direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - Uit te werken-2
Plan: Voorhout-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2011VHT09001-0402

Artikel 20 Wonen - Uit te werken-2

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Uit te werken-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in vrijstaande, twee-aaneengebouwde en geschakelde woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, tuinen en water.

20.2 Uitwerkingsregels
20.2.1 Algemeen

Het bevoegd gezag werkt de bestemming uit overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient inzicht te bestaan in de gewenste verkaveling en het functionele programma, waaronder woningbouw, groen, water, voorzieningen e.d.;
  • b. voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient vast te staan dat er een aanvaardbare milieuhygiënische woonsituatie zal zijn gewaarborgd;
  • c. voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient vast te staan dat in het uitwerkingsgebied ten aanzien van bodemverontreinigingen en bodemkwaliteit een aanvaardbare situatie is gewaarborgd;
  • d. de uitwerking van de bestemming Wonen - Uit te werken-2 kan in zijn geheel dan wel in delen plaatsvinden.

20.2.2 Uitwerkingsregels ten aanzien van de bouw
  • a. de hoofdgebouwen moeten in de voorgevelrooilijn worden gebouwd van de overige woningen aan de Jacoba van Beierenweg;
  • b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 11 m;
  • d. er zijn ten hoogste 2 woningen toegestaan.

20.2.3 Uitwerkingsregels ten aanzien van het gebruik
  • a. De vloeroppervlakte ten behoeve van aan huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 50 m2.

20.3 Bouwregels
20.3.1 Voorlopig bouwverbod
  • a. Zolang en voor zover de in lid 20.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mag er niet worden gebouwd;
  • b. Op deze gronden mag na het onherroepelijk worden van de uitwerking zoals bedoeld in lid 20.2 worden gebouwd in overeenstemming met inachtneming van de in het uitwerkingsplan opgenomen regels.

20.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van lid 20.2, indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.