direct naar inhoud van 3.1 Milieukundige aspecten
Plan: Twee windturbines Eemshaven
Status: ontwerp
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1651.PB032x6MW-0201

3.1 Milieukundige aspecten

3.1.1 Bodem

Door MUG Ingenieursbureau is op 29 juni 2009 een indicatief grondonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de toekomstige windturbines.

De oppervlakte van beide onderzochte besluitgebieden bedraagt 6.000 m2 en ze zijn voorzien van betonverharding. Het onderzoek is gebaseerd op de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie. Gezien de homogene bodemopbouw en het indicatieve karakter van het onderzoek zijn minder boringen en analyses uitgevoerd.

Veld- en laboratoriumonderzoek

Op de locaties zijn per locatie vier boringen gedaan tot minimaal 3 meter -mv. Voor het grondwateronderzoek is gebruik gemaakt van 2 peilbuizen. De grond is zintuiglijk beoordeeld op afwijkingen, verontreinigingen en asbestverdachte materialen. Tevens zijn monsters genomen van het opgeboorde materiaal.


De bodem bestaat voor het grootste deel uit matig fijn, zwak ziltig zand. Bij twee boringen zijn ook klei en slibsporen aangetroffen.

Resultaten

De analyseresultaten zijn getoetst aan AW 2000/streefwaarde en de interventiewaarden volgens de circulaire bodemsanering 2009.

In de grond zijn geen verhoogde gehalten aangetroffen. De grond wordt gekwalificeerd als vrij toepasbaar. In het grondwater is bij peilbuis R36 een licht verhoogde concentratie aan barium aangetroffen. In peilbuis R37 is een licht verhoogde concentratie aan minerale olie, barium, nikkel en benzeen aangetroffen.

Conclusie

De vrij toepasbare grond is multifunctioneel toepasbaar en mag als bodem worden toegepast. De milieukundige bodemkwaliteit vormt daarmee geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.

Het rapport "Indicatief grondonderzoek R36 en R37 Windpark Westereems te Eemshaven" van Mug Ingenieurs bureau met het kenmerk 6-914-06-75 (29 juni 2009) is als Bijlage bij deze toelichting gevoegd.

3.1.2 Water

Voor de fundering van de windmolens is een funderingsoppervlak van maximaal 1.450 m2 nodig. Omdat het bedrijventerrein Eemshaven grotendeels uit verharding bestaat zal er geen sprake zijn van een toename van het verharde oppervlak en bovendien ligt het gebied buitendijks. Dit houdt in dat er geen oppervlak gecompenseerd hoeft te worden. Ook is een ontheffing van de keur voor de bouw van de turbines niet nodig. Voor de aanleg van kabels en leidingen in de primaire waterkering zal te zijner tijd ontheffing worden aangevraagd.


In een brief van waterschap Noorderzijlvest van 9 september 2009, worden deze conclusies bevestigd. Daarmee bestaan vanuit het oogpunt water geen belemmeringen voor de voortgang van de voorgenomen ontwikkeling.

3.1.3 Geluidhinder

Geluidhinder vanwege wegverkeer

Binnen het besluitgebied worden geen nieuwe wegen mogelijk gemaakt en bovendien neemt het aantal verkeersbewegingen niet toe vanwege de voorgenomen plannen. Er is in dit geval dus geen sprake van een reconstructiesituatie. Er is daarom geen sprake van geluidhinder vanwege wegverkeer voor de onderhavige ontwikkeling.

Geluidhinder vanwege industrie

Voor het industrieterrein Eemshaven is een geluidszone vastgesteld inzake de Wet geluidhinder. De geluidszone is gebaseerd op de 50 dB(A)-etmaalcontour bij een volledige invulling van het industrieterrein. Hoewel de feitelijke, actuele situatie naar verwachting een lagere geluidsemissie zal laten zien, biedt de vastgestelde geluidszone de mogelijkheid om milieuvergunningen te verstrekken, zodanig, dat de totale geluidsruimte binnen de 50 dB(A)-contour wordt ingevuld. Een dergelijke, volledig ingevulde geluidszone dient dan ook als uitgangspunt bij (toekomstige) ontwikkelingen.

