direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Beegden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1641.BPL014-OH01

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 als genoemd in Bijlage 2 Staat van Inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
  • b. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.1 als genoemd in Bijlage 2 Staat van Inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  • c. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.2 als genoemd in Bijlage 2 Staat van Inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  • d. productiegebonden en aan de bedrijfsvoering ondergeschikte detailhandel. Detailhandel in voedings- en genotmiddelen is niet toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend een nutsvoorziening;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', maximaal één bedrijfswoning per bedrijf;
  • h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterleidingbedrijf' een waterleidingbedrijf;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' een transportbedrijf;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  • l. tuinen, erven en terreinen;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. voorzieningen van algemeen nut;
  • p. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander maximum bebouwingspercentage is aangegeven;
  • c. de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
6.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. de minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens bedraagt 3 meter;
  • d. de maximale inhoud bedraagt 750 m3.
6.2.3 Aan de bedrijfsvoering ondergeschikte kantoren

Voor het bouwen van aan bedrijfsvoering ondergeschikte kantoren gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan kantoren mag niet meer bedragen dan 30% van het totale bedrijfsoppervlak met een maximum van 500 m2, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', waarvoor dit maximum niet geldt;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
6.2.4 Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 3,30 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 5,50 meter;
  • c. de minimale afstand tot de voorgevellijn van de woning bedraagt 3 meter;
  • d. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 70 m².
6.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de maximale hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel 1 meter bedraagt;
  • b. de maximale bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en (licht)masten bedraagt 8 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter;
  • d. zonnecollectoren zijn op het gehele bouwperceel toegestaan.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in 6.2 ten behoeve van de uitbreiding van een bedrijf met maximaal 10% van het bouwperceel, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeerssituatie;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bepaalde in onder 6.2.1 onder d. voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte met maximaal 3 meter ten behoeve van de realisatie van een dakopbouw mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen, uitgezonderd ter plaats van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel als bedoeld in 6.1onder b. en uitgezonderd ter plaatse van de aanduidingen 'garage' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  • d. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  • e. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn;
  • f. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
6.5.2 (Zee)containers

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het permanent plaatsen van (zee)containers waarvoor een omgevingsvergunning in de zin van Wet algemene bepalingen omgevingsvergunningen is vereist.

6.5.3 Cultuurhistorische waarden

Alvorens bouwvergunning te verlenen voor een bouwvoornemen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' winnen burgemeester en wethouders advies in bij de monumentencommissie van de gemeente Maasgouw. Een bouwvergunning kan pas worden verleend indien gehoord de monumentencommissie.

Op de gronden zijn de bepalingen van de Monumentenwet 1998 dan wel de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing.