direct naar inhoud van 3.3 Water
Plan: Woonwijken Lichtenvoorde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPLIC200-VG05

3.3 Water

Ontwikkelingen en beleid


Waterbeleid
Met het Waterbeleid 21e eeuw spelen de waterbeheerders in op de huidige situatie en toekomstige ontwikkelingen, die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder meer de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd. Dit zijn de tritsen:

  • vasthouden, bergen en afvoeren;
  • schoonhouden, scheiden en zuiveren.

De trits 'vasthouden, bergen en afvoeren' houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk in het plangebied wordt vastgehouden in de bodem (infiltratie) en in het oppervlaktewater wordt geborgen. Vervolgens wordt, zo nodig, het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd.
Bij 'schoonhouden, scheiden en zuiveren' gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste, wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.
In de stroomgebiedsvisie (Provincie Gelderland in nauwe samenwerking met de waterschappen en de Directie Oost-Nederland van Rijkswaterstaat) staan zowel bestaand beleid als suggesties voor nieuw waterbeleid, waarbij de nadruk ligt op de ruimtelijke aspecten van dit waterbeleid.

De stroomgebiedsvisie geeft inzicht in de aard en omvang van de wateropgaven die relevant zijn. Het accent in de wateropgaven voor de Achterhoek en Liemers ligt op het voorkomen van wateroverlast en herstel c.q. bescherming ecologisch waardevolle wateren en natte landnatuur. Ter voorkoming van huidige en toekomstige wateroverlast is in en langs bestaande waterlopen naar oplossingen gezocht (verbreden, verondiepen, hermeanderen). Het beleid gaat uit van:

  • een goede kwaliteit van het water (grond- en oppervlaktewater);
  • water meer ruimte geven;
  • versterken van de ecologische waarden;
  • creëren van een vitaal watersysteem.

Specifiek voor het stedelijk gebied is het volgende van belang:

  • De waterketen moet worden geoptimaliseerd (meer afkoppelen en infiltreren). In het GRP wordt hiertoe een aanzet gegeven;
  • Kwaliteit oppervlaktewater en waterbodem: Saneren overstorten en afkoppeling en ontlasting van het riool;
  • Wateroverlast in stedelijk gebied: reguleren van de piekafvoeren door middel van het vasthouden van het water bovenstrooms, actief stuwbeheer, extra retentie en herverdeling van het water.

Voor het waterbeheer hanteert het Waterschap Rijn en IJssel de uitgangspunten die zijn vastgelegd in onder meer Keur en het Waterbeheerplan 2010-2015. Het waterbeheerplan beschrijft in hoofdlijnen de belangrijkste doelen en maatregelen die het waterschap de komende jaren wil bereiken en uitvoeren. In het plan staat hoe zorggedragen wordt voor een duurzaam, schoon en veilig watersysteem:

  • waarborgen van de veiligheid (maatregelen op het gebied van veilige waterkeringen en calamiteitenzorg);
  • watersysteembeheer (maatregelen op het gebied van waterkwaliteitsbeheer in het kader van KRW, waterkwantiteitsbeheer, grondwaterbeheer, inrichting/ beheer/ onderhoud, stedelijk waterbeheer, emissiebeheer, nevenfuncties watersysteem en vaarwegbeheer Oude IJssel);
  • afvalwaterketenbeheer (maatregelen op het gebied van inzamelen/transport en afvalwaterbehandeling).

Voor de realisatie van gewenste grondwaterstanden en oppervlaktewaterpeilen gebruikt het waterschap de GGOR-aanpak (gewenst grond- en oppervlaktewaterregime). In overeenstemming met de bestemming, de functie en het gebruik van gebieden wordt het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime vastgesteld.

Plangebied


Watertoetstabel
Het waterschap Rijn en IJssel heeft een watertoetstabel als hulpmiddel voor het opstellen van de waterparagraaf. De vragen zijn bedoeld om een beoordeling te kunnen geven van de feitelijke, fysiek-technische situatie maar ook om te kunnen beoordelen of de situatie zich verhoudt tot het waterbeleid van Rijk, provincie en waterschap. De vragen zijn zodanig opgesteld dat als een vraag met ja wordt beantwoord het waterthema relevant is. De relevante thema's worden na de watertoetstabel behandeld. Het bestemmingsplan bedrijventerreinen legt voornamelijk de bestaande legale situatie vast, hierdoor zijn een aantal thema's minder relevant.

