direct naar inhoud van Regels

Oostland - Berkel

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1621.BP0120-VAST

Artikel 11 Verkeer - Wegverkeer 2

 

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer - Wegverkeer 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen met een erftoegangsfunctie, bestaande uit maximaal 2 rijstroken voor het gemotoriseerd verkeer;

  2. verkeersvoorzieningen, zoals in- en uitvoegstroken en opstelstroken, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen;

  3. voorzieningen voor het openbaar vervoer;

  4. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;

  5. ongebouwde parkeervoorzieningen;

  6. overdekte fietsenstallingen;

  7. geluidsafschermende voorzieningen;

  8. nutsvoorzieningen en beeldende kunstwerken;

  9. kruisende wegen en water;

  10. groenvoorzieningen en water;

  11. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder ecoducten en duikers;

met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder straatmeubilair, werken en werkzaamheden.

 

11.2 Bouwregels

 

11.2.1 Algemeen

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

 

11.2.2 Gebouwen

Op of in de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen gebouwen worden gebouwd, voor zover hieronder genoemd, met inachtneming van de volgende regels:

  1. de oppervlakte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 25 m²;

  2. de bouwhoogte van een gebouwde fietsenstalling mag niet meer bedragen dan 3 m;

  3. de bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

11.2.3 Andere bouwwerken

Op of in de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen straatmeubilair.

 

11.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan adere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:

  1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  2. de verkeersveiligheid;

  3. de sociale veiligheid;

  4. het behoud van parkeervoorzieningen;

  5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;

  6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;

  7. het milieu.

 

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 26 ‘Algemene gebruiksregels’ wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  1. van bouwwerken voor bewoning;

  2. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;

  3. van ongebouwde parkeervoorzieningen en overige gronden voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;

  4. van gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;

  5. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;

  6. van gronden en/of bouwwerken voor het opslaan van vuurwerk.