direct naar inhoud van 2.2 Functionele structuur
Plan: Stadscentrum Groenlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPGRO400-VA05

2.2 Functionele structuur

2.2.1 Detailhandel, horeca, dienstverlening en bedrijven

Huidige situatie
Het centrum van Groenlo kent verschillende functies. De detailhandel en dienstverlening zijn geconcentreerd aan de oorspronkelijke routes door het stadscentrum. Dat betreft met name de Beltrumsestraat, Markt, Matelierstraat en Lievelderstraat. Daarbuiten komen ook verspreide locaties detailhandelsvestigingen en dienstverlening voor. Op diverse plaatsen wordt een niet-woonfunctie op de begane grond gecombineerd met een woonfunctie daarboven.

Verder is de horeca in Groenlo goed vertegenwoordigd. Op diverse plaatsen treffen we horecagelegenheden aan. Restaurants en cafés zijn in diverse soorten en maten in de binnenstad aanwezig. Nachthoreca zoals een disco komen binnen het centrum op verschillende plekken voor.

Ontwikkelingen en beleid
Detailhandel en kernwinkelgebied
In 2008 is de detailhandelsstructuurvisie opgesteld voor Groenlo. Een uitgebreide analyse heeft plaatsgevonden waarin ook enquêtes bij ondernemers zijn afgenomen. Tevens zijn knelpunten benoemd op ruimtelijk-economisch vlak. Aangegeven is in welke richting de detailhandel in Groenlo de komende jaren verder kan ontwikkelen. Versterking van het concentratiegebied in het huidige centrum (Beltrumsestraat en Markt) staat hierbij voorop. Dit is recent nader uitgewerkt in de Ontwikkelingsvisie centrum Groenlo, waarin de gemeente haar visie op het centrumgebied heeft neergelegd. In die visie is het kernwinkelgebied opnieuw begrensd, gevormd door de Beltrumsestraat en de Markt. Daarnaast is een aansluitend deel van de noordzijde van het Europlein en de Lievelderstraat tot de Rabeldersteeg, als een mogelijke uitbreiding van het kernwinkelgebied aangegeven. In het kernwinkelgebied is een aaneengesloten reeks van publieksgerichte voorzieningen gewenst (detailhandel, dienstverlening, ondersteunende horeca). Het is overigens niet gewenst dat er willekeurig supermarkten worden gerealiseerd, vanwege de specifieke eisen en uitstraling die een supermarkt heeft. Wonen op de begane grond is binnen het kernwinkelgebied niet gewenst. Zelfstandig wonen in de kap is overigens ook niet toegestaan, want dat vergt vaak een forse, aangepaste kap.

afbeelding "i_NL.IMRO.1586.BPGRO400-VA05_0011.png"

Luchtfoto waarop in rood het kernwinkelgebied is aangegeven, in roze de mogelijke uitbreiding van het kernwinkelgebied en in geel de Kevelderstraat, waar uitbreiding van horeca en galeries wenselijk is (uit: Ontwikkelingsvisie centrum Groenlo)

Horeca
In de visie wordt verder voorgesteld om de condities voor een aangenaam verblijfsklimaat in de Kevelderstraat, voor zover gelegen tussen De Markt en de Rabeldersteeg, te verbeteren, waardoor deze straat (naast De Markt) kan uitgroeien tot een horecastraat. De gemeente denkt daarbij aan het stimuleren van de vestiging van nieuwe daghorecagelegenheden. Ook wordt gedacht aan de mogelijkheid voor overnachting in de sfeer van een herberg. Daarbij is het goed denkbaar om naast daghorecagelegenheden ook de komst van galeries te stimuleren en wellicht ambachtelijke bedrijfjes, die iets te maken hebben met het brouwen. Een combinatie is ook denkbaar. Hierdoor kan een afwisselend geheel ontstaan, waardoor mensen vanaf De Markt als vanzelf de Kevelderstraat inlopen. In aanvulling op de globale begrenzing uit de Ontwikkelingsvisie wordt voorgesteld om ook de direct aangrenzende panden van café De Brouwerij en Boekhandel Wiegerink tot het gebied te rekenen waar daghoreca en galeries worden bevorderd. Bestaande horeca in het kernwinkelgebied, maar ook elders in het centrum zal als horeca worden aangeduid (in de centrumbestemmingen 1 en 3), dan wel bestemd (buiten de centrumbestemmingen).

Aanloopstraten naar het kernwinkelgebied
In aanvulling op het kernwinkelgebied uit de Ontwikkelingsvisie Centrum Groenlo (Kader stellend vastgesteld in maart 2011) kunnen zogenaamde aanloopstraten benoemd worden. Dat zijn straten waar van oudsher niet-woonfuncties voorkomen. Die niet-woonfuncties kunnen toegelaten worden, ondersteunend aan het kernwinkelgebied. Daarbij dient bijvoorbeeld aan niet-publiekgerichte functies of (ambachtelijke) bedrijfjes gedacht te worden, maar ook aan wonen. De aanloopstraten worden vooral gevormd door oorspronkelijke routes zoals die ook in de Strategische stedenbouwkundige structuurvisie Groenlo zijn weergegeven: Mattelierstraat en Nieuwestraat. Hoewel het geen oorspronkelijke route is, is ook de Lievelderstraat een aanloopstraat te noemen, aangezien hier veel functiemenging voorkomt. De Notenboomstraat en de Goudsmitstraat behoren in dit kader niet tot de aanloopstraten, door het accent dat in deze straten op de woonfunctie ligt.

Bedrijven
Specifieke bedrijven worden bestemd als ‘Bedrijf’. Bedrijven worden voorzien van een bouwvlak op maat. Er is een bedrijvenlijst van toepassing. Dit is vergelijkbaar met de wijze van bestemming in het bestemmingsplan dorpskern Lichtenvoorde, dat de gemeente recentelijk heeft opgesteld. Het bestemmingsplan dorpskern Lichtenvoorde heeft als basis gediend voor het gemeentelijk Handboek. Er wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor vergelijkbare bedrijven. Bij bedrijven worden de bestaande bedrijfswoningen toegestaan in de regels. Er wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor wijziging van de bestemming ‘Bedrijf’ naar ‘Wonen’, zodat reguliere woningen kunnen worden toegelaten.

Dienstverlening en detailhandel
De dienstverlenende bedrijven en detailhandel buiten de centrumbestemmingen zal specifiek worden bestemd. Bouwvlakken worden opgenomen, in aansluiting op de vigerende bestemmingsplannen. Vestiging van supermarkten en volumineuze detailhandel in het centrumgebied is niet gewenst, met uitzondering van de bestaande supermarkt.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • Op basis van de verschillende beleidsintenties voor het centrumgebied, worden drie centrumbestemmingen in dit bestemmingsplan onderscheiden.
    • 1. ‘Centrum – 1’: het kernwinkelgebied Beltrumsestraat-Markt, zoals begrensd in de Ontwikkelingsvisie, inclusief de daarin opgenomen uitbreiding noordzijde Europlein en noordoostzijde van de Lievelder-straat. Accent op detailhandel en dienstverlening. De bestaande horecavestigingen worden vanwege de specifieke eisen, plaatsvast gemaakt met een aanduiding op de verbeelding. Er wordt een 'Staat van Horeca-activiteiten' gehanteerd. Bovendien vindt hier het wonen uitsluitend op de verdieping plaats.
    • 2. ‘Centrum – 2’ betreft de Kevelderstraat: accent op daghoreca en galeries, conform de Ontwikkelingsvisie en inclusief café De Brouwerij en Boekhandel Wiegerink. Daghoreca is bij recht toegestaan, waardoor uitbreiding van het aantal daghorecavestigingen mogelijk is. De nachthorecavoorzieningen worden specifiek bestemd en aangeduid op de verbeelding. Wonen is ook mogelijk op de begane grond.
    • 3. ‘Centrum – 3’: de aanloopstraten: de oorspronkelijke routes (Mattelierstraat en Nieuwestraat) en de Lievelderstraat. Accent op niet-publiekgerichte functies, ambachtelijke bedrijvigheid en wonen.
  • Zelfstandige bewoning in de kap wordt niet toegestaan, met uitzondering van bestaande situaties.
  • Er wordt een flexibilitetsbepaling opgenomen voor nieuwe woonfuncties, mits passend in het gemeentelijk woningbouwprogramma.
  • De bestaande functies die 'afwijken' van de beoogde centrumbestemmingen zijn eveneens toegelaten via een maatbestemming. Bij voorkeur wordt gebruikgemaakt van één hoofdbestemming. De overige straten worden perceelsgewijs bestemd naar de huidige functies. Hier wordt het huidige karakter vastgelegd en wordt geen ruimte geboden voor nieuwe centrumfuncties, in aansluiting op de Ontwikkelingsvisie centrum Groenlo:
    • 1. De bestaande bedrijven buiten de centrumbestemmingen zijn geregeld in de bestemming 'Bedrijf'. Hierbij zijn bedrijven toegelaten die zijn opgenomen in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', tenzij er op dit moment een ander bedrijf aanwezig is. In dat geval wordt dat bedrijf specifiek toegelaten in de regels en op de verbeelding. Er wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor vergelijkbare bedrijven. Bij bedrijven worden de bestaande bedrijfswoningen toegestaan in de regels. Er wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor wijziging van de bestemming ‘Bedrijf’ naar ‘Wonen’, zodat reguliere woningen kunnen worden toegelaten.
    • 2. Bestaande horeca buiten de centrumbestemmingen zijn bestemd als ‘Horeca’. Hierbinnen is horeca in de categorie 1 en 2 toegelaten. Nachthoreca valt in categorie 3 en is aangeduid.
    • 3. Bestaande dienstverlenende bedrijven buiten de centrumbestemmingen zijn bestemd als ‘Dienstverlening’.
    • 4. Bestaande detailhandelsbedrijven buiten de centrumbestemmingen zijn bestemd als ‘Detailhandel’.

2.2.2 Wonen

Huidige situatie
De woonfunctie komt over het gehele centrumgebied voor. In de straten Walstraat, Notenboomstraat, Malielaan, Bastionstraat, Ketelstraat, Kloostersteeg, Houtwal en Schralenstein is wonen de hoofdfunctie. Daarbij gaat het overwegend om grondgebonden woningen, maar op diverse plaatsen komen gestapelde woningen of wooncomplexen voor. De grotere wooncomplexen liggen met name aan de randen van het gebied, dichtbij of op de voormalige vestingwerken. Voorbeelden zijn de gestapelde woningbouw aan de Deken Hooijmansingel, het complex aan de Houtwal en de Canisiushof. Verder kent de Beltrumsestraat op enkele plekken gestapelde bebouwing in de vorm van appartementencomplexen. Dit betreft overigens 'wonen boven winkels'. Het voornaamste voorbeeld hiervan is het complex boven onder ander het kantoor aan het begin van de Beltrumsestraat. In het kernwinkelgebied bevindt de woonfunctie zich overwegend op de verdieping(en) boven een detailhandel, horeca of een dienstverlenende functie.
Buiten dit kernwinkelgebied en de wooncomplexen betreft het met name grondgebonden woningen. Vanwege de compacte opzet van het centrumgebied hebben de meeste woningen geen voortuin. Nabij het kernwinkelgebied zijn de binnenterreinen versteend ten gevolge van de commerciële functies op de begane grond, maar naarmate de binnenterreinen verder uit het centrum liggen, is meer ruimte voor achtertuinen bij de woningen.
De woonfunctie omvat op enkele plaatsen bedrijven en beroepen aan huis, conform het gemeentelijke beleid op dit punt. Daarbij gaat het om activiteiten die verenigbaar zijn met de woonfunctie. Omdat te waarborgen, worden er randvoorwaarden aan gekoppeld, ook voor wat betreft de maximale omvang.

