9.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Landgoed zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen van paden en het aanbrengen van verhardingen;
-
b. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de gronden;
-
c. het scheuren van het gazon;
-
d. het aanleggen, veranderen of dempen van waterlopen of (speel) vijvers;
-
e. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport- , energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
f. het vellen, rooien, kappen of snoeien van de op deze gronden aanwezige bomen, houtgewassen en andere opgaande begroeiing;
-
g. het planten van bomen en andere houtige gewassen ter plaatse waar deze gronden niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan.
9.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 9.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover:
-
a. door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de landschaps- en natuurwaarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
-
b. door het stellen van voorwaarden, schade aan de landschaps- en natuurwaarden, als bedoeld in dit lid onder a, zal zijn te voorkomen dan wel het herstel van die waarden kan worden zekergesteld.