Plan: | Molenweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0098-VAST |
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aanwezige archeologische (verwachtings)waarde.
Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd die dieper reiken dan 0,30 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken dat groter is dan 100 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform de bouwregels op grond van de betreffende bestemming, mits de archeologische waarde niet wordt geschaad.
De genoemde afwijkingen met een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
Anders dan het bepaalde onder a kan de afwijking bij een omgevingsvergunning worden verleend indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 17.4 is verleend en voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde onder b.
Het is verboden op of in de in lid 17.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde uit te voeren te doen uitvoeren of te laten uitvoeren die dieper reiken dan 0,30 m beneden het maaiveld:
Het bepaalde in lid 17.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 17.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien gebleken is dat met de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de archeologische (verwachtings)waarden.
Voor zover de lid 17.4.1 genoemde omgevingsvergunning genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal kan in afwijking van het bepaalde in 17.4.3 de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de omgevingsvergunning de volgende nadere voorwaarden worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 17.1 bedoelde dubbelbestemming te wijzigen door de bestemmingsvlakken aan te passen, toe te voegen of te verwijderen, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat er (geen) sprake (meer) is van te beschermen archeologische waarde(n).
Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 17.5.1 winnen burgemeester en wethouders advies in bij een archeologisch deskundige.