Ontwikkelingen en beleid
Woonbeleid
Op basis van de Provinciale ruimtelijke verordening dienen nieuw te bouwen woningen te passen binnen het Kwalitatief Woonprogramma voor de regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen. In het woningbouwprogramma van de gemeente Oost Gelre wordt voor de periode van 2010 - 2020 een woningbouwbehoefte voorzien van 685 woningen1. De bepaalde woningbehoefte voor Groenlo bedraagt ongeveer 240 woningen. De Woonvisie Oost Gelre geeft aan dat de gemeente in een krimpregio ligt2 . Bij realisatie van woningen, wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de woningbehoefte.
De Toekomstvisie Oost Gelre geeft aan dat woningbouw op grotere schaal alleen nog plaatsvindt in de grote kernen. Daar kan worden gebouwd naar behoefte. In Groenlo vooral vanuit de geest van het cultuurhistorische verleden als vestingstad. Er is vooral ook ruimte voor senioren- en betaalbare starterswoningen. Daarbij wordt de reeds ingeslagen weg doorgetrokken om ook een kwalitatieve verbeterslag door te voeren in de reeds bestaande 'oudere' wijken. Dat kan door renovatie en verbetering, maar ook door vervangende nieuwbouw. Het gemeentelijke woonbeleid gaat uit van een bepaalde woonkwaliteit. Dit wordt met name vorm gegeven door een minimale woonoppervlakte.

Wonen in de binnenstad is belangrijk, aldus de Ontwikkelingsvisie centrum Groenlo. Dit wil de gemeente Oost Gelre graag stimuleren. Dat geldt in het bijzonder voor de gebieden, waar op de begane grond een andere functie is gesitueerd (winkels, horeca, kantoren en dergelijke). Het wonen boven winkels verlevendigt de binnenstad op tijdstippen dat de winkels gesloten zijn. Ook het wonen boven horecagelegenheden is goed mogelijk, voor zover hier geen sprake is van bar/discoachtige gelegenheden met ruime openingstijden. Daarbij zijn in de ontwikkelingsvisie straten aangegeven, waar het wonen op de verdieping behouden dan wel versterkt dient te worden. Het betreft met name de Mattelierstraat en de Kevelderstraat. Om die reden is het bestaande aantal woningen vastgelegd, maar is wel een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om nieuwe woningen te kunnen realiseren. Voorwaarde hierbij is dat het aantal woningen past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma.


afbeelding "i_NL.IMRO.1586.BPGRO400-VA05_0012.png"

Straten waar wonen op de verdieping behouden dan wel versterkt dient te worden (stippellijn) (uit: Ontwikkelingsvisie centrum Groenlo)

De demografische ontwikkelingen als bevolkingskrimp en vergrijzing vergen extra aandacht voor de Achterhoek. Over 10 tot 15 jaar zal de gemeente waarschijnlijk ook rekening moeten houden met krimp. De periode 2010-2020 is daarmee de laatste kans om toevoegingen aan de woningvoorraad te doen.

  • De gemeente zet in op diversiteit in woonaanbod en sociale woningbouw.
  • Verpaupering vormt een aandachtspunt. De gemeente zet in op versterking van de bestaande stedelijke structuren waarbij afronding van lopende projecten en ontwikkeling van aandachtslocaties de voorkeur hebben.
  • De (macro) ontwikkeling van de krimpregio's vormt een bedreiging, waarbij zorgvuldig ingespeeld dient te worden op bevolkingsdaling en een afname van het aantal huishoudens. Van belang is om te bouwen voor de concrete woonbehoeftes. In de gemeente Oost Gelre zijn op het gebied van wonen diverse (grote) projecten in voorbereiding en/of in uitvoering. Deze projecten dienen op een ruimtelijk verantwoorde wijze afgerond te worden. De ontwikkeling van aandachtslocaties dienen zo snel mogelijk aangepakt te worden. De nadruk ligt op (hergebruik) van deze locaties, voordat er overgegaan wordt tot uitbreiding buiten de bestaande stedelijke structuren. Zo verbeteren wij bestaande gebieden die in de toekomst het risico lopen om als eerste leeg te lopen.

Het lokale kwalitatieve woonbeleid gaat uit van circa de helft levensloopbestendige woningen en de helft koopwoningen in het hogere prijssegment in een ruime diversiteit van woningtypen en prijsklassen. In het woningbouwprogramma is rekening gehouden met het op korte termijn realiseren van betaalbare koopwoningen. Overigens wordt voor dit bestemmingsplan uitgegaan van behoud van het bestaande aantal woningen. Middels afwijkingsbevoegdheid kan hiervan worden afgeweken. Dit is overeenkomstig de wijze van regelen zoals beschreven in het gemeentelijk handboek.

