direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Bedrijvenpark Oudeland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0087-VAST

Artikel 2 Wijze van meten

Bij het toepassen van deze regels gelden de volgende wijzen van meten:

2.1 de grondoppervlakte

van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks bij een verticale projectie van de gevels of het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur op het onderliggende maaiveld;

2.2 de inhoud

van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks en boven peil;

2.3 de bouwhoogte

van een gebouw of ander bouwwerk wordt, tenzij in deze regels anders is bepaald, gemeten vanaf het hoogste punt tot het peil; ondergeschikte bouwonderdelen, zoals luchtkokers, schoorstenen, liftopbouwen en antennes, tot een bouwhoogte van 3 m gemeten uit de voet, uitgezonderd;

2.4 de goot- of boeiboordbouwhoogte

van een gebouw wordt, tenzij in deze regels anders is bepaald, gemeten vanaf de horizontale snijlijn van gevelvlak en dakvlak tot het peil;

2.5 de breedte

van een gebouw wordt gemeten van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;

2.6 de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens

wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 m boven peil en haaks op de perceelsgrens;

2.7 de bebouwde oppervlakte

van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld;

2.8 de verkoopvloeroppervlakte

wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen rechtstreeks ten dienste staan van de uitstalling en verkoop van goederen ten dienste van detailhandelsfuncties met inbegrip van de daarbij behorende (openbare) ruimten (kantoren, magazijnen en overige dienstruimten niet meegerekend);

2.9 de bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte

wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, wordt opgeteld;

2.10 dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.