van tenminste 75% van het hoofdgebouw min. 35° en max. 60° |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen | max. één per bedrijf |
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' |
Niet-inpandige bedrijfswoningen | - goothoogte max. 6 m, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)'; - bouwhoogte max. 10 m, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Situering | min. 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 75 m2 per bedrijfswoning |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde geval c.q. het verlengde daarvan | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor/als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 13.1 onder b. en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca van categorie E' de bedrijven tevens mogen worden uitgeoefend op de verdieping, mits:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 100% van het bouwvlak |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Dakhelling | van tenminste 75% van het hoofdgebouw min. 35° en max. 60° |
Voor het bouwen van (bedrijfs)woningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen | max. één per bedrijf |
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' |
Niet-inpandige bedrijfswoningen | - goothoogte max. 6 m; - bouwhoogte max. 10 m. |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 30 m2 |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden en bouwwerken voor/als:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 100% van het bouwvlak, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Gezamenlijk bebouwingsoppervlakte | max. 150 m2, voor zover buiten het bouwvlak gesitueerd, met dien verstande dat de oppervlakte van een fietsenstalling buiten het bouwvlak maximaal 60 m2 mag bedragen |
Bouwhoogte | max. 3 m, voor zover buiten het bouwvlak gesitueerd |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen en situering | max. één bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' |
Niet-inpandige bedrijfswoningen | - max. goothoogte: zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)'; - max. bouwhoogte: zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend bij vrijstaande/niet-inpandige bedrijfswoningen |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 60 m2 per bedrijfswoning |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de we gekeerde gevel | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | bebouwing uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden en bouwwerken voor/als:
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 15.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 15.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 15.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 30 m2 |
Bouwhoogte | max. 3 m |
Columbarium | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - columbarium' - goothoogte: max. 2,5 m; - bouwhoogte: max. 5,5 m. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 16.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 150 m2 |
Goothoogte | max. 3 m |
Bouwhoogte | max. 4,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 3 m |
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan | max. 1 m |
Carports/overkappingen | - max. drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen; - als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel; - max. 1 carport per bouwperceel; - uitsluitend achter de voorgevelrooilijn, of max. 1 m vóór de voorgevelrooilijn als de voortuin een diepte heeft van min. 3 m; - bouwhoogte max. 3,2 m; - oppervlakte max. 30 m2; - de oppervlakte van de carport wordt in mindering gebracht op de totale bebouwingsoppervlakte. |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 3 m |
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 100% van het bouwvlak |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Dakhelling | min. 35º en max. 60º |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' |
Aantal bedrijfswoningen | max. één per bedrijf |
Niet-inpandige bedrijfswoningen | - goothoogte max. 6 m; - bouwhoogte max. 10 m. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte | max. 75 m2 per bedrijfswoning |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Bebouwingsoppervlakte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Bebouwingsoppervlakte | max. 20 m2 per bijbehorend bouwwerk, met een maximum gezamenlijk oppervlak van 60 m2 |
Bouwhoogte | max. 3 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel | max. 1 m |
Schutsbomen
|
- situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schutsboom'; - bouwhoogte: max. 13 m. |
Lichtmasten | - situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding lichtmast - 1, 'specifieke bouwaanduiding - lichtmast - 2' en 'specifieke bouwaanduiding - lichtmast 3'; - bouwhoogte: max. 4 m ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - lichtmast -' 1', max. 12 m ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - lichtmast 2' en max. 15 m ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - lichtmast 3'. |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden en bouwwerken voor/als:
Ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' zijn maximaal 12 evenementen per jaar toegestaan.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, uitgezonderd bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande dat:
Gezamelijk bebouwingsoppervlakte | max. 30 m2 |
Goothoogte | max. 3.2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 3 m |
Overkappingen | niet toegestaan |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 21.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden welke:
De in lid 21.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, als geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Oppervlakte | max. 20 m2 |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | bebouwing uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Voor het bouwen van een busstation gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - busstation' |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de verkeersgeleiding en wegverlichting | max. 8 m |
Bouwhoogte beeldende kunstwerken | max. 5 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | bebouwing uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' zijn maximaal 12 evenementen per jaar toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten' is parkeren ten behoeve van de aangrenzende horecavoorziening, op het perceel Dorpsplein 13 te Lage Mierde, niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 22.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 22.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
Bouwhoogte | max. 4 m |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Aantal wooneenheden | - max. bestaand aantal wooneenheden, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een afwijkend aantal is aangegeven; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zorgaccommodatie': uitsluitend max. 6 zorgappartementen of een groepsaccommodatie met zorg voor max. 30 personen. |