Akoestisch Rapport

Door Lichtveld Buis en Partners is het rapport "Windpark Westereems Geluidprognose twee extra 6 MW windturbines" van 10 februari 2010 opgesteld. Hierin is de situatie nogmaals doorgerekend, waarbij uit is gegaan van een plaatsing van 2 Enercon E-126 turbines. De geluidspecificaties van andere windturbines in de 6 MW-klasse zullen hier naar verwachting niet sterk van afwijken.

Het industrieterrein Eemshaven is gezoneerd conform de Wet geluidhinder (Wgh). Figuur 2 geeft de ligging van het industrieterrein, en de in het kader van de Wgh vastgestelde zone. Binnen de zone kan de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein hoger zijn dan 50 dB(A).

afbeelding "i_NL.IMRO.1651.PB032x6MW-0201_0002.png"

Figuur 2: Industrieterrein Eemshaven en de Wgh zone, en nabijgelegen woningen, bron: Lichtveld, Buis en partners

afbeelding "i_NL.IMRO.1651.PB032x6MW-0201_0003.png"

Figuur 3: Situatieschets met de locaties van beide 6 MW windturbines en bestaande windturbines (en de bestaande geluidcontour). bron: Lichtveld, Buis en partners

Toetsingskader

De 2 windturbines hebben nauwelijks of geen technische, organisatorische en functionele bindingen met de bestaande windturbines in de Eemshaven. Daarom vormen de 2 windturbines een aparte inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Deze inrichting voldoet aan de werkingssfeercriteria van het Activiteitenbesluit dat het toetsingskader vormt. De geluidbelasting als gevolg van de 2 windturbines wordt tezamen met dat van de overige windturbines beoordeeld zodat de gevolgen voor de omgeving cumulatief kunnen worden beschouwd.

Berekeningen

De berekeningen zijn uitgevoerd volgens de "Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai" van 1999. De berekening van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT voor de nachtperiode (het Lnacht) wordt uitgevoerd voor de meest kritische windsnelheid conform de metingen en systematiek die ten grondslag lag aan de windnormcurve uit het "Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer".

afbeelding "i_NL.IMRO.1651.PB032x6MW-0201_0004.png"

tabel 1: langtijdgemiddelde beoordelingsniveau Lnacht.

In de tabel staan de uitkomsten van de berekening t.b.v. het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau Lnacht (windsnelheidsgewogen) vanwege het bestaande windpark, en de bijdrage van de beide 6 MW windturbines ter plaatse van de vergunningspunten. Tussen haakjes zijn bij de immissiepunten de grenswaarden voor het Lnacht vermeld. De bronsterktes van de E-82 windturbines zijn met 0,5 dB verhoogd conform de milieuvergunning van windpark Westereems.


Uit de berekeningen blijkt dat in de nieuwe situatie (het bestaande windpark inclusief de beide nieuwe 6 MW windturbines) sprake is van een geringe toename bij de woning aan de Dwarsweg 14 en ter plaatse van de Dijkweg 99. Bij de woning aan de Dwarsweg 14 zal de Lnacht (W101) gecumuleerd met het windpark Westereems marginaal hoger zijn dan 40 dB(A). Hiermee is er vanuit het oogpunt van het aspect geluid geen belemmering voor de uitvoering van de voorgenomen ontwikkeling.


Het rapport "Windpark Westereems Geluidprognose twee extra 6 MW windturbines" van 10 februari 2010 is als Bijlage toegevoegd.

3.1.4 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet milieubeheer (Wm), hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een besluit worden vastgesteld, indien:

  • a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het besluit biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde, of
  • b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het besluit biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen of
  • d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (in werking getreden per 01-08-2009).


Van een verslechtering van de luchtkwaliteit "in betekenende mate" als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • a. woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • b. infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • c. kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.


Het besluit maakt een ontwikkeling mogelijk, die van geringere omvang is dan wat hiervoor is aangegeven en het is ook geen project dat beschreven staat in het NSL en daarom kan geconcludeerd worden dat de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Derhalve hoeft niet nader op het aspect luchtkwaliteit te worden ingegaan.