direct naar inhoud van Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Ohé en Laak
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1641.BPL009-VG01

Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - reguliere kampeerterreinen 1':
    • 1. reguliere kampeerterreinen met toeristische plaatsen voor trekkershutten, appartementen, tenthuisjes en kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans;
    • 2. maximaal één bedrijfswoning;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - reguliere kampeerterreinen 2':
    • 1. reguliere kampeerterreinen met toeristische plaatsen voor trekkershutten, tenthuisjes, chalets en kampeermiddelen;
    • 2. maximaal één bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', maximaal één bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', recreatiewoningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - waterwoningen', al dan niet drijvende recreatiewoningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden,

met de daarbij behorende:

  • g. wegen, paden en verhardingen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, waterpartijen en andere wateroppervlaktes;
  • k. voorzieningen van algemeen nut.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen op Reguliere kampeerterreinen 1

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - reguliere kampeerterreinen 1' gelden de volgende bepalingen:

  • a. trekkershutten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de maximale oppervlakte bedraagt 30 m²;
    • 2. de maximale hoogte bedraagt 3,50 meter vanaf waar de grond geraakt wordt;
  • b. tenthuisjes dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de maximale oppervlakte bedraagt 30 m²;
    • 2. de maximale hoogte bedraagt 3,50 meter vanaf waar de grond geraakt wordt;
  • c. appartementen dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. appartementen mogen enkel inpandig en binnen het bouwvlak worden opgericht;
    • 2. het maximum aantal toegestane appartementen bedraagt 6 per kampeerterrein;
  • d. per bouwperceel is één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend binnen het bouwvlak;
  • e. het bebouwingspercentage mag per bouwvlak niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage;
  • f. de goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven.
16.2.2 Gebouwen op reguliere kampeerterreinen 2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - reguliere kampeerterreinen 2' gelden de volgende bepalingen:

  • a. stacaravans dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de stacaravan moet voorzien zijn van een as-/wielenstelsel en dient in die toestand verrijdbaar te zijn;
    • 2. de stacaravan moet over de weg als 1 deel te verplaatsen zijn;
    • 3. de maximale oppervlakte bedraagt 40 m²;
    • 4. een berging is alleen inpandig mogelijk, binnen de maximale oppervlakte van de stacaravan;
    • 5. de maximale hoogte bedraagt 3,40 meter vanaf onderkant wielen;
    • 6. de onderlinge afstand tussen stacaravans bedraagt minimaal 5 meter;
  • b. trekkershutten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de maximale oppervlakte bedraagt 30 m²;
    • 2. de maximale hoogte bedraagt 3,50 meter vanaf waar de grond geraakt wordt;
  • c. tenthuisjes dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de maximale oppervlakte bedraagt 30 m²;
    • 2. de maximale hoogte bedraagt 3,50 meter vanaf waar de grond geraakt wordt;
  • d. chalets dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. chalets mogen geen vaste verankering in de grond hebben;
    • 2. chalets moeten binnen 24 uur demontabel zijn;
    • 3. het materiaalgebruik dient te bestaan uit hout of kunststof;
    • 4. de maximale oppervlakte bedraagt 70 m²;
    • 5. de maximale hoogte bedraagt 3,80 meter;
    • 6. chalets bestaan uit maximaal 1 bouwlaag;
    • 7. een berging is alleen inpandig mogelijk, binnen de maximale oppervlakte van de chalet;
    • 8. de onderlinge afstand tussen chalets bedraagt minimaal 5 meter.
16.2.3 Recreatiewoningen

Ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 4,00 meter en de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8,00 meter.
16.2.4 Waterwoningen

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - waterwoningen' gelden de volgende bepalingen:

  • a. het maximum aantal waterwoningen bedraagt 32, waarvan 8 op de wal en 24 drijvend;
  • b. de bouwhoogte van niet drijvende woningen bedraagt ten hoogste 7,5 meter, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer tot aan de nok;
  • c. het oppervlak mag per waterwoning niet meer dan 75 m² bedragen;
  • d. de onderlinge afstand tussen waterwoningen bedraagt 4 meter;
  • e. het maximum aantal steigers bedraagt 4;
  • f. de onderlinge afstand tussen steigers bedraagt minimaal 55 meter aan de zijde van wal;
  • g. de lengte van een steiger bedraagt maximaal 55 meter, gemeten vanaf de walzijde;
  • h. per waterwoning is één ligplaats voor een pleziervaartuig toegestaan.
16.2.5 Bijgebouwen

Het bouwen van aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan.

16.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 8 meter.
16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. permanente of tijdelijke bewoning;
  • c. horeca, met uitzondering van ondergeschikte horeca;
  • d. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  • e. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
16.4.2 Cultuurhistorische waarden

Alvorens bouwvergunning te verlenen voor een bouwvoornemen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' winnen burgemeester en wethouders advies in bij de monumentencommissie van de gemeente Maasgouw. Een bouwvergunning kan pas worden verleend indien en nadat die monumentencommissie positief heeft geadviseerd.

Op de gronden zijn de bepalingen van de Monumentenwet 1998 dan wel de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing.