direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Ohé en Laak
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1641.BPL009-VG01

Artikel 15 Recreatie - Dagrecreatie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven', een jachthaven ten behoeve van pleziervaartuigen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'manege', een manege met bedrijfswoning, buitenbak en stapmolen;
  • c. dagrecreatief gebruik,

met de daarbij behorende:

  • d. wegen, paden en verhardingen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  • h. voorzieningen van algemeen nut.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen bij een jachthaven

Ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bestemmingsvlak is maximaal één voorzieningengebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 250 m²;
  • c. het bebouwd oppervlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is aangeven;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 3,5 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • f. de afstand van de gebouwen tot de bestemmingsgrens bedraagt aan de zijde van een weg tenminste 10 meter en voor het overige tenminste 3 meter.
15.2.2 Gebouwen bij een manege

Ter plaatse van de aanduiding 'manege' gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen, geen bedrijfswoning zijnde bedraagt niet meer dan 6,5 meter;
  • c. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt niet meer dan 6 meter en de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 10 meter;
  • d. de minimale afstand tot zijdelingse perceelgrens bedraagt 3 meter;
  • e. de inhoud bedraagt niet meer dan 750 m3.
  • f. het bebouwd oppervlak bedraagt niet meer dan 2500 m²
  • g. binnen het bouwvlak mag één buitenbak worden opgericht met een maximale oppervlakte van 1100 m².
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 8 meter.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor:

  • a. detailhandel, uitgezonderd een ondergeschikte detailhandel- en horecavoorziening ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  • b. permanente of tijdelijke bewoning;
  • c. horeca;
  • d. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  • e. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.