direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijke beleid
Plan: Opperstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BP2001-C002

3.3 Gemeentelijke beleid

3.3.1 Structuurvisie+ (2001)

Op 27 september 2001 is door de gemeenteraad van de gemeente Halderberge de Structuurvisie+ vastgesteld. Met de Structuurvisie+ wil de gemeente de richting aangeven voor een kwalitatieve, duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente.

De Structuurvisie+ is opgebouwd uit lagen. De onderste laag betreft het watersysteem, de bodemtypologie, de geomorfologie en de natuur- en cultuurhistorische waarden. De tussenlaag wordt gevormd door de belangrijke weg-, spoor- en waterverbindingen en de bovenste laag bestaat uit de occupatiepatronen van wonen, werken, landbouw en recreatie. De structuurvisie is bij uitstek het kader waarin de verschillende ruimteclaims op het gebied van wonen, werken, natuur, recreatie, voorzieningen, etc. worden afgewogen. De visie bevat uitgangspunten ten aanzien van de spreiding van de woonfunctie over de kernen, die tevens een vertrekpunt zijn voor de Woonvisie.

Met betrekking tot de kernen wordt in de Structuurvisie+ aangegeven dat behoud en versterking van de bestaande historische bebouwingstructuren uitgangspunt dient te zijn alsmede het behoud van de waardevolle historische lijnen en landschapselementen.

In de Structuurvisie+ wordt het woongebied Opperstraat in het zuiden van Hoeven specifiek genoemd als uitbreiding van het woningbouwgebied in verband met kerngebonden behoefte. Van belang is dat het woongebied stedenbouwkundig wordt ingepast met in achtname van bestaande cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Verder wordt in de visie beschreven dat de realisatie van woonzorgcomplexen in de kernen Oudenbosch, Hoeven en Oud-Gastel spoedig dienen te worden gerealiseerd. In Hoeven is reeds een woonzorgcomplex gerealiseerd, waaraan aansluitend onderhavige ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt.

3.3.2 Gebiedsvisie uitbreiding Hoeven

In opdracht van de gemeente Halderberge heeft Croonen Adviseurs in december 2007 en januari 2008 een integrale gebiedsstudie verricht voor de zuidwest zijde van de kern Hoeven, genaamd 'Zoekrichtingen uitleggebieden voor de kern Hoeven'. In deze studie is een globale invulling gegeven aan de zone ten zuidwesten van de kern, waarbij er gedacht is aan een invulling van wonen, stedelijk uitloopgebied, waterberging en natuur. Deze studie heeft het karakter van een structuurvisie. Het resultaat van deze studie is dat er een afweging is gemaakt over de toekomstige uitbreiding van Hoeven. Niet een uitbreiding op één plek, maar een verdeling van de uitbreidingsruimte op drie plekken aan de zuidwest zijde van de kern. De reden voor deze verdeling was om met de uitbreiding een gevarieerd en gebiedsspecifiek woningaanbod te realiseren en werk met werk te maken met de aanpak van water-, natuur- en recreatieve opgaven.

Het beleid van de provincie Noord-Brabant is gericht op het inwisselen van uitbreidingsplannen voor inbreidingsplannen, zodat minder nieuwe ruimte in het buitengebied wordt aangesneden. Om inzicht te krijgen in de inbreidingsmogelijkheden van de verschillende kernen binnen de gemeente zijn er de afgelopen jaren verschillende locaties geïnventariseerd. Hieruit is gebleken dat de kern Hoeven binnen haar contouren over relatief beperkte inbreidingsmogelijkheden beschikt waardoor de behoefte aanwezig is buiten de contour van de kern ruimte te creëren voor uitbreidingsmogelijkheden. Logischerwijs zouden hiervoor vanuit het uitwerkingsplan, onder voorwaarden, de transformatie afweegbare gebieden in aanmerking komen.

SER-ladder

De SER-ladder is voor het eerst geïntroduceerd in het SER-advies 'Commentaar op de Nota Ruimtelijk Economisch Beleid' (uitgebracht aan de Staatssecretaris van EZ, 1999). De ladder wordt daarin als volgt getypeerd: "Deze ladder is bedoeld als een denkmodel voor de allocatie van de schaarse ruimte." In het kort draait het erom eerst het gebruik van de ruimte te optimaliseren, dan de mogelijkheid van ruimtegebruik te onderzoek en dan de mogelijkheid om het ruimtegebruik uit te breiden. Hij heeft van onder naar boven de volgende drie tredes:

  • 1. Gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie en/of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden.
  • 2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om de ruimteproductiviteit te verhogen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door benutting van de 'derde dimensie' (ondergronds bouwen en hoogbouw), door technische vernieuwingen en door multifunctioneel ruimtegebruik. Wet- en regelgeving en het daarbij behorende beleidsinstrumentarium dienen een verhoging van de ruimteproductiviteit te bevorderen.
  • 3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik voor de desbetreffende functie aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak.

Door een zorgvuldige keuze van de locatie van 'rode' functies en door investeringen in de kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen en/of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt." (MeerJarenProgramma Vitale Bedrijvigheid 2009-2015).

Uit deze SER-ladder komt voort dat eerst gekozen moet worden voor inbreiding, voordat een gemeente kan gaan uitbreiden. Bij de gemeente Halderberge is dus gebleken dat er onvoldoende ruimte voor inbreiding en herstructurering is en daarom is besloten te kiezen voor uitbreiding in de gebieden die voor transformatie in aanmerking komen.

Rood-met-groenkoppeling

De provincie ziet erop toe dat de verhoudingen van het bebouwde gebied en het buitengebied goed op elkaar zijn afgestemd. Voorwaarde daarvoor is dat de bouw van nieuwe woningen in het buitengebied voorziet in compensatie van groen of landschappelijke waarde in het buitengebied.

Om in het buitengebied te kunnen bouwen moet groencompensatie plaatsvinden. Gemeente Halderberge heeft op verzoek van de provincie hiervoor een nieuwe regeling opgesteld: de Rood-met-groenkoppeling Halderberge. De gemeente reserveert voor elke vierkante meter nieuw te bouwen woningen tot 2018 een geldbedrag. Dit bedrag wordt ingezet voor het toevoegen van landschappelijke waarde.

De Rood-met-groenkoppeling van de gemeente Halderberge regelt uitdrukkelijk niet dat er per vierkante meter bebouwing een vierkante meter groen terugkomt. Er komt nu geld beschikbaar, dat wordt geïnvesteerd in behoud, beheer en bovenal ontwikkeling van de groenhoofdstructuur van het buitengebied van Halderberge.

Het plangebied ligt in het buitengebied en daarom heeft de gemeente de verplichting om het 'rood (huizen)' met 'groen' te compenseren. Het compensatiegeld wordt dan ingezet om de groene kwaliteit in de omgeving te verbeteren.

3.3.3 Woonvisie 2005+

Op 3 juni 2005 is door de gemeente Halderberge de Woonvisie 2005+, 'Voor alle markten een thuis', vastgesteld''. Met de woonvisie wil de gemeente Halderberge het te voeren woningbouwbeleid tot 2015 formuleren. De Woonvisie is in nauwe samenhang ontwikkeld met het Masterplan Welzijn-wonen-zorg. In dit Masterplan is een visie ontwikkeld die door de partijen wordt gedragen. Op basis van dit plan is ook duidelijk hoeveel zorgwoningen (onderscheiden naar de verschillende typen) noodzakelijk zijn in de komende jaren, hetgeen weer een claim legt op het reguliere woningbouwprogramma en de benutting van de verschillende woningbouwlocaties. Dit laatste is in deze Woonvisie integraal afgewogen met de woonbehoeften van andere doelgroepen (huisvesting van jongeren, doorstromers, statushouders, etc.).

De gemeente streeft de volgende doelstellingen in haar woonvisie na:

  • 1. Verbeteren van de leefbaarheid vraagt om gedifferentieerd bouwen in de kleine kernen.
  • 2. Groei in balans.
  • 3. Keuzemogelijkheden voor de burgers vergroten.
  • 4. 'Voor alle markten een thuis': bijzondere aandacht starters en jonge gezinnen.
  • 5. Stimuleren doorstroming, dus zeker ook bouwen voor ouderen.
  • 6. Gemeente is regisseur.

