direct naar inhoud van 2.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Woonwijken Lichtenvoorde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPLIC200-VG05

2.1 Ruimtelijke structuur

2.1.1 Ontwikkelingsgeschiedenis

Het plangebied omvat het dorp Lichtenvoorde met uitzondering van het centrum en de bedrijventerreinen. Om te begrijpen hoe de woonwijken van Lichtenvoorde zijn ontstaan, is het noodzakelijk om in te gaan op de geschiedenis van de kern.

De historische dorpskern van Lichtenvoorde is ontstaan als nederzetting in de vroege middeleeuwen, op het punt waar in oost-westelijke richting de handelsroute het drassige beekdal van de bovenlopen van de Baakse Beek kruist. Deze bovenloop staat bekend als de Hofbeek. Het achtervoegsel 'voorde' in de naam Lichtenvoorde is een oud woord voor 'doorwaadbare plaats'.

Boerderij 't Hof
In 1277 liet de toenmalige heerser over het gebied op een locatie vlak ten noorden van de oude N.H. kerk, de burcht, 'Lichtenvoorde', bouwen. Deze burcht is circa 200 jaar geleden afgebroken. De straatnaam 't Hof, de naast gelegen oude boerderij Het Hof en de Heemtuin en de naam van de beek herinneren daar nog aan.

Momenteel stroomt de Hofbeek door een buis onder het centrum door. De buis kruist de Dijkstraat tussen de panden met de nummers Dijkstraat 20 en 22. De Dijkstraat ligt op de plaats van de oude handelsroute. De naam 'Dijkstraat' duidt erop dat deze weg in het verleden kunstmatig is opgehoogd om het doorwaden van de beek zo makkelijk mogelijk te maken. Vanaf de overgang van de Hofbeek waaieren de oorspronkelijke ontsluitingswegen van het dorp in oostelijke richting uit. Dat uitwaaieren van wegen is goed te zien op de onderstaande topografische kaart uit 1908.

afbeelding "i_NL.IMRO.1586.BPLIC200-VG05_0003.png"

Topografische kaart uit 1908

In de eerste helft van de vorige eeuw begon de uitleg van het dorp in zuidelijke richting en werden straten als Op den Akker, de H. Harmsenstraat en de van Heydensstraat aangelegd en raakten bebouwd met, veelal eenvoudige dubbele woningen of rijtjeswoningen. In de laatste decennia van de vorige eeuw werden rondom de kern ruimere woningen en woningbouwcomplexen gebouwd. De bebouwing van de Tongerlosestraat en de Van der Meer de Walcherenstraat zijn daar voorbeelden van.

Het doorgaande autoverkeer volgde tot het midden van de vorige eeuw routes dwars door het oude dorp. In de 60-er jaren, toen het particuliere autobezit snel ging groeien en het autoverkeer toenam, moest worden gezocht naar alternatieve routes om het centrum te ontlasten. Het dorp breidde met name in zuidelijke richting uit. Daarom lag het voor de hand om de daar ontstane wijken direct met elkaar te verbinden via een halve rondweg tussen de Varsseveldseweg en de Aaltenseweg. Deze route volgde de Dominee van Krevelenstraat, de Gert Reindersstraat, de Bronckhorststraat en de Rode van Heeckerstraat. Deze straten waren echter al snel niet meer berekend op hun functie van alternatieve route voor het doorgaande autoverkeer. De aanleg van de N18 (Twenteroute) en de N313 (Hamelandroute) in het begin van de 70er jaren van de vorige eeuw brachten een aanmerkelijke verlichting van dit probleem.

Vanaf de 70-er jaren breidde het dorp zich vooral in noordelijke richting uit, met de woonwijk 't Hooiland. Dit gold niet alleen voor de woonbebouwing, maar ook voor het industrieterrein De Kamp. Daarbij bleef het laaggelegen broekland vlak ten noorden van de dorpskern lange tijd onbebouwd. Er ontstond door deze groei in noordwaartse richting de behoefte aan een extra ontsluitingsweg van het dorp op de N18. Deze ontsluitingsweg is de huidige Richterslaan die de N18 met de Lievelderweg verbindt. Bij de aanleg van deze laan is de groene zoom aan de noordrand van de historische dorpskern gespaard.
Deze nieuwe ontsluiting maakte het in verkeerstechnisch opzicht ook haalbaar om een groot deel van het dorpscentrum verkeersluw te maken. Het resultaat is dat het historische dorpscentrum voor de toekomst goed ontsloten wordt voor de wandelaar en dat de automobilist zijn auto kan parkeren op een van de grote parkeerterreinen langs de randen van het centrum.

Vanaf de 70er jaren breidde Lichtenvoorde zich niet alleen in noordelijke richting uit. Ook aan de zuidkant van het dorp vond uitbreiding plaats met de woonwijken 't Veld, (zuidoosten van de kern) 't Broek (zuiden van de kern) en 't Zand en Schatberg (zuidwesten van de kern Lichtenvoorde).

De meest recente nieuwbouw van Lichtenvoorde is de uitbreiding in de wijk Flierbeek. Flierbeek is momenteel in ontwikkeling, er worden zowel geschakelde, halfvrijstaande als vrijstaande woningen gerealiseerd.

Ontwikkelingen en beleidsontwikkelingen
Het betreft in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan, toegespitst op de bestaande functies en de bestaande bebouwing. Nieuwe ontwikkelingen worden alleen meegenomen als er een concreet bestemmingsplan/ruimtelijke onderbouwing/bouwplan beschikbaar is en als de uitvoerbaarheid volledig is aangetoond. Bovendien dient het plan te zijn goedgekeurd door het gemeentebestuur. Voor gewenste ontwikkelingen waarvan nog niet alle gegevens beschikbaar zijn, kan overwogen worden om een flexibiliteitsbepaling op te nemen in de vorm van een wijzigingsbevoegdheid.

Een aantal bestemmingsplannen dat momenteel binnen het plangebied van woonwijken Lichtenvoorde valt, zullen 1 op 1 meegenomen worden in het bestemmingsplan Woonwijken Lichtenvoorde. Dit betreffen o.a. het bestemmingsplan Frans ten Boschstraat 6, het Bestemmingsplan Flierbeek fase 2 2010 en de omgevingsvergunning kinderdagverblijf aan de Varsseveldseweg.

Rijksbeleid
In de Nota Ruimte staat het simpeler en sneller tot ontwikkeling en uitvoering brengen van ruimtelijke projecten centraal. Het Rijk houdt sterke bemoeienis met projecten en ontwikkelingen betreffende de ruimtelijke hoofdstructuur. Daarbuiten treedt het Rijk meer terughoudend en selectief op. Wel wordt een zekere te handhaven (ruimtelijke) basiskwaliteit omschreven. De verdere invulling ligt vooral bij provincies, regio's en gemeenten.
Er wordt ingezet op bundeling van verstedelijking en nieuwbouw in bestaand stedelijk gebied. Nieuwe ontwikkelingen worden zoveel mogelijk aangesloten op bestaande bebouwing en infrastructuur. Verder stimuleert het rijk herstructurering en transformatie van zowel (verouderde) wijken als bedrijventerreinen in het algemeen. De stedelijke ruimte dient zo optimaal mogelijk te worden benut. Verder dient rekening te worden gehouden met recreatieve waarden, het groen en het water. Regionale afstemming is een noodzaak.

Ruimtelijke Verordening Gelderland
Provinciale Staten hebben in december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Door de verordening stelt de provincie algemene regels aan de inhoud, toelichting en/of onderbouwing van bestemmingsplannen. Deze regels kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, op delen daarvan of gebiedsgerichte thema's betreffen.

Inmiddels is in juni 2012 een eerste herziening van de Ruimtelijke Verordening Gelderland door Gedputeerde Staten vastgesteld. Dit was nodig omdat de provinciale ruimtelijke verordening alleen nog ontheffingsbepalingen voor onverwachte situaties mogen bevatten. Dit is een gevolg van de spoedwet ruimtelijke ordening (Wro).

Op basis van de provinciale verordening is nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken toegestaan binnen bestaand bebouwd gebied. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008, heeft het 'Streekplan Gelderland 2005' de status van structuurvisie gekregen. Het 'Streekplan Gelderland 2005' kiest voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Gelderland. Dat gebeurt door op provinciaal niveau te sturen op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht: natuur en water ('groenblauw raamwerk'), maar ook de ruimtelijke ontwikkelingen in het 'rode raamwerk' van stedelijke functies en infrastructuur. In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen 'bestaand bebouwd gebied' en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:

  • een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen;
  • bevordering kwalitatief woonbeleid, zodat woonmilieus en de kwaliteit van de woningen aansluiten op de vraag van de inwoners van Gelderland;
  • intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen;
  • optimalisering van het gebruik van het bestaand bebouwd gebied: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte).

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • De bestaande situatie in het plangebied vormt het vertrekpunt, waarmee de ruimtelijke structuur wordt vastgelegd.
  • Voor zover ontwikkelingen voldoende uitgekristalliseerd zijn en voorzien zijn van de benodigde onderbouwingen (onderzoeken), worden deze meegenomen in dit bestemmingsplan.
  • Het vastgestelde bestemmingsplan Frans ten Boschstraat 6 te Lichtenvoorde zal 1 op 1 overgenomen worden in het bestemmingsplan woonwijken Lichtenvoorde.
  • Het bestemmingsplan Flierbeek 2e fase 2010 zal 1 op 1 overgenomen worden in het bestemmingsplan woonwijken Lichtenvoorde.
  • Het ontwerp omgevingsvergunning kinderdagverblijf aan de Varsseveldseweg te Lichtenvoorde zal overgenomen worden in het bestemmingsplan Woonwijken Lichtenvoorde.