Bijbehorende bouwwerken
Het vigerend bestemmingsplan stelt voor wat betreft de aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen (bijbehorende bouwwerken) de volgende regels: het gezamenlijk oppervlak van hoofdgebouw en bijgebouwen mag ten hoogste maximaal 50% van het bouwperceel bedragen. Het maximale oppervlak voor bijgebouwen betreft 60 m². Daarbinnen hebben vrijstaande bijgebouwen een maximum bebouwingsoppervlakte van 40 m². Deze zijn toegelaten op ten minste 3 m achter de voorgevellijn van de woning, in het bouwvlak en daarbuiten. De woning inclusief aan- en uitbouwen mag maximaal 15 m diep zijn. Met dien verstande dat de diepte van het met de zijgevel van het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen, te meten vanaf de achtergevelrooilijn c.q. het verlengde daarvan, ten hoogste 4 m mag bedragen. Bij vrijstaande woningen dient de afstand van bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens aan één zijde 2,5 m te bedragen. Bij vrijstelling kan dit worden opgehoogd tot 70 . m2 Ook de bouwdiepte kan worden vergroot.
Aangezien bouwvergunningsvrij 30 m2 aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen kan worden gerealiseerd, betekent dit dat in het centrum 90 m2 aan bijgebouwen kan worden gerealiseerd.

De regels in onderhavig bestemmingsplan sluiten hierop aan, zij het dat ze iets vereenvoudigd zijn. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 70 m², met een maximum van 50% van het bouwperceel. De aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen aan de achterzijde van vrijstaande woningen maximaal 4 m bedragen. Voor alle andere woningtypen mag de maximale diepte maximaal 3 m bedragen. Een strook van minimaal 6 m, gerekend van de achtergevel tot de achterste erfgrens, dient vrij te blijven van aangebouwde bijbehorende bouwerken.

Bouwvlakken
Binnen het bestemmingsplan worden op de verbeelding bouwvlakken aangegeven. Er wordt gebruik gemaakt van de bouwstroken. Tevens is aangegeven als sprake moet blijven van aaneen-gebouwde, dan wel halfvrijstaande en vrijstaande woningen door middel van een aanduiding, conform het gemeentelijk handboek. Het vigerende bestemmingsplan biedt aan de achterzijde van woningen soms ruimte tot uitbreiding van het hoofdgebouw. Voorgesteld wordt aan te sluiten bij de vigerende bouwvlakken, om beperking van de vigerende rechten te voorkomen. Voor het bouwvlak wordt de bestemming ‘Tuin’ opgenomen, voor zover er een tuin aanwezig is, in aansluiting op de systematiek uit het gemeentelijk handboek.

Beroep/bedrijf aan huis
In het vigerende bestemmingsplan is een regeling ten aanzien van beroep en/of bedrijf aan huis opgenomen. Uitgangspunt is dat maximaal 40% van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen voor een beroep en/of bedrijf aan huis in gebruik mogen zijn met een maximum van 45 m2. In onderhavig bestemmingsplan is een iets ruimere regeling opgenomen. Maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en 100% van de vloeroppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt voor een beroep en/of bedrijf aan huis, met een gezamenlijk maximum van 50 m². De activiteit mag niet leiden tot belemmeringen voor de omliggende functies en geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Onder de uitoefening een aan huis verbonden bedrijf wordt verstaan een bedrijf dat is opgenomen in categorie 1 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Mantelzorg
In het kader van de vergrijzing en bezuinigingen in de zorg kan mantelzorg vaker aan de orde zijn. Voorgesteld wordt een regeling op te nemen waarbij mantelzorg bij afwijking mogelijk wordt gemaakt. Mantelzorg is toegestaan indien er aantoonbaar behoefte bestaat aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden, in welk kader een indicatie voor mantelzorg aanwezig is. Het kan plaatsvinden in het hoofdgebouw of vrijstaande mantelzorgunit (afhankelijke woonruimte) binnen een afstand van 10 m gerekend van het hoofdgebouw. De totale oppervlakte ten behoeve van mantelzorg per bouwperceel mag niet meer dan 55 m² bedragen. Indien de noodzaak van mantelzorg is vervallen, wordt de omgevingsvergunning ingetrokken en de situatie in en om de woning wordt teruggebracht in de oude staat (voor units), dan wel in overeenstemming met het bestemmingsplan.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan:
De woonbebouwing is deels opgenomen in de bestemming 'Wonen'. Op de kaart zijn binnen deze bestemming bouwvlakken aangegeven waarbinnen de hoofdgebouwen dienen te worden gesitueerd. Daarbij zijn op de verbeelding de maximale goot- en bouwhoogten aangegeven. Tevens is aangegeven als sprake moet blijven van aaneen-gebouwde, dan wel halfvrijstaande en vrijstaande woningen door middel van een aanduiding, conform het gemeentelijk handboek.