Tabel: Watertoetstabel met waterhuishoudkundige thema's

Thema   Toetsvraag   Rele-
vant  
Hoofdthema's      
Veiligheid   1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale waterkering?   Nee  
  2. Ligt in of nabij het plangebied een kade?   Nee  
Riolering en afvalwaterketen   1. Is er toename van het afvalwater (DWA)?   Nee  
  2. Ligt in het plangebied een persleiding van Waterschap Rijn en IJssel?   Ja  
  3. Ligt in of nabij het plangebied een rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap?   Ja  
Wateroverlast   1. Is sprake van toename van verhard oppervlak?   Nee  
(oppervlaktewater)   2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak?   Nee  
  3. Bevinden zich in of nabij het plangebied natte en laaggelegen gebieden, beekdalen en overstromingsvlaktes?   Nee  
Grondwateroverlast   1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond?   Nee  
  2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel?   Nee  
  3. Is in het plangebied sprake van kwel?   Ja  
  4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren?   Nee  
Oppervlaktewaterkwaliteit   1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd?   Ja  
  2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water?   Nee  
  3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een strategisch actiegebied?   Nee  
Grondwaterkwaliteit   1. Ligt in het plangebied een beschermingszone van een drinkwateronttrekking?   Nee  
Volksgezondheid   1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde of verbeterde gescheiden stelsel?   Ja  
  2. Bevinden zich of komen er functies in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)?   Ja  
Verdroging   1. Bevindt het plangebied zich in een hydrologisch beïnvloedingsgebied voor natte land natuur?   Nee  
Natte natuur   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte ecologische verbindingzone?   Ja  
  2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte landnatuur?   Nee  
Inrichting en beheer   1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn van het waterschap?   Ja  
  2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?   Nee  
Aandachtsthema's      
Recreatie   1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt?   Nee  
Cultuurhistorie   1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?   Nee  

Riolering en afvalwaterketen
In de zonering van de persleidingen van Waterschap Rijn en IJssel worden geen ontwikkelingen toegestaan die de bereikbaarheid van de persleidingen kunnen belemmeren. De persleidingen worden op de verbeelding opgenomen als dubbelbestemming. In de regels wordt opgenomen dat de leiding zelf en de bereikbaarheid ervan blijft gewaarborgd. In de nabijheid van het plangebied bevindt zich een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Deze is gelegen aan de Boschlaan.

Grondwateroverlast
In de kop van het Wentholtpark is kwel aanwezig in de Flierbeek. De kwel is rood(ijzer) van kleur. Voor deze situatie hebben gemeente en waterschap het kwaliteitsspoor doorgelopen en geconstateerd dat hier geen hoge prioriteit ligt. Het kwelgebied ligt in de bestemming 'Groen' en 'Water' en vormt geen overlast op de omgeving. Met dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

Oppervlaktewaterkwaliteit
In het plangebied wordt water op het oppervlaktewater geloosd. Dit is met name hemelwater. Dit plan is een conserverend bestemmingsplan, er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er wordt daarom ook geen extra water geloosd op het oppervlaktewater.

Volksgezondheid
In het plangebied bevindt zich een aantal grote waterpartijen. Deze waterpartijen liggen in de woonwijk Hooiland, Flierbeek en in het Wentholtpark. In het geldende plan Flierbeek is rekening gehouden met het verdrinkingsrisico door aan de zijde van het bouwplan de oevers van een flauw talud te voorzien. Ook zijn er een aantal bestaande overstorten die uitkomen op het oppervlakte water.

Natte natuur
In de omgeving van het plangebied over De Kamp in Lichtenvoorde loopt een smalle ecologische verbindingszone. Dit betreft een conserverend bestemmingsplan. Er worden in de nabijheid van de beide watergangen geen nieuwe ontwikkelingen voorzien.

Inrichting en beheer
In het plangebied bevinden zich diverse oppervlaktewateren en waterlopen met de bijbehorende kunstwerken (stuwen, duikers, bruggen en dergelijke) die in beheer zijn van het waterschap.

De watergangen die in beheer en onderhoud zijn bij het waterschap worden beschermd door de KEUR van het waterschap. Het oppervlaktewaterpeil wordt binnen de, door het waterschap gewenste of vastgestelde marges, gehandhaafd. De maaipaden langs de waterlopen die in beheer en onderhoud zijn van het waterschap, zijn opengesteld voor wandelaars (passief medegebruik).

Watertoets
De watertoets is sinds 1 november 2003 wettelijk verplicht. In het kader van dit bestemmingsplan en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, heeft overleg plaatsgevonden met het waterschap. PM

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • De bestaande hoofdwatergangen, inclusief onderhoudsstroken worden in het bestemmingsplan vastgelegd. De begrenzing van de watergangen wordt zodanig gelegd, dat enige verbreding of verloop ten behoeve van waterberging mogelijk is.
  • In de bestemming 'Groen' en in de verkeersbestemming is ook water mogelijk.
  • Bescherming van de rioolpersleidingen in het plangebied door middel van een dubbelbestemming 'Leiding - Riool'.