Plan: | Woonwijken Lichtenvoorde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPLIC200-VG05 |
Gemeente Oost Gelre heeft in regionaal verband geluidsbeleid ontwikkeld, om de stilte als kwaliteit van de Achterhoek te versterken en richting te geven aan het geluidsaspect in bestemmingsplannen, vergunningen en dergelijke.
Het gemeentelijke geluidsbeleid is gebiedsgericht beleid. Het gemeentelijke gebied is verdeeld in tien akoestisch relevante gebiedstypen zoals natuur, agrarisch gebied, woonwijken, centra en industrieterrein. Voor elk gebied is vastgesteld welke akoestische streef-, grens- en plafondwaarden gelden. Bij nieuwe activiteiten dient een geluidsbelasting tussen streef- en grenswaarden te ontstaan, waarbij streefwaarden de norm zijn. Alleen akoestisch uitzonderlijke situaties geven mogelijkheden geluidsbelastingen tussen grens- en plafondwaarden aan te houden. Kortom, hoe verder de geluidsbelasting boven de streefwaarden komt, des te belangrijker wordt een goede motivatie van deze afwijking. Doel is immers om een gekozen akoestisch leefklimaat te realiseren, indien nodig ten kostte van nieuwe (te luidruchtige) activiteiten. Waar meer geluidsruimte is gegeven, zijn dus ook meer activiteiten mogelijk.
Windmolenpark
Ten zuiden van het plangebied ligt het Windpark 'Hagenwind'. Bij de ontwikkeling van het windpark is op grond van het 'Besluit Milieueffectrapportage 1994' een milieueffectrapportage (m.e.r.) doorlopen. De m.e.r.-procedure is een hulpmiddel om inzicht te krijgen in de verwachte milieueffecten op de omgeving. Het effect van het nieuwe park op Lichtenvoorde is hierbij ook bestudeerd. De aspecten licht / schaduw en geluid zijn van belang.
Slagschaduw ontstaat door de combinatie van zonlicht en de draaiende rotorbladen van een windturbine. Het plangebied ligt op grote afstand (ruim 1,8 km) zodat er geen sprake is van slagschaduw. In de m.e.r. is ook het aspect geluid beoordeeld. Het geluid dat een windturbine produceert, wordt over het algemeen veroorzaakt door het suizen van de rotorbladen in de wind.
Dit geluid is overheersend ten opzichte van het mechanisch geluid van een windmolen. De richtwaarde voor geluid overdag is 50 dB (A), voor de avond 45 dB (A) en voor 's nachts 40 dB (A). De contouren komen niet in de omgeving van het plangebied, zie onderstaande afbeelding. Een acceptabel woon- en leefklimaat zijn gewaarborgd.
Uitsnede geluidscontour windpark met ligging 45 dB (A) contour en ligging 40 dB (A) contour
Verkeerslawaai
In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) bevinden zich langs wegen geluidszones. In buitenstedelijk gebied geldt voor wegen, bestaande uit vijf of meer rijstroken een zone van 600 m, voor drie of vier rijstroken een zone van 400 m en voor wegen bestaande uit één of twee rijstroken een zone van 250 m, gemeten vanuit de as van de weg. Voor wegen binnen de bebouwde kom geldt een zone van 200 m. Binnen de zone moet in het geval van een nieuwe situatie met een geluidsgevoelige bestemming onderzoek worden verricht naar de optredende geluidsbelasting. Een aantal wegen heeft geen zone, te weten:
Binnen het plangebied betreft het merendeel van de wegen, wegen met een maximum snelheid van 30 km per uur. Voor deze wegen geldt geen wettelijke zone.
De ontsluitingswegen van Lichtenvoorde kennen een snelheidslimiet van maximaal 50 km per uur. Voor deze wegen geldt een wettelijke zone van 200 m. De N18 (Twenteroute) en de N313 (Hamelandroute) vallen buiten de bebouwde kom en buiten het plangebied. Met de wettelijke zone (250 m) van deze wegen dient wel rekening gehouden te worden omdat de zone binnen het plangebied valt.
Nieuwe situaties binnen de zones van deze wegen moeten in beginsel voldoen aan de voorkeursgrenswaarde 48 dB. Daarboven kan in een beperkt aantal gevallen onder voorwaarden een ontheffing worden verleend.
Voor nieuwe ontwikkelingen waarvoor het bestemmingsplan gewijzigd wordt, moet rekening gehouden worden met de Wet geluidhinder (Wgh) en aanvullend daarop de beleidsregel Hogere geluidgrenswaarden. Nieuwbouw binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan moeten voldoen aan het Bouwbesluit, zodat ook via deze weg rekening wordt gehouden met geluid.
Industrielawaai
In de Wgh is bepaald dat rond industrieterreinen waarop bepaalde, krachtens Het Besluit omgevingsrecht (BOR) aangewezen, inrichtingen zijn gevestigd of zich mogen vestigen (grote lawaaimakers), een geluidszone moet zijn vastgesteld. Met deze zonering wordt beoogd rechtszekerheid te bieden aan zowel lawaaimakers als aan woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Lawaaimakers kunnen aan de ene kant hun geluidsproducerende activiteiten niet onbeperkt uitbreiden ter bescherming van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen en buiten de zone. Aan de andere kant wordt, ter bescherming van hun akoestische ruimte, voorkomen dat woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen, te veel oprukken naar de lawaaimakers. Buiten deze geluidszone mag de geluidsbelasting door industrielawaai niet meer bedragen dan 50 dB(A) (de voorkeursgrenswaarde industrielawaai).
Voor het onderhavig plangebied Woonwijken Lichtenvoorde zijn drie bedrijventerreinen (De Kamp, De Kamp Zuid en Lindebrook) van belang. Bedrijventerrein de Kamp is als enige van de drie bedrijventerreinen gezoneerd, waarbij de zonering tot in het voorliggende bestemmingsplangebied reikt. Hiervoor is een zonebeheerplan opgesteld.
Onderstaande afbeelding geeft de geluidzones van het bedrijventerrein de Kamp weer.
Bedrijventerrein De Kamp, Lichtenvoorde (in oranje het bedrijventerrein, in geel de zone industrielawaai)
Moet een bestaande geluidzone worden vastgelegd in het bestemmingsplan
In de Wet geluidhinder is vastgelegd dat het vastleggen, opheffen of wijzigen van een geluidzone moet plaatsvinden via het vaststellen van een bestemmingsplan. Niet is vastgelegd dat bestaande geluidzones opnieuw overgenomen moeten worden. Het opnemen van de geluidzone heeft dan ook vooral een signaleringsfunctie en is niet nodig vanuit het oogpunt van rechtszekerheid.
Binnen de geluidzone mogen geen nieuwe geluidgevoelige functies toegestaan worden tenzij hogere waarden is verleend.
Het onderhavig plan maakt geen nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk. Daarom is het niet nodig om de geluidzone in het bestemmingsplan woonwijken Lichtenvoorde op te nemen.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan