direct naar inhoud van Artikel 20: Groen
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1651.0711602-VG01

Artikel 20: Groen

20.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grasvelden, bermen en daarmee gelijk te stellen groenvoorzieningen;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de groengebieden;
  • c. het extensief agrarisch en dagrecreatief medegebruik;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. wegen en paden;
  • e. water;

met de daarbijbehorende:

  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

20.2. Bouwregels
20.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden zullen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

20.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

20.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • b. het dempen van sloten en/of andere waterlopen;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden.

20.4. Aanlegvergunning
20.4.1. Aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruik;
  • c. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse hoofdenergie-, hoofdtransport- en/of hoofdcommunicatieleidingen.

20.4.2. Uitzondering

Het in lid 20.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of het normale groenbeheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;

20.4.3. Voorwaarden

De in lid 20.4.1. genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden.