Plan: | Hoefweg-Noord (Prisma) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0111-VAST |
Algemeen
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk gevolgen vanwege risicorelevante bedrijven en gevolgen vanwege vervoer van gevaarlijke stoffen over transportassen en door buisleidingen. In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR):
Inrichtingen
Besluit externe veiligheid inrichtingen
Op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar. Binnen de PR 10-6-contour mogen dan ook geen kwetsbare functies mogelijk worden gemaakt. Uitsluitend om gewichtige redenen mogen beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-contour worden gerealiseerd. Daarnaast bevat het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR rondom deze inrichtingen.
Transport van gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water
Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen
Op basis van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is voor nieuwe situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten geldt dan een richtwaarde van 10-6 per jaar. Bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR geldt een verantwoordingsplicht. Op een afstand van 200 m vanaf het tracé gelden hierbij in principe geen beperkingen meer voor het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 meter strekken.
In ontwikkeling zijnd beleid en wetgeving: Basisnet en Besluit Transportroutes Externe Veiligheid
In 2013 zal naar verwachting het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) in werking treden. In dat Besluit worden veiligheidszones aangegeven waarbinnen geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Daarnaast worden in de omgeving beperkingen opgelegd vanwege eventuele plasbranden. Ook het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen (Basisnet weg, Basisnet spoor, Basisnet water), dat verband houdt met het BTEV, wordt naar verwachting in 2012 vastgesteld.
Transport van gevaarlijke stoffen door leidingen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Met het Bevb is aangesloten bij de risiconormering uit het Bevi. Daarbij worden de toetsings- en bebouwingsafstand uit de oude Circulaire vervangen door een afstand voor het PR en een afstand voor het invloedsgebied van het GR. De systematiek van toetsingsafstanden en minimale bebouwingsafstanden uit de oude circulaire vervalt hiermee.
Het Bevb heeft vooralsnog betrekking op aardgasleidingen (drooggas, natgas en zuurgas) en K1, K2, en K3 leidingen (brandbare vloeistoffen). In de toekomst zal het Bevb ook gaan gelden voor leidingen met andere gevaarlijke stoffen, zoals etheenoxide, chloor, ammoniak, waterstof, CO.
Huidige situatie
Risicovolle inrichtingen
Binnen het plangebied bevinden zich volgens de informatie op de provinciale risicokaart geen risicovolle inrichtingen. In de omgeving van het plangebied is wel een aantal risicovolle inrichtingen aanwezig. Figuur 4.9 en tabel 4.3 geven een overzicht van deze inrichtingen.
Figuur 4.9 Risicovolle inrichtingen (bron: www.risicokaart.nl)
Tabel 4.3 Overzicht risicovolle inrichtingen
Nr. | Inrichting | Adres | Activiteit | ||
1 | Arctic BV | Chroomstraat 154, Zoetermeer | Ammoniak koelinstallatie, PR 10-6-contour = 6 meter |
||
2 | Insituform Riooltechniek | Chroomstraat 91 Zoetermeer | Opslag, PR 10-6-contour = 65 meter |
||
3 | IJsbaan PWA Silverdome | Vd Hagenstraat 20, Zoetermeer | Ammoniak koelinstallatie, PR 10-6-contour = 7 meter |
||
4 | Esso Oostweg | Oostweg 99, Zoetermeer | LPG PR 10-6-contour = 110 meter Invloedsgebied = 150 meter |
||
5 | Worldwood BV | Hoefweg 210, Bleiswijk | Opslag brandbare en ontvlambare stoffen Geen PR 10-6-contour buiten de grenzen van de inrichting |
||
6 | Flora Holland | Klappolder 130, Bleiswijk | Opslag brandbare en ontvlambare stoffen Geen PR 10-6-contour buiten de grenzen van de inrichting |
||
7 | Horticoop | Klappolder 150, Bleiswijk | Bestrijdingsmiddelen PR 10-6-contour = 150 meter Invloedsgebied = 275 meter |
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
Ten zuiden van het bedrijventerrein vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de A12. Uit de gegevens uit het bijlagerapport uit het Basisnet weg blijkt dat de A12 ter hoogte van het plangebied een PR 10-6-contour heeft van 0 meter en geen plasbrandaandachtszone kent. De PR 10-7-contour ligt op een afstand van 48 meter van de weg. Het groepsrisico ligt in de huidige situatie meer dan een factor 10 onder de oriëntatiewaarde.
Ook over de N209, direct ten oosten van het plangebied, vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Via provinciale risicokaart zijn geen gegevens beschikbaar voor de N209. Uit onderzoeken die in het verleden zijn uitgevoerd in het kader van de verbreding van de weg (meer zuidelijk gelegen deel van de N209) blijkt dat sprake is van een PR 10-6-contour van 0 meter en het groepsrisico meer dan een factor 10 onder de oriëntatiewaarde.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor
Over de spoorlijn Den Haag – Gouda vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Uit de informatie die beschikbaar is in het kader van het Basisnet spoor blijkt dat ook in de toekomst geen sprake zal zijn van relevant vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn Den Haag - Gouda. De HSL die het plangebied doorsnijdt, is uitsluitend bestemd voor personenvervoer.
Vervoer door buisleidingen
In de omgeving van het plangebied liggen verschillende leidingen waar door vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het betreft een Kerosineleiding direct ten zuiden van de A12, een CO2-leiding langs de westzijde van het plangebied (ter hoogte van de Landscheiding) en diverse hoofdaardgastransportleidingen ten zuiden en ten westen van het plangebied. Tabel 4.4 geeft een overzicht van de kenmerken van de aanwezige risico relevante leidingen.
Tabel 4.4 Overzicht risicorelevante leidingen omgeving plangebied
Nummer | Leiding | Risico's | |
1 | Kerosine-leiding (Defensie Pijpleiding Organisatie) | 12,75 inch, maximaal 80 bar PR 10-6-contour = < 5 meter |
|
2 | Gasleiding (Gasunie) W-539-01-KR-025 / 026 / 027 / 028 / 029 |
18 inch, maximaal 40 bar PR 10-6-contour = 0 meter |
|
3 | CO2-leiding |
26 inch, maximaal 26 bar PR 10-6-contour = 5 meter (ondergronds) PR 10-6-contour = 15 meter (bovengronds) |
|
4 | Gasleiding (Gasunie) W-539-03-KR-001 / 002 / 003 / 004 |
12,75 inch, maximaal 40 bar PR 10-6-contour = 0 meter |
|
5 | Gasleiding (Gasunie) W-539-03-KR-006 / 007 / 008 |
8,6 inch, maximaal 40 bar PR 10-6-contour = 0 meter |
Autonome ontwikkelingen
Binnen het plangebied of in de directe omgeving daarvan vinden geen ontwikkelingen plaats die van invloed zijn op de risicosituatie binnen het plangebied.
Het bestemmingsplan biedt geen bouwmogelijkheden binnen PR 10-6-contouren. Wel leidt de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein tot een toename van de personendichtheden in het gebied en kan daarmee gevolgen hebben voor de hoogte van het groepsrisico. Daarbij is met name het vervoer over de A12 relevant. In het kader van de intergemeentelijke structuurvisie voor Bleizo en Het Kwadrant is een berekening uitgevoerd voor de referentiesituatie waarbij het gebied ten noorden en ten zuiden van de A12 is ontwikkeld tot bedrijventerrein. Hieruit blijkt dat ook in de referentiesituatie 2020 ruimschoots wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico.
Figuur 4.10 Groepsrisico A12 in referentiesituatie ter hoogte van plangebied
De ligging van de inrichtingen en leidingen (buiten het plangebied) is zodanig dat de ontwikkeling van het bedrijventerrein niet tot nauwelijks gevolgen zal hebben voor de hoogte van het groepsrisico.
Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over de effectafstand van de CO2-leiding direct ten westen van het plangebied. In de verantwoording van het groepsrisico wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van de CO2-leiding.
Over de A12 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. In vergelijking met de huidige situatie leidt de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein tot een toename van het groepsrisico. Bij een volledige invullingen met bedrijven zal geen sprake zijn van een overschrijding van de orientatiewaarde. Maatgevend scenario bij een ongeval op de weg is dat een tankwagen bij een aanrijding beschadigd raakt, waarbij gas vrijkomt en ontsteekt (een zogenaamde 'koude' BLEVE). De maximale effectafstand bedraagt bij een dergelijk scenario 355 meter.
Ter plaatse van de CO2-leiding kan sprake zijn van een ongeval waarbij CO2 vrijkomt. CO2 is een niet-explosief gas, ontploffing is niet aan de orde. De leiding is door middel van afsluiters opgedeeld in verschillende secties. Wanneer deze worden afgesloten kan maximaal één component met CO2 leeglopen. In een brief van 27 april 2012 heeft het RIVM aangegeven dat bij ontwikkelingen binnen een afstand van 450 meter van het bovengrondse deel van de leiding rekening gehouden moeten worden met de aanwezigheid van de CO2-leiding.
In het kader van de verantwoording van het groepsrisico is het ontwerpbestemmingsplan voor advies voorgelegd aan de Veiligheidsregio. Uit dit advies volgen onderstaande maatregelen die genomen kunnen worden om de risico's te beperken en de hulpverlening te ondersteunen bij het bestrijden van de gevolgen van een incident. Tevens is aangegeven in hoeverre de maatregelen worden toegepast.
Uit het oogpunt van externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor de uitvoering van het bestemmingsplan.