direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Buitengebied herziening G.J. Doorninkweg 8 Lichtenvoorde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPBUI101-VG02

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het hobbymatig houden van dieren en telen van gewassen;
  • b. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  • c. behoud en herstel van kleinschalige landschapselementen;
  • d. extensieve dagrecreatie;

met de daarbij behorende:

d. erfbeplanting;

e. nutsvoorzieningen;

f. erven en terreinen;

g. wegen en paden;

h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op de voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegestaan

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.

3.3 Afwijking van de bouwregels
3.3.1 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in 3.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten behoeve van de bestemming 'Agrarisch', met dien verstande dat:

  • 1. ten hoogste één schuilgelegenheid voor vee gerealiseerd mag worden;
  • 2. de oppervlakte van het gebouw niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • 3. de goothoogte en bouwhoogte van een gebouw niet meer dan respectievelijk 2,5 en 3,5 m mag bedragen;
  • 4. de oppervlakte van het bij de schuilgelegenheid behorende terrein tenminste 1.000 m² bedraagt.
3.3.2 Afwegingskader

Een in 3.3 genoemde omgevingsvergunning waarbij wordt afgeweken van de regels kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid;
  • g. en de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond.
3.3.3 Procedure

Voor een besluit tot afwijking geldt de voorbereidingsprocedure zoals genoemd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het egaliseren en vergraven van gronden;
  • b. het aanbrengen van beplanting;
  • c. het aanleggen, verbreden, verharden en verwijderen van wegen en paden.
3.4.1 Procedure

Voor een besluit tot een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden geldt de voorbereidingsprocedure zoals genoemd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering;
  • c. het gebruik van gronden en opstallen voor doeleinden van handel en/of andere dan agrarische bedrijfsdoeleinden.