De gemeente wil met haar beleid voldoende en passende woningen bouwen, zodat iedere inwoner in Halderberge een geschikte woning kan vinden. Dit geldt voor alleenstaanden en gezinnen, voor grote en kleine huishoudens, voor jong en oud.

Voor de gemeente als geheel is voor de pilotperiode 2004-2008 (5 jaar) ingezet op de realisatie van ongeveer 750 woningen. De gemeente streeft naar bevolkingsgroei door vestiging van personen van buiten de gemeente en wil dit beleid dan ook na 2008 tot 2015 voorzetten. In deze periode wil de gemeente zéker een vergelijkbaar aantal woningen bouwen. Dit is gewenst om een evenwichtiger bevolkingssamenstelling te krijgen, het voorzieningenniveau in stand te houden en de druk op de woningmarkt op te vangen.

In de meeste kernen is de beschikbare plancapaciteit niet toereikend en zal gezocht moeten worden naar nieuwe bouwlocaties. Daarbij moet het gaan om inbreidingslocaties binnen de bestaande bebouwing of 'restlocaties' die aangemerkt zijn in het Uitwerkingsplan Landelijke Regio Halderberge en Steenbergen van de provincie Noord-Brabant.

De eigen woningbehoefte bedraagt voor de periode 2004-2008 circa 130 woningen. De gemeente vindt het belangrijk dat er wat meer woningen worden gebouwd dan nodig is voor de eigen woningbehoefte. De leefbaarheid, instandhouding van het voorzieningenniveau en verenigingsleven vragen hierom. Van oudsher is de woningbehoefte in en voor de kern Hoeven groot.

De nu bekende nieuwbouwcapaciteit is niet toereikend om te kunnen voorzien in de woningbehoefte voor de komende 10 jaar.

De gemeente zet zich in om extra nieuwbouwmogelijkheden te vinden, zodat tegemoet gekomen kan worden aan de woningbehoefte en aan de uitgesproken ambitie.

Onderhavig plangebied is gelegen in een gebied waar 'transformatie afweegbaar' is. Met het plan wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan het woningenbestand van de gemeente Halderberge.

3.3.4 De woningmarkt in Halderberge 2008-2018

De gemeente Halderberge heeft in juni 2008 het rapport ´De woningmarkt in Halderberge 2008-2018, Woningbehoefte gemeente Halderberge´, vastgesteld. Dit rapport bevat de uitkomsten van een woningmarktonderzoek dat in de gemeente Halderberge is uitgevoerd.

De gemeente Halderberge had een sterke behoefte aan een actueel onderzoek naar de lokale woningmarkt. Het laatst gehouden woningmarktonderzoek dateert namelijk uit 2003, het jaar waarin de gemeente door de provincie Noord-Brabant is aangewezen als pilotgemeente op grond waarvan binnen de contouren van de dorpskernen onbeperkt woningen mogen worden gebouwd. Dit heeft in korte tijd geleid tot een fors aantal woningbouwinitiatieven, terwijl ook veel nieuwe bedrijfsvestigingen worden gerealiseerd. Daarnaast is ook sprake van vergrijzing binnen de gemeente Halderberge. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot veranderingen op de woningmarkt waardoor deze moeilijk is te voorspellen.

Om in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen is het noodzakelijk de huidige en toekomstige woonvraag zowel in kwantitatieve alsook in kwalitatieve zin in beeld te brengen. De gemeente en woningcorporatie Bernardus Wonen gebruiken de uitkomsten van dit onderzoek als onderlegger voor strategische beleidsdocumenten die zij in de toekomst gaan opstellen.

In het woningmarktonderzoek worden de volgende conclusies ten aanzien van het nieuwbouwprogramma getrokken:

