direct naar inhoud van Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Molenweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0098-VAST

Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorie

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

18.2 Bouwregels

Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd, indien:

  • a. het bouwplan betrekking heeft op een ondergeschikte verandering of onderhoud van bestaande bouwwerken;
  • b. de bestaande goot- en bouwhoogte en dakhelling niet worden gewijzigd.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Afwijken
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform de bouwregels op grond van de betreffende bestemming, mits de cultuurhistorische waarde en de landschappelijke waarden niet onevenredig worden geschaad.
  • b. Alvorens een omgevingsvergunning te kunnen verlenen, winnen burgemeester en wethouders hieromtrent een schriftelijk advies van een monumentencommissie en/of welstandscommissie in.
18.3.2 Algemene randvoorwaarde voor afwijken van de bouwregels

Aan een omgevingsvergunning voor het afwijken kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de in lid 18.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde uit te voeren te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen;
  • b. het graven, vergraven, vergroten alsmede het dempen van watergangen en waterpartijen;
  • c. het ophogen van gronden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het verhogen of het verlagen van de grondwaterstand;
  • f. het aanleggen van paardenbakken.
18.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 18.4.1 is niet van toepassing

  • a. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • b. op andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van niet ingrijpende betekenis zijn.
18.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 18.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de cultuurhistorische/landschappelijke waarde van de gronden niet onevenredig wordt geschaad door de voorgenomen werken en werkzaamheden.

Aan een omgevingsvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

18.4.4 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.4.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij een cultuurhistorisch- en een landschapsdeskundige.