Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Uithuizermeeden Dorpscentrum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1651.BP09-0401

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. gebouwen ten behoeve van een museum en een glas-in-lood-atelier;
  2. het geven van cursussen en workshops;
  3. een bedrijfswoning;
  4. het verstrekken van logies;
  5. aan- en uitbouwen, bijgebouwen overkappingen bij een bedrijfswoning;
  6. wegen en paden;
  7. water.
Ten dienste van en in verband met de bestemming zijn op deze gronden gebouwen en andere bouwwerken, toegestaan, met daaraan ondergeschikt: erven en verhardingen, magazijn-, stallings- en expeditieruimte, alsmede kantoor- en verblijfsruimte ten behoeve van de toegelaten hoofdfunctie.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van de gebouwen gelden de volgende regels:
  1. gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd;
  2. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van één museum worden gebouwd;
  3. de hoofdgebouwen dienen te worden opgericht in of maximaal 2 meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  4. de hoogte van de gebouwen mag bij platte afdekking niet meer bedragen dan 7 meter, terwijl bij afdekking met een kap de goothoogte niet meer dan 7 meter en de hoogte niet meer dan 10 meter mag bedragen;
  5. per museum mag niet meer dan één bedrijfswoning worden opgericht.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
  1. de hoogte van andere bouwwerken mag niet meer dan 5 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen;
  2. de hoogte van reclamemasten bedraagt niet meer dan 6 meter.
6.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan, met het oog op het voorkomen van:
  • een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid en/of;
  • de stedenbouwkundige karakteristieke bebouwing,
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van een samenhangend straatwand- en bebouwingsbeeld, waarbij de voorwaarden en eisen uit de gemeentelijke welstandsnota uitgangspunt vormen.