Plan: | Kern Zieuwent 2015 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPZIE800-VG01 |
het bestemmingsplan 'Kern Zieuwent 2015' van de gemeente Oost Gelre;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1586.BPZIE800-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een grondgebonden woning die onderdeel uitmaakt van een blok van minimaal drie woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar gebouwd zijn;
uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar tegenaan gebouwd gebouw;
het uitsluitend door de bewoner(s) van een woning verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, die in een woning en/of bijbehorende bouwwerken worden of wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Detailhandel, uitgezonderd verkoop via internet en voor zover behorend bij het aan huis verbonden bedrijf, wordt niet onder het aan huis verbonden bedrijf verstaan;
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat uitsluitend door de bewoner(s) in een woning en/of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Detailhandel, uitgezonderd verkoop via internet en voor zover behorend bij het aan huis verbonden beroep, wordt niet onder het aan huis verbonden beroep verstaan;
de van de openbare weg afgekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een deel van een woning, of een woonunit, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
terrein dat op basis van de Erfgoedwet is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling die door Onze Minister hiertoe is erkend, beschikkend over een certificaat voor het opsporen, onderzoeken of verwerven van cultureel erfgoed of onderdelen daarvan, zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Erfgoedwet;
een gebied met een daaraan toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
de som van de oppervlakten van alle op een perceel of terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde, 1 m boven peil en buitenwerks gemeten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, produceren, bewerken/herstellen, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt en deel uitmaakt van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slecht bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de 'bestaande situatie' welke op een legale wijze tot stand is gekomen en is vastgelegd op basis van de veldinventarisatiegegevens, alsmede de gemeentelijke bouw- en milieudossiers, de luchtfoto's, de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), zoals deze bij de gemeente bekend waren ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Kern Zieuwent 2015';
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
de som van de horizontale vloeroppervlakte van de bouwlagen, met inbegrip van de daarbij behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks gemeten;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van op publiek gerichte diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is gericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
uitgangspunt bij het hanteren van de gemeentelijke woningbouwprogramma is de lokale woonvisie voor de gemeente Oost Gelre waarbij rekening dient te worden gehouden met de regionale woonagenda. Daarbij wordt altijd het meest actuele beleid ten aanzien van woningen gehanteerd.
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat al dan niet met de daarbij behorende bergingen;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of instelling zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 3 'Staat van Horeca activiteiten', waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of mee te nemen waren worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet-zijnde een coffeeshop;
het gebruik van een hoofdgebouw door meer dan twee onzelfstandige huishoudens;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
een dakconstructie van een gebouw gevormd door ten minste twee dakschilden met een geheel of gedeeltelijk hellend dakvlak van elk tenminste 15° en ten hoogste 75°;
educatieve, sociale, medische, culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
de som van de oppervlakten van de tot een gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies van de afzonderlijke ruimten, een en ander conform NEN 2580:2007;
bebouwing die volgens de Wet Geluidhinder en de daarop gebaseerde regelgeving niet aangemerkt wordt als geluidsgevoelige gebouwen en ruimten;
voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties ten behoeve van gas, water, elektriciteit en warmte, signaalverdeling en telecommunicatieverkeer alsmede de afvoer en verwerking van afvalstoffen;
detailhandel die qua oppervlakte en qua functie ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit van een niet-detailhandelsbedrijf of -voorziening;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca, waarbij de ondersteunende horeca-activiteiten passen bij de hoofdfunctie qua uitstraling, dienen ter ondersteuning van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden uitgeoefend en/of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie;
een op de grond staand, afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw;
uitgangspunt bij het hanteren van parkeernormen is dat het aantal parkeerplaatsen overeenstemt met de (verwachte) parkeerbehoefte. Het aantal noodzakelijke parkeerplaatsen wordt vastgesteld aan de hand van de parkeernormering gehanteerd conform de publicatie voor parkeernormeringen van het kenniscentrum CROW. Daarbij worden altijd de meest recente parkeerkencijfers van het CROW gehanteerd.
gemiddelde hoogte van aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een sportacommodatie voor de uitoefing van diverse indoorsporten met daaraan gerelateerde voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening als ook ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen.