2.1.2 Verkeer en parkeren

De kern van Lichtenvoorde ligt tussen de N18 (Twenteroute) en de N313 (Hamelandroute). Lichtenvoorde wordt aan de zuidwestkant ontsloten door de Varsseveldseweg. Meer aan de noordwestkant van Lichtenvoorde ligt de Zieuwentseweg naar het dorp Zieuwent. Aan de noordzijde van Lichtenvoorde vormen de Richterslaan en de Lievelderweg de belangrijkste ontsluitingswegen. De oostkant van het dorp wordt ontsloten door de Vragenderweg en de Aaltenseweg.

De hoofdwegen kennen een maximum snelheid van 50 km/uur. Parkeren wordt in de openbare ruimte nabij de woningen, of op eigen terrein opgelost.

Ontwikkelingen en beleid
Binnen het plangebied worden binnen afzienbare tijd geen ontwikkelingen voorzien in de wegenstructuur. Wel is er een ontwerptracébesluit genomen voor de N18 (buiten het plangebied). Ook wordt aan de oostzijde van het plangebied, bij het bedrijventerrein de verkeerssituatie bekeken.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • Alle wegen in het plangebied, inclusief de hoofdwegen (Varsseveldseweg, Aaltenseweg, Vragenderweg, Lievelderweg, Richterslaan) worden voorzien van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
  • Verkeersmaatregelen en eventuele herinrichting kan plaatsvinden binnen de verkeersbestemmingen. Ook uitbreiding van het fiets- en wandelnetwerk, voor zover bekend, is mogelijk binnen die bestemmingen.
  • Paden die voor het autoverkeer toegankelijk en eigendom van de gemeente zijn, worden voorzien van de bestemming 'Verkeer -Verblijfsgebied'.

2.1.3 Groen, water en openbare ruimte

De groen- en waterstructuur van Lichtenvoorde worden gekenmerkt door de Flierbeek, Hofbeek en het Wentholtpark. Het Wentholtpark is onlangs opnieuw ingericht, waarbij een 'Cool Nature' speelplek is gerealiseerd. Dit gedeelte van het Wentholtpark is heringericht met participatie van bewoners en schoolgaande kinderen.

Op de navolgende Groenstructuurkaart is het structurele groen aangegeven. Naast de grotere groene aders zoals de Flierbeek, Hofbeek en het Wentholtpark zijn ook de lange groene lijnen te herkennen van o.a. de Varsseveldseweg, Richterslaan, Aaltenseweg en de zone langs de Twenteroute. Ook het groen aan de randen en tussen de enkele woonbuurten is aangemerkt als structureel groen. Daarbij is plaatselijk sprake van agrarisch gebruik. Binnen enkele groene geledingen komen ook watergangen en -partijen voor. Het plan Flierbeek wordt gekenmerkt door relatief veel groen en water. Enkele groene gedeeltes van de Groenstructuurkaart zijn agrarische percelen. In de gemeente Oost Gelre staan bomen die behoudens waardig vanwege omvang en leeftijd. Deze waardevolle bomen staan op de lijst met 'bijzondere' bomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1586.BPLIC200-VG05_0004.png"

Uitsnede overzicht groenstructuur Oost Gelre 2007

Ontwikkelingen en beleid
De Toekomstvisie Oost Gelre voorziet in 2020 een groene gemeente. Binnen de bebouwde kom is er genoeg ruimte voor kinderen om te spelen in het groen.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • De bestaande (hoofd)watergangen en enkele grote waterpartijen die van belang zijn voor de waterhuishouding krijgen een bestemming 'Water'.
  • Structureel groen krijgt de bestemming 'Groen'. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op de Groenstructuurkaart, maar grotere groenelementen die niet op deze kaart staan, krijgen ook de groenbestemming.
  • Het overige groen betreft voornamelijk bermen en kleine groenperken, deze passen zowel binnen de groenbestemming als de verkeersbestemming. Ook de speeltuinvereniginen vallen binnen de bestemming 'Groen'. Verder valt de openbare ruimte binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied', uitgezonderd de terreinen met een andere functie, zoals de begraafplaatsen.
  • Het groen dat vanuit het geldende bestemmingsplan een agrarische bestemming heeft, krijgt de bestemming 'Agrarisch'.
  • In de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied', is ruimte voor speelplekken voor kinderen en jongeren. Dit wordt niet apart aangeduid maar opgenomen in de bestemmingsomschrijving, zodat het overal mogelijk is. Dit bevordert de flexibiliteit.
  • Fiets- en wandelpaden zijn ook toegelaten binnen de bestemming 'Groen' en groen is ook toegelaten in de verkeersbestemming.
  • De 'bijzondere' bomen binnen het plangebied worden beschermd doormiddel van een aanlegvergunningenstelsel.