direct naar inhoud van 4.3 Bestemmingsregels
Plan: Bergweg Zuid e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0121-VAST

4.3 Bestemmingsregels

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Naast reguliere bestemmingen zijn ook dubbelbestemmingen opgenomen. De gronden met een dubbelbestemming zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de dubbelbestemming. In voorkomende gevallen dat dubbelbestemmingen elkaar overlappen, gelden hier de regels van alle voorkomende (dubbel)bestemmingen. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren.

Agrarisch (Artikel 3)

De als 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarisch grondgebonden bedrijven c.q. agrarisch grondgebonden bedrijfsactiviteiten, alsmede ook voor agrarisch landschapsbeheer, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen, extensieve dagrecreatie, paden en beplanting. Tevens zijn de daarbij behorende voorzieningen zoals weilanden en/of landbouwgronden, parkeervoorzieningen, erven en terreinen, in- en uitritten, verhardingen en bermen, bermsloten en greppels toegestaan. De bestemming is toegekend aan de voorkomende wei- en graslanden in het gebied.

Binnen de bestemming zijn uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming toegestaan. Bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van een bouwvlak. Voor zover binnen deze bestemming legale bouwwerken voorkomen die niet passen in de regels van de bestemming is een regeling opgenomen dat voor deze bouwwerken de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt, daaronder begrepen de situering van deze bouwwerken.

Bedrijf (Artikel 4)

Voor deze gronden is gekozen voor gedetailleerde bestemmingen en bouwvlakken, mede vanwege de voorkomende functiemenging in het plangebied. De verzamelbestemming heeft ook betrekking op enkele in het gebied voorkomende nutsvoorzieningen.

Binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn de gronden in zijn algemeenheid bestemd voor bedrijven uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten (voor toelichting op de Staat, zie bijlage 1, milieucategorie 1 en 2) en de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen en bedrijfsgebonden kantoren, met daaraan ondergeschikt: verhardingen, wegen en paden, in- en uitritten, tuinen, erven en terreinen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water. Binnen de bestemming is bedrijvigheid uitwisselbaar mits het bedrijven betreft die voorkomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten, milieucategorie 1 en 2 en niet in strijd zijn met de gebruiksregels.

Aanvullend hierop zijn voor een aantal bestaande bedrijven/bedrijfstypen, specifieke aanduidingen op de plankaart opgenomen om tevens/uitsluitend voor deze bedrijven een afwijkende functie toe te staan. Voor nutsvoorzieningen geldt zonder meer een exclusief gebruik er zijn ter plaatse uitsluitend nutsvoorzieningen toegestaan.

Datzelfde geldt voor een verkooppunt van motorbrandstoffen inclusief lpg. Andere vormen van bedrijvigheid zijn ter plaatse niet gewenst.

Voor het overige zijn specifieke bedrijfsvormen aangeduid die vanwege de aard en omvang niet passen binnen de algemeen aanvaardbare bedrijven in milieucategorie 1 en 2. Het gaat dan om zwaarder bedrijfstypen dan milieucategorie 1 en 2 of bijvoorbeeld specifieke vormen van (perifere) detailhandel. Voor die bedrijven is een specifieke aanduiding toegevoegd. De reguliere bedrijvigheid in categorie 1 en 2 is in die gevallen tevens toegestaan.

Bedrijfswoningen zijn met een aparte aanduiding op de plankaart aangegeven. Binnen deze aanduiding mag 1 woning gebouwd worden, tenzij op de verbeelding een ander aantal is vermeld. Eventuele aan- en uitbouwen kunnen buiten de aanduiding worden gerealiseerd indien voldaan wordt aan de overige regels van aan- en bijgebouwen.

Met een specifieke aanduiding zijn cultuurhistorische panden aangeduid, waarbij bestaande instandhouding van de bestaande bouwmassa (goot- en bouwhoogten) wordt beoogd.

De maximale goot- en/of bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de verbeelding aangegeven.

Het bevoegd gezag kan onder een aantal voorwaarden bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouw- en gebruiksregels. Specifieke gebruiksregels maken deel uit van deze bestemming.

