direct naar inhoud van Artikel 12 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Noordpolder 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0100-VAST

Artikel 12 Leiding - Hoogspanningsverbinding

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Algemeen

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een bovengrondse hoogspanningsverbinding ter plaatse van de 'hartlijn - hoogspanningsverbinding';
  • b. de aanleg, het beheer en het onderhoud van een bovengrondse hoogspanningsverbinding van maximaal 380 kV.
12.2 Bouwregels

Op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden:

  • a. mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van hoogspanningsverbinding worden gebouwd, die voldoen aan de volgende criteria:
    • 1. de bouwhoogte van een hoogspanningsmast mag ten hoogste 60 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag ten hoogste 2 m bedragen;
  • b. mag ten behoeve van de onderliggende bestemming(en) - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en bouwhoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).

12.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  • a. de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s);
  • c. voldaan wordt aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 22 'Algemene gebruiksregels' lid 1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor opslag.

12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.5.1 Verbod

Het is verboden op of boven de in lid 12.1.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van beplanting en of bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, ontginnen en ophogen;
  • e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • f. het permanent opslaan van goederen
12.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 12.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. verband houden met de aanleg van de betreffende bovengrondse hoogspanningsverbinding;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. het normale onderhoud ten aanzien van de verbinding en belemmeringenstrook betreffen, of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en).
12.5.3 Toelaatbaarheid

De in 12.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct of indirect te verwachten gevolgen geen strijdigheid ontstaat met de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.