direct naar inhoud van Artikel 19: Cultuur en ontspanning - Theater
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1651.0711602-VG01

Artikel 19: Cultuur en ontspanning - Theater

19.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning - Theater' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van een theater;
  • b. een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met ruimte voor beroepen en bedrijven genoemd in bijlage 2 en/of logiesverstrekking;
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen overkappingen bij een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • e. wegen en paden;
  • f. water;

met de daarbijbehorende:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. bouwwerk en, geen gebouwen zijnde.

19.2. Bouwregels
19.2.1. Gebouwen en overkappingen als bedoeld in lid 19.1 onder a t/m c

Voor het bouwen van de gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse aanwezige theater worden gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bestemmingsvlak bedragen;
  • c. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
  • d. de gebouwen, waaronder overkappingen, en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning zullen ten minste 3,00 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van de aangebouwde aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen zal ten hoogste de oppervlakte van de bedrijfswoning bedragen;
  • f. de maatvoering van een gebouw of overkapping zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een bouwwerk   Maximale
oppervlakte in m²  
Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouw-
hoogte in m  
  per
gebouw of overkap-
ping  
gezamen-lijk   max.   min   max.   max.  
bedrijfsgebouw, waaronder een overkapping   -   zie bijlage 5   5,00   20   60   9,00  
bedrijfswoning   150   -   5,00   30   60   9,00  
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   -   100   3,50   -   60   -  

19.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of de bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

19.3. Ontheffing van de bouwregels
19.3.1. Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 19.2.1. onder f en toestaan dat de bestaande gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, zoals opgenomen in bijlage 5, wordt vergroot tot ten hoogste 120%, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

19.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning, voor beroepen en bedrijven genoemd in bijlage 2, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte in de bedrijfswoning meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning;
    • 3. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 50 m² bedraagt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 5. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;
  • c. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één bedrijfswoning;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking voor recreatieve bewoning in de bedrijfswoning op de wijze van bed and breakfast ten behoeve waarvan maximaal twee kamers worden ingericht voor ten hoogste vier logiesgasten;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden anders dan aan de theaterfunctie ondersteunende horeca;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan productiegebonden detailhandel met een verkoopvloeroppervlakte groter dan 60 m².

19.5. Ontheffing van de gebruiksregels
19.5.1. (Mantel)zorg

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 19.4. onder a en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning, mits:

  • a. de bewoning van een vrijstaand bijgebouw uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van (mantel)zorg voor personen;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 80 m²;
  • d. de inrichting van het vrijstaand bijgebouw ten behoeve van de bewoning ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de (mantel)zorg.

19.6. Wijzigingsbevoegdheid
19.6.1. Wijzigen naar bedrijven of wonen

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Cultuur en ontspanning - Theater' wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf - 2' of 'Wonen - Voormalige boerderijen', mits:

  • a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 6 of 45 van toepassing zijn;
  • b. de theaterfunctie ter plaatse is beëindigd;
  • c. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.