Plan: | Hoefweg-Noord (Prisma) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0111-VAST |
Watertoets
De watertoets (een uitvloeisel van het nationale beleidsdossier ‘Waterbeheer 21ste Eeuw’) vormt een verplicht onderdeel van alle ruimtelijke plannen, waaronder bestemmingsplannen. Het proces start in principe in de initiatieffase van een plan en loopt door tot aan de beheersfase. De waterbeheerder denkt dan al in een vroeg stadium mee over het ruimtelijke plan en bepaalt of het plan genoeg rekening houdt met water. Hierbij is het bestaande beleid van de waterbeheerder richtinggevend. Aspecten die aan bod komen zijn onder andere:
De waterbeheerder geeft een 'wateradvies' af. De planvormer dient hiermee rekening te houden; soms moet het plan worden aangepast. Een ruimtelijk plan dient een waterparagraaf te bevatten waarin is beschreven hoe de watertoets procedureel en inhoudelijk is vormgegeven.
Provinciaal beleid
Het grondwaterbeleid van de provincie voor de komende jaren staat in het Grondwaterplan Zuid-Holland 2007 - 2013. Hierin zijn ook de kaders beschreven die de provincie gebruikt bij het verlenen van vergunningen voor grondwateronttrekkingen. In de Verordening Waterbeheer zijn aanvullende regels opgenomen waar de provincie rekening mee houdt bij het verlenen, wijzigen of intrekken van een onttrekkingsvergunning. Het Grondwaterplan geeft een uitwerking van de hoofdlijnen van het grondwaterbeleid die zijn beschreven in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006 - 2010. In het Grondwaterplan heeft de provincie zes speerpunten geformuleerd voor het grondwaterbeleid in de komende periode. Deze speerpunten komen voort uit de eerder genoemde actuele ontwikkelingen en veranderingen in wet- en regelgeving. De speerpunten zijn:
Op 1 januari 2010 is het Provinciaal Waterplan 2010 - 2015 in werking getreden. Dit plan vervangt het provinciale Waterhuishoudingplan, dat was opgenomen in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006 - 2010 en in het Grondwaterplan 2007 - 2013 (zie boven). In het Provinciaal Waterplan zijn de opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationaal Waterplan vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Provinciaal Waterplan beschrijft op hoofdlijnen wat de provincie in de periode tot 2015 samen met haar waterpartners wil bereiken. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven:
In het plan zijn deze opgaven verder uitgewerkt in 19 thema’s én voor drie gebieden, in samenhang met economische, milieu- en maatschappelijke opgaven. Dit heeft geleid tot een integrale visie op de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse Delta, het Groene Hart en de Zuidvleugel van de Randstad.
In de Verordening Ruimte (na eerste herziening 2011) is regelgeving opgenomen voor de regionale en primaire waterkeringen. Voor bestemmingsplannen zijn randvoorwaarden opgenomen die een onbelemmerde werking, instandhouding en het onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen mogelijk maken, Dit geldt voor de beschermingszone en de kernzone die hoort bij de waterkeringen zoals opgenomen in de vastgestelde leggers van de waterschappen.
Beleid waterbeheerder
Waterbeheerplan 2010-2015
Het beleid van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (verder HHSK) is vastgelegd in het waterbeheerplan HHSK 2010-2015, de Keur van Schieland en de Krimpenerwaard, peilbesluiten en de leggers. Het HHSK streeft ernaar om samen met gemeenten als partners op te trekken. Er moet worden ingezet op intensief overleg met gemeentebesturen voor het kunnen realiseren van projecten. De ruimtelijke ordening en de waterhuishouding moeten in onderlinge relatie worden ontwikkeld. Op basis van ervaring en deskundigheid adviseert HHSK over de mogelijkheden voor een duurzaam watersysteem. De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat op een duurzamer wijze met het stedelijk waterbeheer dient te worden omgegaan, mede gezien de klimaatveranderingen. Aandachtspunten voor het duurzame stedelijk waterbeheer zijn het minimaliseren van wateroverlast, het realiseren van voldoende waterberging waarbij zoveel mogelijk een ecologische inrichting wordt nagestreefd, het verantwoord afkoppelen van verhard oppervlak en het voorkomen van diffuse verontreinigingen door toepassing van duurzame bouwmaterialen.
De visie is uitgewerkt in een concreet maatregelenplan:
Voor ontwikkelingen is het waterbeheerplan van HHSK 2010 – 2015 van het hoogheemraadschap van belang. Ontwikkelingen gaan vaak gepaard met een toename van het verharde oppervlak. In het waterbeheerplan van HHSK 2010 – 2015 is beschreven hoe het hoogheemraadschap omgaat met het bergen van oppervlaktewater bij een toenemende verharding van het oppervlak. In zijn algemeenheid geldt verder dat voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem bij het Hoogheemraadschap vergunning dient te worden aangevraagd op grond van de Keur. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aanleg van overstorten, van de hemelwaterafvoer op het oppervlaktewater, het dempen en graven van water en het aanbrengen van verhard oppervlak. De Keur maakt het mogelijk dat het Hoogheemraadschap haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren.
Gemeentelijk beleid
Waterplan Lansingerland
Het doel van het stedelijk waterplan Lansingerland is het maken van afspraken, waarmee een robuust, veilig en duurzaam watersysteem gerealiseerd kan worden. Dit watersysteem voldoet aan landelijke en Europese normen en is gebaseerd op een gezamenlijke visie van gemeente en hoogheemraadschappen. Onderdelen hiervan zijn:
Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013
In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 (GRP) staat beschreven hoe de gemeente omgaat met afvalwater, hemelwater en grondwater. In het GRP zijn niet alleen maatregelen opgenomen voor het voorkomen van water op straat, maar ook om emissie vanuit de riolering naar het oppervlaktewater te reduceren. Daarnaast heeft de gemeente aanvullende maatregelen opgenomen ter verbetering van de waterkwaliteit (het ‘waterkwaliteitsspoor’). De gemeente is voornemens in de planperiode een afkoppelplan op te stellen om de mogelijkheden voor afkoppelen in beeld te brengen. De gemeente stelt in de komende planperiode van het GRP een meetplan op voor de monitoring van de riolering en voert deze monitoring ook uit. De intentie van het GRP is gericht op samenwerking en afstemming binnen de (afval)waterketen tussen gemeente en de twee hoogheemraadschappen. Maatregelen uit het GRP die leiden tot verbetering van de waterkwaliteit, maken ook integraal onderdeel uit van uitvoeringsmaatregelen die zijn opgenomen in de eindrapportage van het Waterplan dat op 30 juni 2011 is vastgesteld.
Algemeen
Het plangebied ligt ten noorden van de kern Bleiswijk. Het plangebied bestaat uit agrarische gronden, braakliggend bedrijventerrein en reeds gerealiseerd bedrijventerrein. De waterstructuur op het bedrijventerrein is reeds volledig gerealiseerd.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei. Er is sprake van verschillende grondwatertrappen. In Hoefweg-Noord is overwegend sprake van de grondwatertrappen V en VI. Bij grondwatertrap V ligt de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,40 m onder maaiveld. De gemiddeld laagste grondwatertrap ligt meer dan 1,20 m onder maaiveld. Bij grondwatertrap VI ligt de gemiddeld hoogste grondwaterstand tussen de 0,40 en 0,80 m onder maaiveld. De gemiddeld laagste grondwatertrap ligt meer dan 1,20 m onder maaiveld.
De maaiveldhoogte bedraagt circa NAP -5,0 m.
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen in de Binnenwegse Polder en de Polder Bleiswijk. Binnen het plangebied is oppervlaktewater aanwezig. De hoofdwatergangen, zoals de Hoge Vaart, hebben een beschermingszone van minimaal 5 m gerekend vanaf de bovenkant van het talud. Voor de overige watergangen geldt een beschermingszone van ten minste 1 m gerekend vanaf de bovenkant van het talud.
Watersysteemkwaliteit
De Hoge Vaart is een KRW-waterlichaam (Kader Richtlijn Water).
Veiligheid en waterkeringen
Langs de Hoge Vaart ligt een regionale waterkering.
In het noorden van het plangebied vormt de polderkade Spiegeldijk een polderscheiding tussen de polder Bleiswijk en de Binnenwegse Polder. De polderkade scheidt deze polders met verschillende polderpeilen. Ze beschermt de laaggelegen polders tegen water uit de hooggelegen polders en fungeert als compartimenteringskade bij een doorbraak van een boezem- of primaire waterkering. Daarnaast beschikken de polderkaden over cultuur- en landschappelijke waarden die het Hoogheemraadschap zo veel mogelijk in stand wil houden.
Afvalwaterketen en riolering
Nabij de Lumenlaan is een eindgemaal (380 m3/h) aanwezig. Dit gemaal is van belang voor de afvoer van afvalwater en de first-flush van hemelwater via Zoetermeer naar de RWZI Harnaschpolder. Het betreft afvoer vanuit het bestemmingsplangebied en van het buurtschap Kruisweg. De hoofdpersleiding is op de plankaart opgenomen. Het gemaal past binnen de bestemming Bedrijventerrein.
Het rioleringsplan 'riolering en waterhuishouding Prisma bedrijventerrein te Bleiswijk' (d.d. 19 februari 2008) is voor het noordelijk deel van het plangebied van toepassing. Op basis van dit plan is een verbeterd gescheiden rioolstelsel gepland. Dit stelsel bestaat uit een stelsel voor vuil water (droogweerafvoer) en een vuil regenwaterriool (VRWA). Ook is in een apart schoon regenwater riolering (SWRA) voor de afvoer van uitsluitend dakoppervlak voorzien in het rioolplan. Het rioolplan voorziet in aanleg van een openbaar rioolsysteem met voorgenomen afvoerende oppervlakken, DWA-stromen, berging en uitstroomvolumes op watergangen van overstorten van het VRWA.
Het bestemmingsplan maakt ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen geen ontwikkelingen mogelijk. De waterstructuur binnen het plangebied is reeds volledig gerealiseerd.
Waterkwantiteit
In het kader van het vigerende bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoefweg-Noord is voor het gehele bedrijventerrein een wateropgave berekend. Het oppervlak waterberging is met 7% vergroot. De waterberging is gerealiseerd tussen de HSL en de A12 en ten noorden van de Achterlaan. De onderhavige toename van verharding was reeds voorzien in het bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoefweg-Noord. De watercompensatie heeft dan ook reeds plaatsgevonden.
Er wordt naar gestreefd om het regenwater van de daken van grote bedrijfsgebouwen rechtstreeks op oppervlaktewater af te voeren. Hierbij worden geen uitloogbare materialen gebruikt. Verder wordt een verbeterd gescheiden rioolstelsel toegepast.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend Hoogheemraadschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het Hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Hoogheemraadschap gebouwd, ingeplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Watertoets
Het hoogheemraadschap is per email verzocht om vooroverleg en heeft niet op tijd kunnen reageren. Tijdens de zienswijzetermijn is hiervoor nog een mogelijkheid.
Met inachtneming van de hiervoor beschreven randvoorwaarden en uitgangspunten heeft het bestemmingsplan geen ongewenste gevolgen op het gebied van waterkwantiteit en waterkwaliteit.