Bebouwingstypologie | Als een bebouwingstypologie is aangeduid ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding - open/halfopen'; - 'specifieke bouwaanduiding - open'; - 'specifieke bouwaanduiding - halfopen'; - 'specifieke bouwaanduiding - gesloten'; - 'gestapeld'; zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van de aangeduide bebouwingstypologieën toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' max. 4 halfvrijstaande woningen zijn toegestaan, waar ten minste 1 vrijstaande woning tussen is gelegen. |
Situering | ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn', waarbij de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn dient te worden gebouwd of ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', binnen het bouwvlak, met dien verstande dat: - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende gevellijn' de voorgevel van het hoofdgebouw max. 5 meter achter de gevellijn mag worden gebouwd; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' maximaal 4 woningen in dezelfde voorgevelrooilijn mogen worden gesitueerd, waarbij de aangrenzende woningen min. 1 meter en max. 5 meter achter de voorgevelrooilijn moeten afwijken; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' de voorgevel van aangrenzende woningen ten minste 1,5 meter moet verspringen. |
Erkers, balkons en luifels | de gevellijn mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel, onder de volgende voorwaarden: a. diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw: max. 1,5 m; b. afstand tot de openbare weg: min. 2 m; c. bouwhoogte: max. de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; d. breedte: max. 50% van de breedte van de voorgevel. |
Afstand tot zijdelingse perceelsgrens | - vrijstaande woningen: aan beide zijden min. 3 m; - halfvrijstaande en geschakelde woningen: aan één zijde min. 3 m; - aaneengebouwde woningen: alleen bij de eindwoning min. 3 m. |
Diepte | max. 12 m, met dien verstande dat: - bij vrijstaande en halfvrijstaande woningen een diepte van max. 15 m is toegestaan; - bij patiowoningen een diepte van max. 18 m is toegestaan; - de afstand tussen de achtergevel van het hoofdgebouw en de achterste perceelsgrens min. 6 m bedraagt. |
Breedte | max. 12 m per woning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 5' is een breedte van max. 16 m toegestaan, met dien verstande dat de max. oppervlakte van de woning 180 m2 bedraagt. |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' de goothoogte voor minimaal 75% van de gootomtrek maximaal 3,5 m mag bedragen en de goothoogte voor maximaal 25% van de gootomtrek maximaal 4,5 m mag bedragen. |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)', met dien verstande dat: - bij patiowoningen een dakopbouw of tweede bouwlaag voor maximaal 60% van het hoofdgebouw van is toegestaan en deze gelegen is aan de voorzijde van de woning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 5' waar een dakopbouw of tweede bouwlaag op het volledige hoofdgebouw is toegestaan. |
Dakhelling | van tenminste 65% van het hoofdgebouw min. 35° en max. 60°, met dien verstande dat: - ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' het hoofdgebouw geheel plat mag worden afgedekt; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – afwijkende dakhelling' max. 60° dan wel geheel of gedeeltelijk plat; - patiowoningen geheel of gedeeltelijk plat mogen worden afgedekt. |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | bebouwing uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - gracht' | bebouwing niet toegestaan |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken (inclusief 1 carport en overkappingen) gelden de volgende bepalingen:
Situering | - min. 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw; - bij vrijstaande hoofdgebouwen moet één zijstrook tot aan de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw vrij blijven van bebouwing; - bij patiowoningen moet achter de achtergevel een oppervlakte van min. 12 m2 vrij blijven van bebouwing; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 4' uitsluitend achter de gevellijnen en het verlengde daarvan. |
Gezamenlijk bebouwingspercentage-/oppervlakte | - max. 50% van het bouwperceel binnen de bestemming 'Wonen' tot een maximum van 150 m2, met dien verstande dat op bouwpercelen groter dan 1.000 m2 een maximum van 200 m2 is toegestaan; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevolle bebouwing' is een maximum van 350 m2 toegestaan; - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' is op het gehele perceel een maximum van 300 m² toegestaan. |
Oppervlakte binnen toegestane diepte en breedte hoofdgebouwen | het deel wat binnen de, volgens artikel 24.2.1, toegestane diepte en breedte van het hoofdgebouw valt, wordt niet in mindering gebracht op het totaal oppervlakte van toegestane bijhorende bouwwerken, overkappingen en carport |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m, met dien verstande dat indien gebouwd wordt in de perceelsgrens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 3' max. 3,2 m in de perceelsgrens en van daaraf in gelijke mate met de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag toenemen tot max. 5,5 m. |
Carport | - max. drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen; - als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel; - max. 1 carport per bouwperceel; - uitsluitend achter de voorgevelrooilijn, of max. 1 m vóór de voorgevelrooilijn als de voortuin een diepte heeft van min. 3 m; - bouwhoogte max. 3,2 m; - oppervlakte max. 30 m2; - de oppervlakte van de carport wordt in mindering gebracht op de totale bebouwingsoppervlakte. |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | bebouwing uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - gracht' | bebouwing niet toegestaan |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Carport en overkappingen | in dit artikel uitgeloten, omdat deze vallen onder artikel 24.2.2 |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Zwembaden | afstand tot de zijdelingse perceelsgrens: min. 1 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' | uitsluitend toegestaan als de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - gracht' | bebouwing niet toegestaan |
Voor het bouwen van garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' gelden de volgende bepalingen:
Oppervlakte | max. 20 m2 per garagebox |
Bouw- en goothoogte | max. 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' of 'specifieke bouwaanduiding – woonboerderij' een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 24.2.1 en het realiseren van 1 extra woning binnen een bestaande woning mogelijk maken, onder voorwaarden dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden voor het stallen van één of meer (sta)caravans.
