direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie
Plan: Hoge en Lage Bergse Bos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0122-VAST

Artikel 9 Recreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. speel- en ligweiden en trapvelden;
  • d. water;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen en ontsluitingswegen daarvoor;
  • f. bruggen en overige kunstwerken;
  • g. uitritten en verhardingen;
  • h. wandel-, fiets- en ruiterpaden;
  • i. ontsluitingswegen;

9.1.2 Specifiek

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. 'parkeerterrein' zijn de gronden tevens bestemd voor een parkeerterrein.
  • b. 'natuur- en landschapswaarden': het behoud en herstel van de aanwezige natuur- en landschapswaarden;
  • c. 'golfbaan': tevens een golfbaan;
  • d. 'manege': tevens een paardenmanege;
  • e. 'atelier': tevens een kunstatelier;
  • f. 'volkstuin': tevens volkstuinen;
  • g. 'skibaan': tevens een skibaan;
  • h. 'specifieke vorm van recreatie - outdoorsport': tevens outdoorsports;
  • i. 'specifieke vorm van recreatie - natuur en vogelwacht;
  • j. 'evenemententerrein': tevens een evenemententerrein;
  • k. 'specifieke vorm van recreatie - landgoed': tevens een uitrit, waterpartijen, taluds en parkeerplaatsen toegestaan;
  • l. 'specifieke bouwaanduiding paardenbakken': tevens een paardenbak;

met dien verstande, dat bij de functies als genoemd onder c, d, e, g, h en i ondersteunende horeca is toegestaan en dat bij de functie als genoemd onder h beperkte overnachtingsmogelijkheden zijn toegestaan.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor zover binnen een bouwvlak of een gedeelte daarvan de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' en/of 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven mag de goothoogte respectievelijk de bouwhoogte in meters van de hoofdgebouwen niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'skibaan' mogen de bestaande bouwhoogtes niet worden vergroot.

9.2.2 Andere bouwwerken
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - landgoed' mag de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding bijgebouw mag de goothoogte van een bijgebouw niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. op of in de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd, waaronder straatmeubilair, bruggen en overige kunstwerken, met een maximale bouwhoogte van 3 m, tenzij anders aangegeven en bouwwerken ten behoeve van het stallen van dieren tot een bebouwd oppervlak van 100 m2.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

  • a. gebouwen ten dienste van de in lid 9.1 genoemde functies zoals waterhuishoudkundige voorzieningen, toiletten, schuilhutten, educatief steunpunt en kiosken voor de verkoop van frisdranken, ijs en andere naar de aard vergelijkbare artikelen;
  • b. de grondoppervlakte van de onder a genoemde gebouwen mag per cluster niet meer dan in totaal 50 m² bedragen; de grondoppervlakte van de gebouwen voor een educatief steunpunt mag in totaal niet meer bedragen dan 200 m²;
  • c. de oprichting van niet-geclusterde gebouwen met een maximale oppervlakte van 30 m2.

9.3.1 Toelaatbaarheid

De afwijking bij een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische-, natuurlijke- en/of landschappelijke waarden. Vooraf dient hieromtrent schriftelijk advies te worden ingewonnen bij een cultuurhistorisch, dan wel een ecologisch deskundige instantie.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 22 Algemene gebruiksregels lid 1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  • a. van gronden en/of bouwwerken een andere vorm van horeca als bedoeld in lid 9.1.2;
  • b. van gronden en/of bouwwerken een andere vorm van recreatie of bedrijfsvoering als bedoeld in lid 9.1.2.

9.4.1 Terras(sen) bij horeca

Terras(sen) bij horeca zijn alleen toegestaan indien daarvoor een (omgevings)vergunning (op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Lansingerland) is verleend en aan die vergunning wordt voldaan.

9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.5.1 Verbod

Het is verboden op of boven de als 'natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van gronden, zoals wegen, fiets- en voetpaden en oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals afgraven, woelen, mengen, diepploegen, ontginnen, bodemverlagen, ophogen of egaliseren van de bodem en aanleggen van (drainage)leidingen;
  • c. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodemvegetaties, riet en andere oevervegetatie;
  • d. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen;
  • h. het aanleggen van geluidswallen;
  • i. het verhogen of verlagen van de grondwaterstand.

9.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 9.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning.

9.5.3 Toelaatbaarheid

De in lid 9.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien daardoor de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden niet worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Vooraf dient hieromtrent schriftelijk advies te worden gevraagd bij een ecologisch deskundige instantie.