Plan: | Voorhout-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1525.BP2011VHT09001-0402 |
De planregels zijn opgedeeld in 4 hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden de inleidende regels gegeven. In het tweede hoofdstuk is de bestemmingsregeling gegeven die gelden voor het plangebied. In hoofdstuk 3 zijn vervolgens de algemene regels opgenomen. Tot slot in hoofdstuk 4 staan de overgangs- en slotregels. In de onderstaande paragrafen wordt per artikel uiteen gezet wat de functie van het artikel is binnen het bestemmingsplan.
Begrippen (artikel 1) en Wijze van meten (artikel 2)
De begrippen die in dit bestemmingsplan zijn opgenomen, worden in artikel 1 nader gedefinieerd. Bij toetsing van het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel opgenomen definities van de begrippen. Naast begrippen zijn in het bestemmingsplan hoogte- en andere maten opgenomen die van belang zijn bij het bouwen van bouwwerken. Artikel 2 van de regels geeft een nadere omschrijving hoe de bedoelde maten gemeten moeten worden.
Artikel 3 - Bedrijf
Op één locatie binnen het plangebied komt de bestemming Bedrijf voor. Ter plaatse is een bedrijf toegestaan uit ten hoogste milieucategorie 2. Als onderdeel van het bedrijf is het toegestaan om 50% van het bedrijfsvloeroppervlakte te gebruiken ten behoeve van een kantoor. Het bedrijf dient gebouwd te worden binnen het aangegeven bouwvlak. Daarbij is eveneens aangegeven wat de maximale bouwhoogten bedraagt voor het gebouw.
Artikel 4 - Cultuur en ontspanning
Binnen het plangebied is een kinderboerderij aanwezig. De kinderboerderij is opgenomen binnen de bestemming Cultuur en ontspanning en daarbij aangeduid met de aanduiding 'kinderboerderij'. Andere vormen van cultuur en ontspanning zijn hierdoor op deze locatie niet toegestaan. Gebouwen en overkappingen mogen gebouwd worden binnen het bouwvlak. Met een aanduiding is aangegeven wat de maximale bebouwingspercentage is van het bouwvlak. De maximale bouwhoogte voor gebouwen en overkappingen is gesteld op 3 m.
Artikel 5 - Gemengd
Deze verzamelbestemming is opgenomen voor die locaties waar het wonen veelal op verdiepingen wordt gecombineerd met een andere functie. Andere functies die mede mogelijk zijn gemaakt binnen deze bestemming zijn detailhandel en dienstverlening, horeca, kantoren en verschillende maatschappelijke voorzieningen. Wel is op één locatie de mogelijkheid van horeca expliciet uitgesloten. De toegestane goot- en/of bouwhoogte is aangegeven binnen het bouwvlak waar hoofdgebouwen binnen gebouwd mogen worden. Daarnaast is op sommige locaties een bebouwingspercentage opgenomen. Indien geen percentage is opgenomen, mag het bouwvlak volledig worden gebouwd.
Artikel 6 - Groen
Binnen het plangebied zijn structuurbepalende groengebieden opgenomen. Deze gronden zijn bestemd als Groen. Binnen de bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, toegestaan, met een maximale bouwhoogte van 3 m. Langs de Zuidelijke Randweg is een aanduiding opgenomen voor het realiseren van geluidwerende voorzieningen in de vorm van een geluidsscherm. Verder is om enige flexibiliteit in het bestemmingsplan te houden de mogelijkheid om binnen de bestemming eveneens nutsvoorzieningen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden aan te leggen.
Artikel 7 - Kantoor
Aan de Schoutenlaan bevindt zich één kantoorpand. Het hoofdgebouw is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. Wel mag het gehele bouwvlak bebouwd worden. De bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 3 m. In de bestemmingsregeling is verder weergegeven wat gebouwd mag worden aan bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Binnen het bestemmingsvlak zijn ook parkeervoorzieningen toegestaan. Ter plaatse van de bestemming Kantoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming te wijzigen naar Wonen en Tuin.
Artikel 8 - Maatschappelijk
Voor de in het plangebied aanwezige maatschappelijke voorzieningen is de bestemming Maatschappelijk opgenomen. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld scholen, een bibliotheek, het gemeentehuis, jeugd- en kinderopvang, en dergelijke. De regeling is relatief flexibel, zodat een uitwisseling van functies eventueel mogelijk is. Dit wil zeggen dat binnen de bestemming Maatschappelijk diverse maatschappelijke voorzieningen gevestigd kunnen worden en onderling uitwisselbaar zijn. Met de aanduidingen 'markt' en 'wonen' is het gebruik van de maatschappelijk bestemmingen, daar waar deze aanwezig zijn, verruimd. Hoofdgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak opgenomen, waarbij ook de maximale goot- en bouwhoogten zijn aangegeven.
Artikel 9 - Sport
Aan de Fuchsiastraat is de bestemming Sport opgenomen. Op deze locatie is een tennisvereniging aanwezig met verschillende indoor- en outdoortennisbanen. Gebouwen en overkappingen zijn binnen het aangegeven bouwvlak toegestaan. Daarnaast is middels een aanduiding aangegeven waar een bedrijfswoning is toegestaan. specifiek ten behoeve van de sportvoorzieningen zijn afwijkende bouwhoogten opgenomen voor bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
Artikel 10 - Tuin
In tegenstelling tot de achtererven en de meeste zijerven bij woningen zijn de voortuinen en delen van de zijtuinen, behorende bij de woningen, niet onder de bestemming Wonen opgenomen, maar apart bestemd als Tuin. Op enkele locaties is eveneens een strook met de bestemming Tuin opgenomen die direct grenzen aan een watergang. Dit om te zorgen dat deze stroken gevrijwaard blijven van erfbebouwing. Ter illustratie van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Tuin en Wonen zijn onderstaand, onder het kopje artikel 15 t/m 17, afbeeldingen opgenomen.
Binnen de bestemming tuin is het toegestaan om parkeervoorzieningen te treffen, perceelsontsluitingen aan te leggen en steigers te realiseren bij het water. Tevens zijn binnen de bestemming specifieke bouwregels opgenomen voor erkers en luifels. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport' zijn eveneens carports toegestaan.
Artikel 11 - Verkeer
Voor wegen waar geen sprake is van een 30 km/h regime, is de bestemming Verkeer opgenomen. Daar waar de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied gericht is op de verblijfsfunctie, is deze bestemming met name gericht op de ontsluiting van het gebied. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
Artikel 12 - Verkeer - Railverkeer
Binnen het plangebied bevindt zich een spoorverbinding. Daarnaast is hier ook een station aanwezig. Dit is opgenomen binnen de bestemming Verkeer - Railverkeer. Binnen deze bestemming zijn spoorwegen, met daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen toegestaan. Ook zijn een spoorwegstation, informatiepunt en perrons toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is geregeld dat er geen bebouwing is toegestaan tot een hoogte van 2,5 m. De totale oppervlakte van gebouwen ten behoeve van een creatief informatiepunt en gebouwen ten behoeve van verkeer- en railverkeer bedraagt ten hoogste 200 m2. De bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van ten hoogste 3 m. Hierbinnen zijn ook overkappingen toegestaan.
Artikel 13 - Verkeer - Verblijfsgebied
In het plangebied bevinden zich 30 km/h wegen. Deze wegen zijn opgenomen binnen de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied. De bestemming is erop gericht om ook bijvoorbeeld speelvoorzieningen binnen de woonstraten te kunnen realiseren. Binnen deze bestemming wordt eveneens ruimte geboden voor parkeergelegenheden. Daarnaast is een aanduiding 'evenemententerrein' opgenomen waar het mogelijk is om de grond te gebruiken voor gebeurtenissen dat gericht is op een groter publiek op gebied van kunst, sport ontspanning en cultuur. Ook is de aanduiding 'markt' opgenomen. Op deze locatie is ook een markt toegestaan. Voor zover het openbaar gebied geen onderdeel uitmaakt van het structureel groen, is de openbare ruimte en de groenvoorzieningen opgenomen binnen deze bestemming.
Artikel 14 - Water
Het open water, wat in het plangebied aanwezig is, is opgenomen binnen de bestemming Water. Binnen deze bestemming is verkeer te water en oeververbindingen toegestaan. Daarnaast zijn hier bruggen, duikers en steigers mogelijk. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan. Voor steigers is bepaald dat de oppervlakte maximaal 6 m2 bedraagt, waarbij de breedte en lengte respectievelijk maximaal 1 m en 6 m bedraagt.
Artikel 15 t/m 17 - Wonen - 1 t/m 3
Het grootste gedeelte van het plangebied is bestemd voor Wonen. De gemeente Teylingen heeft een eigen standaard indeling voor verschillende woningbouw typologieën. Voor de verschillende typologieën zijn de bestemming Wonen 1 t/m 3 opgenomen. Onderstaand zijn deze bestemmingen verder uitgewerkt.
Algemeen genomen is geregeld dat binnen de bestemming, naast woningen, ook voorzieningen toegestaan zijn ten behoeve van het wonen. Hierbij moet gedacht worden aan groen, water, erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en perceelsontsluitingen. Hoofdgebouwen mogen voorts uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. De toegestane goot- en bouwhoogten zijn binnen de verbeelding opgenomen. Voor de erfbebouwing bij de woningen zijn vervolgens specifieke regels opgenomen, waarbij in ieder geval geregeld dat ten hoogste 50% van de zij- en achtererf bebouwd mag worden, tot een maximum van 100 m2.
Binnen Wonen - 1 zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan. Binnen deze bestemming is een uitzondering opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' (prr) is tevens een praktijkruimte toegestaan. De bestemming Wonen - 2 voorziet in twee-aan-ééngebouwde en geschakelde woningen. Binnen deze bestemming zijn de aanduidingen 'garages' (ga) en 'praktijkruimte' (prr) en 'gemengd' (gd) opgenomen. Binnen deze laatste aanduiding zijn tevens maatschappelijke doeleinden, dienstverlening en kantoren toegestaan. Daarnaast is de aanduiding 'maatschappelijk' (m) opgenomen, hier zijn op de begane grond uitsluitend maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Wonen - 3 is tot slot opgenomen voor de gestapelde woningen.
Ter plaatse van deze bestemmingen zijn hoofdgebouwen uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. Met aanduidingen voor de maximale goot- en bouwhoogte is aangegeven tot welke hoogten de woningen gebouwd mogen worden. De goothoogte mag onder voorwaarden worden doorbroken ten behoeve van een dakkapel.
Daarnaast is er een specifieke bouwregeling voor erfbebouwing binnen deze bestemmingen. Zo is bepaald dat de gezamenlijke omvang van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 50% van het zij- en achtererf mag bedragen, met een maximale gezamenlijke omvang van 100 m2. In onderstaande figuren is de positionering van de erfbebouwing uitgebeeld. In de bouwmogelijkheden is een onderscheid gemaakt tussen 'aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen', 'vrijstaande bijgebouwen en overkappingen' en 'dakterrassen'.
Artikel 18 - Wonen - Woonwagenstandplaats
Behalve de normale woonvormen, bevindt zich tevens een locatie binnen het plangebied met woonwagenstandplaatsen. Dit is bestemd als Wonen - Woonwagenstandplaats. Ter plaatse van deze bestemming zijn uitsluitend woonwagenstandplaatsen en woonwagens toegestaan. Ter plaatse zijn maximaal 3 standplaatsen toegestaan. De goot- en bouwhoogte van de woonwagens bedraagt ten hoogste 3 m en 4,5 m. De bijbehorende erfbebouwing bedraagt gezamenlijk per standplaats 15 m2.
Artikel 19 en 20 Wonen - Uit te werken -1 en -2
Binnen het plangebied zijn twee locaties aangewezen waar middels een uitwerkingsplan de mogelijkheid bestaat om de locatie in te richten. Het gaat hier om restlocaties die zijn overgebleven uit het voorgaande bestemmingsplan die de ontwikkeling van het onderhavige woongebied heeft mogelijk gemaakt.
Ter plaatse van Wonen - Uit te werken-1 en Wonen - Uit te werken-2 is de mogelijkheid opgenomen om het gebied verder uit te werken ten behoeve van woningbouw. Ter plaatse van beide gebieden zijn ten hoogste 2 woningen toegestaan. Voor de hoogte van de woningen wordt aangesloten bij de maximale goot- en bouwhoogte van de naastgelegen woningen aan de noordoostzijde. Ook moet de voorgevel van de nieuwe woningen in lijn staan met deze woningen.
Het bevoegd gezag moet de bestemming uitwerken overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast moet voor de vaststelling van het plan inzicht worden gegeven in de gewenste verkaveling en het functionele programma. Ook moet vaststaan dat er sprake is van een aanvaardbare milieuhygiënische woonsituatie of dat deze is gewaarborgd. Het uitwerkingsplan dient te worden opgesteld op basis van de neergelegde stedenbouwkundige randvoorwaarden.
Op deze gronden geldt een voorlopig bouwverbod. Bouwen is pas toegestaan nadat het uitwerkingsplan onherroepelijk is geworden.
Artikel 21 - Waterstaat - Waterkering
Binnen het plangebied is een gebied aanwezig waarbij sprake is van een waterkerende functie. Voor dit gebied is de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering opgenomen. Door middel van deze bestemming is geregeld dat slechts beperkte bouwmogelijkheden zijn op deze gronden. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale hoogte van 3 m zijn hier toegestaan.
Artikel 22 - Waarde - Archeologie
In Voorhout is sprake van afwisselend lage, middelhoge en hoge verwachtingswaarden voor archeologische resten. Bij de ruimtelijke inrichting en ontwikkelingen moet daarom gezocht worden naar eventueel voorkomende archeologische waarden. De dubbelbestemming Waarde - Archeologie is daarom opgenomen om het gebied aan te geven waar in ieder geval onderzoek benodigd is. Hierbij is een onderverdeling gemaakt naar 3 waarden, namelijk 'specifieke vorm van waarde - 1 t/m 3'. Waarde - 1 is opgenomen voor gebieden met een hoge of onbekende verwachtingswaarde en niet-beschermde archeologische monumenten. Waarde - 2 is voor die gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde. Waarde - 3 tot slot is voor gebieden met een lage verwachtingswaarde.
In artikel 28 van dit bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Waarde - Archeologie te wijzigen, dan wel geheel of gedeeltelijk te verwijderen. Dit is mogelijk indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen sprake meer is van archeologische waarden. Uit het nader archeologisch onderzoek moet blijken dat het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden voorziet.
Artikel 23 - Antidubbeltelregel
De regel is om te voorkomen dat mocht in het bestemmingsplan zijn bepaald, dat bij een gebouw een open terrein verplicht is, dat terrein nog eens meetelt bij de beoordeling van een aanvraag van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke verplichting wordt gesteld.
Artikel 24 - Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn. Voorts is een regeling opgenomen om te voorkomen dat bouwwerken die legaal tot stand zijn gekomen, maar qua maatvoering niet geheel in overeenstemming zijn met het voorliggende bestemmingsplan, worden 'wegbestemd'. Ook is binnen dit artikel een regeling opgenomen voor ondergronds bouwen en aanleggen van werken.
Artikel 25 Algemene gebruiksregels
In dit artikel is een regeling opgenomen over evenementen die buiten de aangewezen evenemententerreinen zouden plaatsvinden. Daarnaast zijn ook regels opgenomen over standplaatsen, ten behoeve van marktkramen.
Artikel 26 - Algemene aanduidingsregels
Binnen de regels komen verschillende algemene aanduidingsregels voor. Dit betreft aanduidingen die over meerdere bestemmingen liggen. Voor enkele woningen is de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeren op eigen erf 1' en 'specifieke vorm van wonen - parkeren op eigen erf 3' opgenomen. Deze aanduidingen komen ook voor binnen de bestemming Tuin en betreft dezelfde type regeling. In de bestemming Tuin zijn 3 aanduidingen met betrekking tot parkeren. Deze aanduidingen zijn 'specifieke vorm van tuin - parkeren op eigen erf 1, 2 en 3'.
Op één locatie in het plangebied komt een Wro-zone - wijzigingsgebied voor. Ter plaatse van het wijzigingsgebied is het mogelijk om onder voorwaarden de bestemming te wijzigen naar Wonen - 1 en Tuin, ten behoeve van één woning. De woning mag een goot- en bouwhoogte hebben van respectievelijk 6 m en 11 m.
Voor het wijzigingsgebied geldt, dat bij het gebruikmaken van de wijzigingsmogelijkheid de uitvoerbaarheid van het plan moet worden aangetoond op diverse sectorale aspecten zoals bodemkwaliteit, flora- en fauna, water, externe veiligheid, luchtkwaliteit en geluidshinder.
Artikel 27 – Algemene afwijkingsregels
Dit artikel is opgenomen om ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan met een algemene bevoegdheid mogelijk te maken. De regeling voorziet in een duidelijke begrenzing van het toepasbaar bereik van de afwijking. Een afwijking wordt onder andere toegepast voor bij het verkopen van snippergroen. Bij die afwijking dient te worden voldaan aan het bepaalde in onderstaande figuur.
Artikel 28 – Algemene wijzigingsregels
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen. Het gaat hierbij om een bevoegdheid en houdt geen verplichting in. Deze bevoegdheid mag nadrukkelijk niet worden gebruikt om zodanig aanzienlijke wijzigingen van bestemmingen te bewerkstelligen, dat daarmee de essentie van het plan wezenlijk wordt veranderd.
Artikel 29 – Overige regels
Werking wettelijke regelingen
In dit artikel is bepaald dat wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan. Van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) mag een bestemmingsplan enkel en alleen worden gewijzigd volgens de vereiste procedure van de Wro. De Afdeling heeft er bezwaar tegen dat een plan impliciet gewijzigd kan worden. Met dit artikel wordt dit voorkomen.
Artikel 30 – Overgangsrecht
Het overgangsrecht ten aanzien van het bouwen staat verwoord in artikel 21.1 Wro. Dit artikel is, rekening houdend met de terminologie uit de Wabo, één op één overgenomen in dit bestemmingsplan. Een bouwwerk dat op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt aanwezig is dan wel planologisch mogelijk is, mag gedeeltelijk worden vernieuwd, veranderd of in het geval van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd. De aard van het gebouw mag hierbij niet veranderen en ook mag de omvang niet worden vergroot. Eventuele uitbreiding is slechts mogelijk met een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.
Het tweede lid gaat in het gebruik van (on)bebouwde gronden en bouwwerken, dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Ander strijdig gebruik is niet toegestaan.
Artikel 31 – Slotregel
Het laatste artikel van het bestemmingsplan betreft de slotregel, waarin de naam, zoals de regels aangehaald kunnen worden, is opgenomen.