bij de openbare weg behorende bouwwerken;
voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden;
een grondgebonden woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar gebouwd zijn;
aan het gebouw vastzittend bouwwerk dat rechtstreeks vanuit het gebouw toegankelijk is;
de som van de vloeroppervlakte van ruimten die rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn (kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen), binnenwerks gemeten;
de som van de oppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten en vlieringen welke gebruikt worden als berging, alsmede inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het bestemmingsplan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten;
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een gebied met een daaraan toegekende middelmatige of hoge archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
waar in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
een horeca-activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en deze ondersteunt waarbij de openingstijden van de ondersteunende horeca gelijk zijn aan de openingstijden van de hoofdfunctie. Het zelfstandig uitoefenen van de horeca-activiteit alsmede verhuur aan derden en zelfstandige feesten en partijen worden niet onder winkelondersteunende horeca verstaan;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, waaronder schijnkappen met een maximum van 2 meter;
van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingslijn;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het telen van gewassen;
b. het hobbymatig houden van dieren (paardenwei e.d.);
c. behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige landschapselementen, zoals bosjes, houtwallen en poelen;
d. extensieve dagrecreatie;
met de daarbij behorende:
e. erfbeplanting;
f. nutsvoorzieningen;
g. erven en terreinen;
h. wegen en paden;
i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
j. in/- en uitritten ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen.
In het agrarisch gebied mogen uitsluitend worden gebouwd:
Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan.
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | |
Teeltondersteunende voorzieningen | 3 | |||
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | |||
Informatiepanelen en schuilgelegenheden voor fietsers en wandelaars | 2,5 | 30 | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten bouwvlak | 2 |
3.3.1 Omgevingsvergunning schuilgelegenheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1, teneinde de bouw van een schuilgelegenheid voor vee toe te staan, mits voldaan wordt aan het volgende:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder het doel 'behoud van landschappelijke en natuurwaarden':
In het agrarisch gebied met landschappelijke waarden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan.
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | |
Teeltondersteunende voorzieningen | 3 | |||
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | |||
Informatiepanelen en schuilgelegenheden voor fietsers en wandelaars | 2,5 | 30 | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten bouwvlak | 2 |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1, teneinde de bouw van een schuilgelegenheid voor vee toe te staan, mits voldaan wordt aan het volgende:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in- en uitritten, groenvoorzieningen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder 5.2.3 sub a voor het aanbrengen van een luifel aan het gebouw onder voorwaarden dat:
De in sub 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a en bedrijfsactiviteiten van categorie 3.1 of 3.2 toestaan alsmede bedrijfsactiviteiten toestaan welke naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten van categorie 1 en 2, een en ander zoals genoemd in de in bijlage 2 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige bedrijven.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid. 5.1 sub c en andere bedrijven alsmede andere bedrijfsactiviteiten toestaan indien door middel van onderzoek wordt aangetoond dat de milieubelasting gelijk of minder is dan het bestaande bedrijf.
De in sub 5.6.1 en 5.6.2. genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. De regels van artikel 17 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.
De in sub
5.7.1 genoemde wijziging kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
en de woningen passen in het gemeentelijke woningbouwprogramma.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief de daarbij behorende:
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en tuinen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming 'Detailhandel' te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. De regels van artikel 17 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.
De in art. 7.5.1 genoemde wijziging kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en tuinen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming 'Dienstverlening' te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. De regels van art. 17 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing;
De in art. 8.5.1 genoemde wijziging kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Adres | locatie | toegestane oppervlakte in m2 | aanvullend gebruik | |
Dorpsstraat 63 | begane grond | 130 | terras |
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en tuinen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming 'Gemengd' te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. De regels van artikel 17 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.
De in art. 9.5.1 genoemde wijziging kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde met bijbehorende voorzieningen zoals, verhardingen, terrassen, parkeer- en groenvoorzieningen, erven en tuinen.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a. hoofdgebouwen;
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming 'Horeca' te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. De regels van artikel 17 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.
De in sub 11.4.1 genoemde wijziging kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in- en uitritten, groenvoorzieningen, tuinen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a. gebouwen;
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.1 sub b tot en met e voor het toestaan van andere naar aard en invloed daarmee gelijk te stellen maatschappelijke voorzieningen en/of instellingen.
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, onder de voorwaarden dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwwerken | maximale goothoogte in m | maximale bouwhoogte in m | maximale oppervlakte in m² | maximale inhoud in m³ |
|||
informatiepanelen | 2,5 | ||||||
palen en masten | 8 | ||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 | 20 |
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende voorzieningen, zoals erven, voetpaden, verhardingen, terreinen, beplanting, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 14.1, wordt in ieder geval begrepen
a. een gebruik van de gronden voor opslag van materialen en goederen met uitzondering van de materialen ten behoeve van de sportieve recreatie in de open lucht;
b. gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van ondersteunende horeca.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daar bijhorende in- en uitritten en paden, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Het uitbreiden van een woning, gelegen op aangrenzende gronden met de bestemming 'Wonen', aan de voorzijde met een uitbouw door middel van overschrijding van de voorgevel is toegestaan onder voorwaarden dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in dit artikel bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2.3, sub a voor de bouw van een overkapping, zijnde een bouwwerk, geen gebouw zijnde, onder de volgende voorwaarden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 kan slechts worden verleend, mits:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en verhardingen.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Op of in deze gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan, met uitzondering van het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen waarvoor de volgende regels gelden:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in dit artikel bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en tuinen, opritten, voetpaden en parkeerplaatsen.