Groen (Artikel 5)

De gronden met de bestemming 'Groen' zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermstroken, voet- en fietspaden, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelplaatsen en speelvoorzieningen, in- en uitritten (ten dienste van aanliggende bestemmingen), voorzieningen van algemeen nut, ontsluitingen ten behoeve van calamiteitenverkeer en geluidswerende voorzieningen.

De oppervlakte en bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen mogen niet meer bedragen dan 25 m² en 3 m. Op de gronden mogen andere bouwwerken, geen overkappingen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 3 m ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd.

Maatschappelijk (Artikel 6)

De als 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen met daaraan ondergeschikt; wegen en paden, tuinen en erven, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water. De gronden hebben de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verpleeginrichting' en zijn dan ook uitsluitend bestemd voor een verpleeginrichting.

Hoofdgebouwen en maximaal 2 dienstwoningen worden binnen het aangegeven bouwvlak gebouwd. De inhoud van dienstwoningen bedraagt maximaal 500 m³. De maximale goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen is met een aanduiding op de plankaart aangegeven. De goothoogte van de dienstwoning is maximaal 6 m.

Het bevoegd gezag kan onder een aantal voorwaarden bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels. Specifieke gebruiksregels maken deel uit van deze bestemming.

Tuin (Artikel 7)

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven (paden), in- en uitritten en ongebouwde parkeervoorzieningen behorende bij de op de aangrenzende gronden gesitueerde bestemmingen met de daarbij behorende andere bouwwerken, werken en werkzaamheden. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Specifieke gebruiksregels maken deel uit van deze bestemming.

Verkeer (Artikel 8)

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor woonstraten, woonerven en pleinen, fietspaden en/of -stroken en voetpaden, ongebouwde parkeervoorzieningen, overdekte fietsenstallingen, voorzieningen van algemeen nut, bermen, groenvoorzieningen en water, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelplaatsen en speelvoorzieningen en in- en uitritten.

Specifiek zijn ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' de gronden tevens bestemd voor een onderdoorgang ten behoeve van een recreatieve (langzaamverkeers)verbinding. Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zijn de gronden tevens bestemd voor een ecologische verbinding (ecopassage) met een minimale afmeting van 1,75 m breed en 1,25 m hoog.

De oppervlakte en bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen mogen niet meer bedragen dan 25 m² en 3 m. De oppervlakte en bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 12 m² en 3 m.

Verkeer - Wegverkeer (Artikel 9)

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met een lokale/regionale/landelijke ontsluitingsfunctie bestaande uit 2 rijstroken voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van de N209 waar 4 rijstroken zijn toegestaan en daarnaast in- en uitvoegstroken en opstelstroken, woonstraten, woonerven en pleinen, voorzieningen voor het openbaar vervoer, fietspaden en/of -stroken en voetpaden, ongebouwde parkeervoorzieningen, overdekte fietsenstallingen, geluidsafschermende voorzieningen, voorzieningen van algemeen nut, kruisende wegen en water, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelplaatsen en speelvoorzieningen, in- en uitritten, bermen, groenvoorzieningen en water.

Specifiek zijn ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' de gronden tevens bestemd voor een onderdoorgang ten behoeve van een recreatieve (langzaamverkeers)verbinding. Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zijn de gronden tevens bestemd voor een ecologische verbinding (ecopassage) met een minimale afmeting van 1,75 m breed en 1,25 m hoog.

De oppervlakte en bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen mogen niet meer bedragen dan 25 m² en 3 m. De oppervlakte en bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 12 m² en 3 m.

Water (Artikel 10)

De bestemming 'Water' is toegekend aan de Vaart Bleiswijk, de hoofdwatergangen en overige structurele waterpartijen in het gebied. Kleine berm- en/of kavelsloten zijn niet specifiek bestemd, maar zijn toegestaan in de daarvoor geldende bestemmingen.

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: water, de waterhuishouding (waterberging, wateraanvoer en -afvoer, (hoofd)watergangen en dergelijke) en taluds, keerwanden en beschoeiingen. Specifiek is ter plaatse van de aanduiding 'brug' een brug toegestaan.

Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen overkappingen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van niet meer dan 1 m.

Het bevoegd gezag kan onder een aantal voorwaarden bij een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke bouw- en gebruiksregels.

Wonen (Artikel 11)

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen (bestaande aantallen), al dan niet in combinatie met aan-huis-gebonden beroepen, tuinen en erven, parkeervoorzieningen en water. Met een specifieke aanduiding zijn cultuurhistorische panden aangeduid, waarbij (bij vervangende nieuwbouw) bestaande goot- en bouwhoogte niet veranderd mogen worden.

Hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd. De goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen is op de verbeelding aangegeven. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De toegestane oppervlakte voor bijgebouwen is gestaffeld naar rato van de oppervlakte van het perceel/c.q. de bestemming 'Wonen'.

Voor zover de legale oppervlakte, situering en maatvoering van de woning, aanbouw en/of bijgebouwen meer bedraagt dan is toegestaan is die bestaande oppervlakte situatie de maximale maatvoering.

Het bevoegd gezag kan onder een aantal voorwaarden bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouw- en gebruiksregels. Specifieke gebruiksregels, nadere eisen en algemene randvoorwaarden voor het afwijken van de bouw- en gebruiksregels maken deel uit van deze bestemming.

Leiding - Gas (Artikel 12)

De in het plangebied liggende gasleiding is bestemd middels een dubbelbestemming. De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de binnen een afstand aan weerszijden van 4 m van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' de aanleg, het herstel en de instandhouding van een gasleiding met een diameter van ten hoogste 12 inch en een druk van ten hoogste 40 bar.

Op voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.

Het bevoegd gezag kan onder een aantal voorwaarden bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels ten dienste van de onderliggende bestemming(en). Daarnaast geldt voor deze bestemming een aanlegverbod zonder omgevingsvergunning en zijn voorwaarden voor een omgevingsvergunning opgenomen.

Leiding - Riool (Artikel 13)

De bestemming is toegekend aan gronden waarin een hoofdpersrioolleiding ligt. De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de binnen een afstand aan weerszijden van 4 m van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool' de aanleg, het herstel en de instandhouding van een rioolleiding.

Op voor 'Leiding - Riool' bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.

Het bevoegd gezag kan onder een aantal voorwaarden bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels ten dienste van de onderliggende bestemming(en). Daarnaast geldt voor deze bestemming een aanlegverbod zonder omgevingsvergunning en zijn voorwaarden voor een omgevingsvergunning opgenomen.

Waarde - Archeologie - 1 (Artikel 14)

Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde. De gronden zijn - behalve de daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor behoud van de (potentieel aanwezige) archeologische waarden. Op deze gronden mogen ten behoeve van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m. Daarnaast geldt voor diverse werken en werkzaamheden een omgevingsvergunningplicht. Voor bouwwerken met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² en dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm kan worden geplaatst geldt geen omgevingsvergunningplicht.

Waarde - Archeologie - 2 (Artikel 15)

Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. De gronden zijn - behalve de daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor behoud van de (potentieel aanwezige) archeologische waarden. Op deze gronden mogen ten behoeve van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m. Daarnaast geldt voor diverse werken en werkzaamheden een omgevingsvergunningplicht. Voor bouwwerken met een oppervlakte van ten hoogste 500 m² en dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm kan worden geplaatst geldt geen omgevingsvergunningplicht.

Waarde - Archeologie - 3 (Artikel 16)

Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. De gronden zijn - behalve de daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor behoud van de (potentieel aanwezige) archeologische waarden. Op deze gronden mogen ten behoeve van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m. Daarnaast geldt voor diverse werken en werkzaamheden een omgevingsvergunningplicht. Voor bouwwerken met een oppervlakte van ten hoogste 1.000 m² en dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 2,5 m kan worden geplaatst geldt geen omgevingsvergunningplicht.

Waterstaat - Waterkering (Artikel 17)

Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden binnen de kern en beschermingszone van de waterkering van de Vaart Bleiswijk. Deze gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering en waterhuishouding. Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale hoogte van niet meer dan 1 m.

Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen - op enkele uitzonderingen na - uitsluitend met een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag worden gebouwd. Daarbij dienen de bij de bestemming betrokken bouwregels in acht te worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig te worden geschaad.