  • 1. Het woningtekort kan worden weggenomen door de komende vijf jaar (2008 t/m 2012) jaarlijks 178 woningen te bouwen (888/5).
  • 2. Statistisch gezien bestaat er een overschot aan eengezinswoningen in de huursector. Idealiter bestaat het woningbouwprogramma voor maar liefst 68% uit meergezinshuurwoningen (vooral in de prijsklasse € 343,00 tot € 622,00), voor 16% uit meergezinskoopwoningen (vooral in de prijsklasse € 168.000,00 tot € 350.000,00) en voor 16% uit eengezinskoopwoningen. Qua grootte is er vooral behoefte aan 3-kamerwoningen (52%, dit zijn woningen met een woonkamer en twee slaapkamers). Hierbij wordt opgemerkt dat seniorenwoningen in het onderzoeksrapport als meergezinswoningen zijn beschouwd.
    • a. Van de nieuwe meergezinshuurwoningen moet 45% in Oudenbosch komen, 29% in Oud Gastel en 16% in Hoeven.
    • b. Aan nieuwe meergezinskoopwoningen is vooral behoefte in de kernen Oudenbosch (41%) en Hoeven (34%) en iets minder in de kernen Oud Gastel (20%) en Bosschenhoofd (8%).
    • c. Er is een statistisch overschot aan eengezinskoopwoningen in de kernen Oud Gastel en Stampersgat. In de kernen Oudenbosch (50%), Hoeven (58%) en Bosschenhoofd (16%) is er een tekort. In totaal zijn er de komende vijf jaar 563 starters in Halderberge.
    • d. 57% Van de starters is op zoek naar een eengezinskoopwoning, 24% wil een meergezinskoopwoning, 15% wil een eengezinshuurwoning en 4% wil een meergezinshuurwoning. Een koopwoningen zoeken ze veelal in de kernen Oudenbosch, Hoeven en Oud Gastel. Een huurwoning zoeken ze in de kern
    • e. Oudenbosch. In totaal zijn er de komende vijf jaar 639 ouderen die willen verhuizen naar een andere woning in Halderberge.
    • f. De meeste ouderen – ongeveer 85% – is op zoek naar een meergezinshuurwoning. Verder is 8% op zoek naar een meergezinskoopwoning en 7% naar eengezinshuurof koopwoning.
    • g. 40% is op zoek naar een woning in de kern Oudenbosch, 30% naar een woning in de kern Oud Gastel en 20% naar een woning in de kern Hoeven.

Gezien het proces van vergrijzing dat zich voortzet en het proces van gezinsverdunning dat zich eveneens voortzet zullen er in de verdere toekomst (doorkijk naar 2018) vooral kleinere woningen nodig zijn, meer dan er nu beschikbaar zijn.

Op basis van de onderzoeksresultaten ziet de woningvraag en –aanbod voor de kern Hoeven er als volgt uit:

Woningvraag en –aanbod 2008-2012 in Hoeven  
Woningvraag   769  
Woningaanbod   468  
Woningtekort   301  

Het tekort van 301 woningen tussen de periode 2008-2012 is als volgt opgebouwd:

Woningtekort 2008-2012 in Hoeven  
huureengezins   - 40  
huurmeergezins   135  
koopeengezins   119  
koopmeergezins   87  
Totaal   301  

Aansluitend aan het woonzorgcomplex worden woningen in diverse vormen met een dorpse uitstraling gerealiseerd. In onderhavige plan wordt de bouw van circa 120 woningen voor elke doelgroep mogelijk gemaakt, zowel in de koop- als huursector, als in het goedkope, middeldure en dure segment, waarbij de nadruk ligt op vrijstaande, geschakelde en twee-onder-één-kap woningen. Daarnaast worden rijenwoningen en levensloopbestendige patiowoningen toegevoegd, waarbij laatstgenoemde woningtype zowel toepasbaar is voor starters als senioren. Door de toevoeging van circa 120 woningen wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan het woningenbestand van de gemeente Halderberge, waarmee tegemoet gekomen kan worden aan de eigen woningbehoefte en de extra behoefte aan woningen om de leefbaarheid en instandhouding van het voorzieningenniveau en verenigingsleven in stand te kunnen houden.

Hiermee past het plan prima binnen de hierboven gestelde gemeentelijke kaders.