  • Daarnaast is de woonfunctie toegelaten in combinatie met andere functies, zoals bovenwoningen in het kernwinkelgebied (‘Centrum-1’). Op de begane grond is hier alleen bestaand wonen toegelaten.
  • Tevens zijn woningen en bovenwoningen toegelaten in ‘Centrum-2’ en in de aanloopstraten (‘Centrum-3’).
  • Het bestaande aantal woningen is toegelaten, echter er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om nieuwe woningen te kunnen realiseren.
  • Binnen dit bestemmingsplan wordt ruimte geboden voor uitbreidingen aan de achterzijde van de percelen, voor zover dit reeds in het vigerende bestemmingsplan werd geboden. Gezien de ruime bijgebouwenregeling is een grotere uitbreiding niet noodzakelijk.
  • De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken binnen de bestemming 'Wonen', bedraagt maximaal 70 m², met een maximum van 50% van het bouwperceel. De aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen aan de achterzijde van vrijstaande woningen maximaal 4 m bedragen. Voor alle andere woningtypen mag de maximale diepte maximaal 3 m bedragen. Een strook van minimaal 6 m, gerekend van de achtergevel tot de achterste erfgrens, dient vrij te blijven van aangebouwde bijbehorende bouwerken; Voor de voorgevel wordt de bestemming ‘Tuin’ gehanteerd, indien aanwezig.
  • Beroepsuitoefening en bedrijf aan huis, voor zover die geen onevenredige belasting voor het woon- en leefklimaat opleveren, wordt in de regels mogelijk gemaakt.
  • Ten behoeve van mantelzorg is een regeling (bij afwijking) opgenomen. Deze regeling is bedoeld voor mantelzorg in geval van medische, psychische en/of sociale omstandigheden, in welk kader een indicatie voor mantelzorg aanwezig is, met een tijdelijk karakter.

2.2.3 Maatschappelijke voorzieningen en Cultuur en ontspanning

Huidige situatie
In het centrumgebied komt een aantal maatschappelijke voorzieningen voor. Het gaat om kerken, de VVV en het stadsmuseum, maar ook om het verzorgingscentrum en het bejaardenhuis aan de Ziekenhuisstraat. Aan de Markt in Groenlo staan een kerk en het gemeentehuis, waarin de sociale dienst gevestigd is. Daarnaast is er een school voor voorgezet onderwijs gevestigd aan de Lievelderstraat. Verder ligt tegen de stadsgracht de oude Joodse begraafplaats, aangelegd aan het begin van de negentiende eeuw en later uitgebreid. Bovendien is er een theetuin met een galerie aanwezig aan de Nieuwestraat.

Ontwikkelingen en beleid
Conform het gemeentelijk handboek worden alle maatschappelijke functies specifiek aangeduid. Uitwisselbaarheid van functies kan in sommige gevallen wenselijk zijn. Voorstel is om de bestemming maatschappelijk algemener te beschrijven en categorieën van functies aan te duiden. Binnen een categorie is uitwisseling mogelijk. Het gaat met name om de categorieën onderwijs, gezondheid, religie en begraafplaats. De galerie krijgt de bestemming 'Cultuur en ontspanning'. De bijbehorende theetuin wordt voorzien van de bestemming 'Tuin', waarbinnen de terrassen worden aangeduid met 'cultuur en ontspanning'.


Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • De maatschappelijke functies worden voorzien van een maatschappelijke bestemming waarbij categorieën worden aangeduid, waarbinnen uitwisselingen mogelijk zijn.
  • De begraafplaatsen worden apart aangeduid binnen deze bestemming.
  • De galerie krijgt de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’. De bijbehorende theetuin wordt voorzien van de bestemming 'Tuin', waarbinnen de terrassen worden aangeduid met 'cultuur en ontspanning'.
  • Voor wat betreft de ruimtelijke mogelijkheden wordt aangesloten bij het geldende bestemmingsplan. Er wordt een bouwvlak op maat opgenomen dat aansluit bij de bestaande bebouwing. Waar mogelijk en ruimtelijk verantwoord wordt enige ruimte geboden voor aanpassings- en uitbreidingsmogelijkheden.

 

2.2.4 Verkeer en parkeren

Huidige situatie
Autoverkeer
De binnenstad wordt ontsloten via de oude oorspronkelijke routes langs de Mattelierstraat (vanaf de Winterswijkseweg) en Nieuwestraat (Eibergseweg) en verder vanaf de rotonde in de Ruurloseweg. De binnenstad is geheel een gebied met een maximumsnelheid van 30 km/uur. De straten in de binnenstad hebben een rijbaan en aan beide zijden een loopstrook. Daarnaast komen diverse stegen in het plangebied voor, die in samenhang zorgen voor een fijnmazige ontsluiting. Daarbij is de Markt enige tijd geleden heringericht waarbij de auto 'te gast' is. Het kernwinkelgebied langs de Beltrumsestraat is niet aangewezen als voetgangersgebied.


Fietsers en voetgangers
Voetgangers kunnen het centrum bereiken via de hoofdwegen. Ook liggen er voetgangersverbindingen tussen de extern gelegen parkeerplaatsen zoals de parkeerplaats bij de Borculoseweg (bij de supermarkt) en het centrum. Vanaf de appartementencomplexen aan de Deken Hooijmansingel zijn specifieke voetgangersverbindingen over de gracht aangelegd.
De Beltrumsestraat en de Mattelierstraat zijn aangemerkt als de belangrijkste fietsverbindingen binnen het centrum.

Parkeren
Automobilisten kunnen op diverse plekken parkeren. Automobilisten die via de Winterswijkseweg de binnenstad naderen, worden doorverwezen naar het parkeerterrein De Wheme in de binnenstad. Dit parkeerterrein, dat geschikt is voor langparkeren, heeft echter een beperkte capaciteit. Bovendien zijn de parkeervakken hier relatief klein. Wanneer automobilisten via de Barkenkamp en de Deken Hooijmansingel de binnenstad naderen, dan worden zij gewezen op de aanwezigheid van een parkeerroute. Daarbij worden zij naar het enigszins verlaagde parkeerterrein in de Kloostertuin geleid. Daar kan over het algemeen op heel aanvaardbare wijze geparkeerd worden, terwijl er aansluitend een voetpad richting centrum aanwezig is. Ook is het mogelijk om via de Deken Hooijmansingel nog even verder te rijden tot voorbij de Ruurloseweg. Hier ligt het parkeerterrein nabij de supermarkt, waar ook een behoorlijke parkeercapaciteit aanwezig is3.

Ontwikkelingen en beleid
Binnen Groenlo worden binnen afzienbare tijd geen ontwikkelingen voorzien in de wegenstructuur. Wel ligt ten oosten van het plangebied de N18 (buiten het plangebied). Rijkswaterstaat is bezig om de N18 te verbeteren. Ook wordt de maximumsnelheid verhoogd tussen Groenlo en Enschede naar honderd kilometer per uur. Op het deel tussen Varsseveld en Groenlo blijft de maximumsnelheid van 80 km per uur gehandhaafd en wordt een aantal maatregelen op het huidige tracé uitgevoerd om de verkeersveiligheid te verbeteren.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • De verkeersstructuur wordt voorzien van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
  • Verkeersmaatregelen en eventuele herinrichting kan plaatsvinden binnen de verkeersbestemming. Ook uitbreiding van het fiets- en wandelnetwerk, voor zover bekend, is mogelijk binnen die bestemming.
  • Fiets- en wandelpaden zijn ook toegelaten binnen de bestemming ‘Groen’.