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zoals opgenomen in Bijlage 5 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is opslag voor de uitoefening van een klusbedrijf toegestaan, zonder dat ter plaatse goederen worden bewerkt, verwerkt, gerepareerd of verhandeld.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' is het gebruik conform het bepaalde in lid 24.1 uitsluitend toegestaan als het beplantingsplan zoals weergegeven in Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel 'herziening Wilhelminalaan 87a, oktober 2014' is gerealiseerd en de (erf)beplanting duurzaam in stand wordt gehouden.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voorwaardelijke verplichting parkeren' is het gebruik conform het bepaalde in lid 24.1 uitsluitend toegestaan als:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.1 voor het realiseren van kleinschalig logeren (o.a. bed & breakfast) als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De onder a. genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - gracht' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder a. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De onder a. genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' of de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevolle bebouwing' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 24.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Wonen - Bio' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden in het algemeen de volgende bepalingen:
Woningen | dienen gerealiseerd te worden conform de gestelde beeldkwaliteitscriteria uit Bijlage 6. |
Afstand tot de as van de openbare weg | min. 15 m |
Afstand tot de bouwperceelsgrens | min. 5 m |
Breedte bouwperceel | min. 15 m |
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Aantal wooneenheden | max. 1 woning, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een afwijkend aantal is aangegeven |
Inhoud woning | max. 750 m3 |
Bebouwingstypologie | Als een bebouwingstypologie is aangeduid ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding - open/halfopen'; - 'specifieke bouwaanduiding - open'; - 'specifieke bouwaanduiding - halfopen'; - 'specifieke bouwaanduiding - gesloten'; - 'gestapeld'; zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van de aangeduide bebouwingstypologieën toegestaan. |
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn', waarbij de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn moet worden gebouwd |
Erkers, balkons en luifels | de gevellijn mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel, onder de volgende voorwaarden: a. diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw: max. 1,5 m; b. afstand tot de openbare weg: min. 2 m; c. bouwhoogte: max. de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; d. breedte: max. 50% van de breedte van de voorgevel. |
Afstand tot zijdelingse perceelsgrens | - vrijstaande woningen: aan beide zijden min. 3 m; - halfvrijstaande en geschakelde woningen: aan één zijde min. 3 m; - aaneengebouwde woningen: alleen bij de eindwoning min. 3 m. |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
Dakhelling | min. 35° en max. 60° |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken (inclusief 1 carport en overkappingen) gelden de volgende bepalingen:
Situering | - min. 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw; - afstand tot het hoofdgebouw: max. 20 m. |
Gezamenlijk(e) bebouwingspercentage-/oppervlakte | max. 150 m2 per woning |
Carports | - max. drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen; - als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel; - max. 1 carport per bouwperceel; - uitsluitend achter de voorgevelrooilijn, of max. 1 m vóór de voorgevelrooilijn als de voortuin een diepte heeft van min. 3 m; - bouwhoogte max. 3,2 m; - oppervlakte max. 30 m2; - de oppervlakte van de carport wordt in mindering gebracht op de totale bebouwingsoppervlakte. |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Carport en overkappingen | in dit artikel uitgeloten, omdat deze vallen onder artikel 25.2.3 |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel | max. 1 m |
Bouwhoogte kleinschalige windmolens | max. 12 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Onoverdekte zwembaden | - uitsluitend achter de achtergevelrooilijn van de woning; - afstand tot de woning: max. 20 m; - afstand tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens: min. 2 m; - oppervlakte: max. 10% van de oppervlakte van het bouwperceel tot een maximum van 100 m2. |
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in: | voor: | mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: |
lid 25.2.1 | het bouwen van gebouwen op een afstand minder dan 15 m tot de as van de openbare weg | het stedenbouwkundig beeld en de verkeersveiligheid worden niet aangetast |
lid 25.2.3 | het bouwen van een bijbehorend bouwwerk op een afstand van meer dan 20 m van het hoofdgebouw | dit is noodzakelijk in verband met een doelmatige inrichting van het perceel |
lid 25.2.4 | het bouwen van kleinschalige windmolens tot een bouwhoogte van max. 15 m. | - |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden voor het stallen van één of meer (sta)caravans.