3.3.5 Verkeersveiligheidsbeleid

De gemeente Halderberge heeft op 20 december 2007 het verkeersveiligheidsbeleid ´Halderberge veilig en mobiel!´ vastgesteld. Sinds het verkeersveiligheidsplan 1999 werd vastgesteld is er op het gebied van verkeersveiligheid veel gebeurd. Er zijn veel inspanningen geleverd om de verkeersveiligheid te verbeteren. De gemeente wilde dan ook het verkeersveiligheidsbeleid evalueren en bekijken wat de diverse inspanningen uiteindelijk hebben opgeleverd. Begin 2007 is de 'Nota wegencategorisering' vastgesteld. De nota heeft als doel een eenduidige en herkenbare inrichting van wegen. Naast evalueren en terugkijken is in dit rapport ook naar de toekomst gekeken. Wat staat ons nog te wachten en wat zijn de nieuwe innovaties op het gebied van verkeersveiligheid. Dit heeft geleid tot een geactualiseerde gemeentelijke visie op verkeersveiligheid met daaraan een werkprogramma met activiteiten voor de aankomende periode 2009 – 2012.

Met deze nota wordt een integrale visie op het verkeersbeleid gegeven met daaraan gekoppeld een werkprogramma. Bij de inrichting van het plan is deze nota en de ´Nota wegencategorisering´ in acht genomen.

3.3.6 Parkeerbeleid

De gemeente Halderberge beschikt over de ´Nota Parkeerbeleid Halderberge´ (2004) en de ´Parkeerstudie ´pilots´ Halderberge´ (2006), waarbij gemeentelijke parkeernormen het uitgangspunt vormen om bij nieuwe ruimtelijke plannen in de toekomst in een parkeerbehoefte te kunnen voorzien en waar mogelijk de bereikbaarheid en leefbaarheid (stedelijke kwaliteit) van Halderberge te waarborgen.

Bij de inrichting van het plan is deze nota in acht genomen.

3.3.7 Vigerende bestemmingsplan Buitengebied

De gronden in het plangebied behoren tot het bestemmingsplan "Buitengebied" van de gemeente Halderberge, vastgesteld door de gemeenteraad op 24-08-1977 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 21-09-1982.

Hieronder wordt kort ingegaan op de voor het bouwplan relevante bestemmingen en bijhorende regels.

Op het projectgebied rusten de bestemmingen 'Agrarisch gebied vrije vestiging' en ´Agrarisch kernrandgebied´.

Bestemming ´Agrarisch gebied vrije vestiging´

Op de tot ´Agrarisch gebied vrije vestiging´ bestemde gronden mogen worden gebouwd:

  • a. Uitsluitend ten behoeve van een agrarisch bedrijf bouwwerken, die ter plaatse uit een oogpunt van een doelmatig agrarisch bodemgebruik wenselijk zijn, zoals veldschuren, melkstallen en/of schuilgelegenheden voor vee alsmede erfafscheidingen, met inachtneming van o.a. het volgende:
    • 1. er mogen geen woningen worden gebouwd.
    • 2. bouwwerken uitsluitend ten behoeve van een op de plankaart aangewezen bestaand agrarisch bedrijf met inachtneming van o.a. het navolgende:
      • bij ieder op de plankaart aangewezen bestaand agrarisch bedrijf mag slechts één agrarische bedrijfswoning worden gebouwd.
      • bouwwerken uitsluitend ten behoeve van een nieuw te vestigen volwaardig agrarisch bedrijf.
  • b. Bestemming ´Agrarisch kernrandgebied´

De op de plankaart als ´Agrarisch kernrandgebied´ aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarische produktiedoeleinden en om als bouwplaats te dienen voor agrarische bedrijfsbebouwing alsmede uit milieuoverwegingen voor het behoud als buffer vanwege de ligging ten opzichte van een rekreatieterrein of van aanwezige of te verwachten bebouwing van een kern en voor het behoud als overgangsgebied tussen kern en landschap.

Op de tot ´Agrarisch kernrandgebied´ bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van een agararische bedrijf bouwwerken worden gebouwd, die ter plaatse uit een oogpunt van een doelmatig agrarisch bodemgebruik wenselijk zijn, zoals veldschuren, melkstallen en/of schuilgelegenheden voor vee alsmede erfafscheidingen, met inachtneming van o.a. het volgende:

  • er mogen geen woningen worden gebouwd.

Afwijking vigerende bestemmingsplan

  • De bouw van de woningen is niet mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan.
  • Op de percelen wordt de bouw van burgerwoningen niet mogelijk gemaakt.
  • Het project is ruimtelijk en functioneel in strijd met het vigerende bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1655.BP2001-C002_0005.jpg"  
Figuur 3.4: Uitsnede vigerende bestemmingsplan Buitengebied