 

2.2.5 Groen, water en openbare ruimte

Huidige situatie
De groen- en waterstructuur van Groenlo wordt gekenmerkt door de van oorsprong aanwezige hoofdstructuur van de oude vesting.
Rond het centrum ligt de gracht. Deze gracht vormt de overgang tussen oud en nieuw Groenlo, op het punt waar lange tijd de grens lag tussen stad en buitengebied.
Het grootste park van Groenlo, de Halve Maan ligt ten noorden van de oude binnenstad. Dit gebied maakte deel uit van de vestingwerken en was oorspronkelijk eigendom van het gasthuis die er diverse tuinen had aangelegd. Hierdoor kon de gemeente dit gebied niet herinrichten en geen woningbouw realiseren. Daardoor is dit gedeelte van de vestingwerken echter het beste bewaard gebleven in de loop der eeuwen. Dit gebied ligt buiten het plangebied, in het bestemmingsplan ‘Woonwijken’. Voor het gebied is de Visie Stadspark opgesteld.

Ontwikkelingen en beleid

Op de Groenstructuurkaart is het structurele groen aangegeven, met uiteraard de nadruk op de vestingwerken. Daarnaast maakt een groenplek aan de Kerkwal deel uit van het structurele groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1586.BPGRO400-VA05_0013.png"

Uitsnede Groenstructuurkaart

De Toekomstvisie Oost Gelre voorziet in 2020 een groene gemeente. Binnen de bebouwde kom is er genoeg ruimte voor kinderen om te spelen in het groen.
De Strategische stedenbouwkundige structuurvisie Groenlo 2007 geeft de gewenste groenstructuur ter plaatse van de vestingwerken weer.
Daarbij is uitgegaan van de volgende principes:

  • Het benadrukken van de invalswegen, door deze te voorzien van laanbeplanting tot aan het punt waar zij de poorten van de binnenstad naderen.
  • Het zicht op de vestingstad vergroten door de zone aan de buitenzijde van de vestingwerken zoveel mogelijk in te richten met open grasvelden. Daarbij dient de heesterbeplanting verwijderd te worden en de bestaande bomen dienen zo hoog mogelijk te worden opgekroond.
  • Het schootsveld aan de noordzijde van de binnenstad zo open mogelijk te maken door het verwijderen van alle heesters en het verwijderen c.q. hoog opkronen van bomen.
  • Het beleefbaar maken van de stadsgracht door het realiseren van een voetgangersroute langs zowel de binnen- als de buitenzijde van de gracht.

Deze inrichtingsmaatregelen worden zonder meer mogelijk gemaakt binnen het bestemmingsplan.

Op basis van het Evenementenbeleid Oost Gelre, geldt een maximum aantal evenementen in de kern Groenlo, waarbij een onderverdeling is gemaakt naar het centrum en het overige deel van Groenlo. Evenementen kunnen plaatsvinden in het algemeen in gebieden die bestemd zijn als ‘Verkeer - Verblijfsgebied’. In dit plangebied is tevens het groengebied aan de Maliebaan als evenemententerrein opgenomen.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

  • De bestaande watergangen van de vestingwerken krijgen een bestemming 'Water'.
  • Structureel groen krijgt de bestemming 'Groen- 1'. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op de Groenstructuurkaart, echter, grotere groenelementen die niet op deze kaart staan, krijgen ook de groenbestemming.
  • Het overige groen betreft voornamelijk bermen en kleine groenperken, deze passen binnen de groenbestemming en de verkeersbestemmingen. Verder valt de openbare ruimte binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied', uitgezonderd de terreinen met een andere functie, zoals de begraafplaatsen.
  • In de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied', is ruimte voor speelplekken voor kinderen en jongeren. Dit wordt niet apart aangeduid maar opgenomen in de bestemmingsomschrijving, zodat het overal mogelijk is. Dit bevordert de flexibiliteit.
  • Het evenemententerrein aan de Maliebaan wordt voorzien van een aanduiding. Verder zijn evenementen toegestaan binnen de bestemming ‘Verkeer – Verblijfsgebied’.