Binnen de bestemming ‘Wonen - Bio’ is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zoals opgenomen in Bijlage 5 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 25.1 voor het realiseren van kleinschalig logeren (o.a. bed & breakfast) als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van woonwagens gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Aantal woonwagens | max. één per bouwvlak |
Bouwhoogte | max. 5 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Gezamenlijke bebouwingsoppervlakte per woonwagen | max. 20 m2, met dien verstande dat: 1.de gezamenlijke oppervlakte van een standplaats voor max. 50% mag worden bebouwd; 2. de oppervlakte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk max. 12 m bedraagt. |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel | max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, voor:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in: | voor: | mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: |
lid 26.2.2 | het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een woonwagen tot max. 30 m2, voor zover de gezamenlijke oppervlakte van bebouwing op de standplaats max. 120 m2 bedraagt | er blijft een onbebouwde en onoverdekte aaneengesloten ruimte van ten minste 25 m2 over |
lid 26.2.3 | het vergroten van de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot max. 3 m | a. de verkeersveiligheid en de stedenbouwkundige structuur worden in acht genomen; b. de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad. |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 26.1 en lid 26.5.1 en een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zoals opgenomen in Bijlage 5 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie toestaan, mits:
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders werken de in lid 27.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de ondergrondse rioolleidingen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, mogen op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 28.2 voor het bouwen voor de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 28.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De voor ‘Waarde - Archeologie 1’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van een archeologisch monument.
De voor ‘Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:
Het in lid 30.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 3’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 250 m² of meer:
Het in lid 31.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 4.1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4.1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Het in lid 32.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 4.2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4.2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Het in lid 33.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde – Archeologie 5.1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5.1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 2.500 m² of meer:
Het in lid 34.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 34.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, als op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
De voor ‘Waarde - Archeologie 5.2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5.2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 2.500 m² of meer:
Het in lid 35.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 25.000 m² of meer:
Het in lid 36.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorisch waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing) en patronen (beplantingspatronen).
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop beschermde rijksmonumenten en beeldbepalende panden, mag slechts worden gebouwd als en voor zover dat nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:
Het is verboden, op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 37.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 37.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden.
Het is verboden de bebouwing binnen de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 37.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch ensemble' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van het cultuurhistorisch waardevol ensemble bestaande uit het boerenerf met daarop de woonboerderij en Vlaamse schuur.
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorisch ensemble' aangewezen gronden mag slechts worden gebouwd als:
Het is verboden, op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorisch ensemble' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 38.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 38.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en landschappelijke waarden van de gronden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen, en andere maten, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand gekomen bouwwerken op het tijdstip van ter-inzage-legging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant ecologische verbindingszone' zijn de gronden tevens aangewezen voor de instandhouding van natuurwetenschappelijke of ecologische waarden teneinde de toekomstig te realiseren ecologische verbindingszones niet onmogelijk te maken.
Het is verboden op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2 uit te voeren of te laten uitvoeren.
Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels voor de bouw van bouwwerken geen gebouwen zijnde, voor het toestaan van een grotere bouwhoogte voor het plaatsen van windmolens op of achter gebouwen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied', in die zin dat de bestemming wordt gewijzigd in 'Wonen' en er bouwmogelijkheden ontstaan voor de bouw van woningen, mits:
Bij het stellen van nadere eisen worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Deze regels kunnen worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied 2018'
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Reusel-De Mierden van d.d. 18 december 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan:
'Stedelijk gebied 2018'.
Mij bekend,
de raadsgriffier der gemeente Reusel-De Mierden