In de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en 100% van de vloeroppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt met een gezamenlijk maximum van 50 m². De activiteit mag niet leiden tot belemmeringen voor de omliggende functies en geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Adres | Oppervlakte |
Kennedystraat 3 | 220 m2 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in dit artikel bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.2, sub e, waarbij de minimale voorgevelbreedte bij vrijstaande, twee-aaneen en aaneengebouwde woningen verkleind wordt tot 4,5 m.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.4, sub c, en de grenzen van het bouwvlak, waarbij de bouw van twee-aaneengebouwde woningen kan worden toegestaan in plaats van de aangeduide aaneengebouwde woningen, wanneer dit kwalitatief en kwantitatief past in het gemeentelijk woningbouwprogramma en mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.4, sub a, ten behoeve van een overschrijding van de zijdelingse grens van het bouwvlak mits dit nodig is om een voetgangersverbinding te verplaatsen en geen onevenredige aantasting ontstaat van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.4, sub b, voor de bouwhoogte van antennes en vlaggenmasten tot maximaal 15 m,
mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
Voor de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Wetgevingzone - afwijkingsgebied' kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 sub a. tot en met c. voor het toestaan van een gewijzigd gebruik van het (de) bestaande woonhuis (zen) in een gemengd gebruik zoals aangegeven in artikel 9 'Gemengd'. De regels van artikel 9 zijn dan overeenkomstig van toepassing. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van het toestaan van:
a. aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in de in bijlage 1 opgenomen 'Lijst aan huis gebonden bedrijven' of,
b. aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2 van de in bijlage 1 opgenomen 'Lijst aan huis gebonden bedrijven', mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van het toestaan van mantelzorg in een woning inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken dan wel voor het bouwen van een mantelzorgunit, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van hoofdrioolleidingen.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van het leidingbeheerder, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 19.2.1, sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
waarbij geldt dat de vergunningplicht voor sub b tot en met j geldt voor werkzaamheden dieper dan 30 cm onder het maaiveld en voor een oppervlakte van meer dan 100 m2.
Het onder 19.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de onder 19.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologische Verwachtingswaarde 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 20.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
waarbij geldt dat de vergunningplicht voor sub b tot en met h geldt voor werkzaamheden dieper dan 30 cm onder het maaiveld en voor een oppervlakte van meer dan 2500 m2.
Het onder 20.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de onder 20.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouwgrenzen is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.1 voor het overschrijden van bouwgrenzen met, voor zover niet nader aangegeven, ten hoogste 2,00 m, indien het betreft:
Onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval beschouwd een gebruik als:
Het bepaalde in artikel 23.1 is niet van toepassing op (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in artikel 23.1 ontheffing verlenen indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.
Het is verboden te bouwen dan wel het feitelijk gebruik van gronden en/of bestaande bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde eisen ten aanzien van parkeren, stallen, laden en lossen.
Indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden.
Indien het wijzigen van het feitelijk gebruik van gronden en/of bestaande bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 24.1. Burgemeester en wethouders nemen hierbij onder andere in overweging of:
Ruimte(n) voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen, bromfietsen en fietsen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gemaal' zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van een rioolgemaal.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen zijn op de in artikel 25.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.1.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van verwijderen van de op de verbeelding opgenomen aanduiding 'overige zone - gemaal', mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een rioolgemaal definitief is beëindigd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation' zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van een gasdrukmeet- en regelstation.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen zijn op de in artikel 25.2.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van verwijderen van de op de verbeelding opgenomen aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation', mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een gasdrukmeet- en regelstation definitief is beëindigd.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Een omgevingsvergunning voor een afwijking als bedoeld in artikel 26.1 kan slechts worden verleend indien zich daartegen geen dringende redenen verzetten en indien het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten behoeve van:
Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan het opleggen van nadere eisen of een omgevingsvergunning voor een afwijking of wijzigingsregel wordt de procedure als bedoeld in artikel 27.1 of 27.2 gevolgd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het bestemmingsplan. De procedureregels, zoals bepaald in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn van toepassing op de afwijkingsregels.
Bij de voorbereiding van een besluit tot wijziging, opgenomen in de regels van dit bestemmingsplan is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 28.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 28.1 met maximaal 10%.
Lid 29.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 29.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 29.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 29.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Kern Zieuwent 2015' van de gemeente Oost Gelre.