direct naar inhoud van 5.9 Landgoederen en buitenplaatsen
Plan: Buitengebied Doorn 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpDOObuitengebied-va02

5.9 Landgoederen en buitenplaatsen

Bestaande landgoederen en buitenplaatsen
De in het plangebied gelegen bestaande landgoederen en buitenplaatsen vormen cultuurhistorisch waardevolle elementen. Zij vertellen iets over de geschiedenis van het gebied, maar zijn ook landschappelijk erg aantrekkelijk. Mede daarom zorgen ze er voor dat de omgeving ook recreatief zeer aantrekkelijk is. Het meest karakteristieke aan een landgoed of buitenplaats is de afwisseling van verschillende functies (met name bos en landbouw), waarbij de omvang per functie geen vast gegeven behoeft te zijn.

Ten aanzien van de wijze van bestemmen van de landgoederen en buitenplaatsen in dit plan kan het volgende worden vermeld. Omdat een bestemmingsplan regels geeft voor het gebruik van gronden en gebouwen alsmede het bouwen, vormen de huidige functie en het huidige gebruik het uitgangspunt voor de op te leggen bestemmingen. Primair gaat het derhalve om agrarische bestemmingen, natuurbestemmingen, woonbestemmingen et cetera. In het geval van een landgoed of een buitenplaats is veeleer sprake van een samenstel van verschillende functies, die als geheel beheerd worden. Hier is vooral de eigendomssituatie bepalend. Een bestemmingsplan regelt echter niet de eigendommen, maar het gebruik. De eigendomssituatie heeft ruimtelijk geen relevantie. In het algemeen zijn de op de bestaande landgoederen en buitenplaatsen aanwezige functies daarom afzonderlijk bestemd, tot bijvoorbeeld 'Wonen', 'Maatschappelijk' of 'Kantoor'.

Bij een aanvullende regeling voor (bestaande) landgoederen en buitenplaatsen in het plan moet het dus de ruimtelijk relevante meerwaarde betreffen van landgoederen en buitenplaatsen, die onvoldoende door de onderliggende bestemmingen wordt beschermd of geregeld. Daarbij kan het met name gaan om de volgende bijzondere waarden:

  • Een kenmerkende paden- en lanenstructuur of karakteristieke zichtassen;
  • Bijzondere landschappelijke elementen, zoals theekoepels, hekwerken en dergelijke;
  • Karakteristieke centrale bebouwing, veelal in de vorm van een kasteel, landhuis of versterkt huis, veelal met een tuin en park.

Voor zover de bestaande landgoederen en buitenplaatsen in het plangebied dergelijk bijzondere waarden vertegenwoordigen, zijn die waarden aanleiding geweest voor het opnemen van de dubbelbestemming 'Waarde - Landgoed en buitenplaats'. Rekening is gehouden met het feit dat het toekennen van een dubbelbestemming aan een landgoed of buitenplaats, dat enkel bestaat uit bos en agrarische gronden, geen meerwaarde heeft. Hier is de instandhouding van de aldaar voorkomende bijzondere waarden al door de onderliggende bestemming afdoende geregeld.

Het opleggen van de dubbelbestemming heeft aldus met name tot doel de instandhouding van bepaalde bijzondere waarden op landgoederen en buitenplaatsen te waarborgen, gezien uit het oogpunt van de bestaande situatie. Daarnaast is aan de dubbelbestemming een enkele specifieke afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid gekoppeld, welke beperkte ontwikkelingsruimte biedt ten behoeve van het bevorderen van de instandhouding van het landgoed c.q. de buitenplaats.

Uit de ligging van de dubbelbestemming op de plankaart volgt de begrenzing van de bestaande landgoederen en buitenplaatsen. De begrenzing blijkt ook uit Bijlage 2. Het gaat om beschermde (historische) buitenplaatsen en de landgoederen, die zijn gerangschikt onder de Natuurschoonwet 1928.

Nieuwe landgoederen
In het plangebied zijn, gelet op de Nota Nieuwe Landgoederen (althans het concept daarvan), gebieden waar ontwikkeling van nieuwe landgoederen aan de orde kan zijn. De gebieden waar dit mogelijk en wellicht gewenst wordt geacht, zijn aangewezen als een zoekgebied voor nieuwe landgoederen. In het buitengebied van Doorn betreft het met name het gebied ten zuiden van de kern.

Echter, vanwege het belang dat wordt gehecht aan het behouden van de hoge landschappelijke en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied en gezien het vele onderzoek dat vereist is in het kader van de ontwikkeling van een nieuw landgoed, dient voor de realisatie van een (nieuw) landgoed de 'zware' procedure van herziening van het bestemmingsplan te worden. In zowel de Nota Nieuwe Landgoederen als het daaraan voorafgaande beleid is dit ook als zodanig gesteld. In de regels van dit bestemmingsplan is daarom geen regeling opgenomen, die de ontwikkeling van nieuwe landgoederen mogelijk maakt.