direct naar inhoud van Artikel 6: Algemene gebruiksregels
Plan: Spierdijk - Noord Spierdijkerweg 201
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1598.BPLG2000herz0006-oh01

Artikel 6: Algemene gebruiksregels

6.1. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot- en afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • b. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar-, of vliegtuigen;
  • c. het storten van puin en afvalstoffen;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor paardenbakken (inclusief uitrijbak), hoefslagen en trainingsgelegenheden ten behoeve van paardrij-activiteiten.

6.2. Afwijken van de gebruiksregels

Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.1 onder f voor het realiseren van een paardenbak voor hobbymatig gebruik (inclusief uitrijbak) met een oppervlakte van ten hoogste 1000 m² , waarbij de volgende voorwaarden gelden:
    • 1. de situering vindt achter (het verlengde van) de achtergevel plaats en sluit direct aan op het perceelsgedeelte achter de woning;
    • 2. de belangen van bewoners en rechthebbenden op aangrenzende percelen mogen niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 3. het gebruik van verlichting is toegestaan, onder voorwaarde dat:
      • dit objectgericht is;
      • de verlichting niet buiten de perceelsgrens schijnt;
      • de verlichting tussen 21.00 uur en zonsopgang niet brand;
  • b. het bepaalde in de bestemmingen in die zin dat functies worden gecombineerd met de functie van het bieden van mantelzorg in de vorm van inwoning of in de vorm van een afhankelijke woonruimte, mits:
    • 1. de oppervlakte die wordt gebruikt voor mantelzorg ten hoogste 60 m² bedraagt;
    • 2. de mantelzorg alleen plaatsvindt vanuit een onzelfstandige woonruimte;
    • 3. de inwoning alleen plaatsvindt in een aanbouw, aangebouwd of vrijstaand bijgebouw bij een woning;
    • 4. parkeren geschiedt op eigen terrein;
    • 5. een indicatie door of vanwege de gemeente Koggenland is afgegeven;
    • 6. de aangrenzende gronden geen onevenredige hinder van het gebruik ondervinden;
    • 7. binnen 3 maanden na beëindiging van de mantelzorg de afhankelijke woonruimte ongedaan wordt gemaakt voor bewoning.