direct naar inhoud van Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kern Wessem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1641.BPL001-VG01

Artikel 27 Algemene aanduidingsregels

27.1 geluidzone - industrie
27.1.1 Bouwregels

Ten aanzien van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen en/of functies niet mogen worden gerealiseerd vanwege een hoge geluidbelasting vanwege industrielawaai.

27.1.2 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan geluidsbelasting op de gevel, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 27.1.1, en worden toestaan dat nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan, mits de geluidbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de ingevolge de Wet geluidhinder daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een door burgemeester en wethouders verleende hogere grenswaarde.

27.2 milieuzone - roerdalslenk
27.2.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - roerdalslenk' is het niet toegestaan om:

  • a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 30 meter beneden het maaiveld;
  • b. de grond te roeren dieper dan 30 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slechtdoorlatende bodemlagen kunnen aantasten.

27.2.2 Afwijkingen van de bouwregels

De in artikel 27.2.1 gestelde verboden gelden niet voor:

  • a. het inrichten van boorputten ten behoeve van het provinciale grondwaterbeheer in het kader van de Wet bodembescherming en de Grondwaterwet;
  • b. het verrichten van bodemonderzoeken die bij of krachtens wet zijn voorgeschreven.

Indien er bij de werkzaamheden als bedoeld in dit artikel sprake is van een boorput, dienen de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, te worden afgedicht met klei of bentoniet.

27.2.3 Ontheffing

Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van de verboden in dit artikel.

27.3 veiligheidszone - bevi
27.3.1 Bouwregels

Op de gronden mogen volgens de regels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

27.3.2 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veiligheidsrisico van de kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 27.3.1, voor de bouw van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming indien die bouwwerken als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen van plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR).

27.4 vrijwaringszone - weg
27.4.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' dienen de gronden in het kader van de verkeersbelangen van de Rijksweg A2 vrij gehouden te worden van bebouwing;

binnen een strook van 0 tot 100 meter, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg', gemeten vanaf de as van de dichtst bij gelegen rijbaan van Rijksweg A2 en de bijbehorende toe- en afritten mogen slechts bouwwerken worden gebouwd welke direct verband houden met de aanleg van de Rijksweg A2, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.

27.4.2 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het wegverkeer, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 27.4.1, voor de bouw van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming nadat de wegbeheerder terzake is gehoord.

27.4.3 Bestaande bebouwing

De in 27.4.2 bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bouwwerken, of een complex van bouwwerken die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan, dan wel mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning.