Plan: | Sassenheim-Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1525.BP2011SAS04004-0401 |
Deze paragraaf geeft het relevante (toegepast op plangebied) actuele ruimtelijk beleidskader weer en conclusies met betrekking tot de betekenis van het beleidskader voor het plan. Het specifieke, sectorale beleid gericht op bepaalde (milieu) thema's komt bij de omgevingsaspecten aan bod. Dit heeft als voordeel dat op één plaats alle informatie over een onderwerp is verzameld.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. De structuurvisie vervangt de Nota ruimte, Nota mobiliteit (gedeeltelijk), de structuurvisie Randstad en nog een aantal kleine plannen. Deze nota's zijn derhalve niet meer opgenomen in dit bestemmingsplan. In de SVIR zijn, uitgaande van de verantwoordelijkheden van het Rijk, de ambities uitgewerkt in rijksdoelen tot 2028, waarbij is aangegeven welke nationale belangen aan de orde zijn.
Nederland moet concurreren en daarnaast bereikbaar, leefbaar en veilig zijn. Dat is het streven van het Rijk. Het Rijk voorziet dit met een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. De ruimtelijke structuur van Nederland heeft zich ontwikkeld van steden in een landelijk gebied naar stedelijke regio's in interactie met landelijke en cultuurhistorische gebieden. Dit maakt Nederland sterk en onderscheidend in de wereld. Die samenhang van het internationale en regionale schaalniveau wil het Rijk behouden, laten groeien en versterken. Nederland heeft met zijn internationale oriëntatie en open economie een hoog welvaartsniveau opgebouwd. Een netwerk van hoogwaardige internationale verbindingen van weg, spoor, water en lucht, met daarbinnen de mainports als belangrijke knooppunten is de basis voor die internationale concurrentiepositie. De 3 hoofddoelen van de structuurvisie zijn:
Toetsing en conclusie
De doelstellingen zijn vertaald in 13 Nationale belangen. Hiervan is 'Nationaal belang 1' van toepassing op het onderhavige plangebied, namelijk: "een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren". Het plangebied ligt in de stedelijke regio Den Haag. Omdat dit bestemmingsplan een conserverende insteek heeft, met slechts enkele wijzigingsbevoegdheden, is dit plan niet in strijd met de doelstellingen die het rijk heeft verwoord in de SVIR.
Barro
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, ook wel het Barro genoemd, is op 1 oktober 2012 volledig in werking getreden. Het Barro heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. Het Barro is het inhoudelijke beleidskader van de rijksoverheid waaraan bestemmingsplannen van gemeenten moeten voldoen. Dit betekent dat het Barro regels geeft over bestemmingen en het gebruik van gronden en zich daarbij primair richt tot de gemeenten. Daarnaast kan het Barro aan de gemeenten opdragen om in de toelichting bij een bestemmingsplan bepaalde zaken uitdrukkelijk te motiveren.
De volgende onderwerpen uit het Barro moeten worden vertaald in bestemmingsplannen: (1) Project Mainportontwikkeling Rotterdam, (2) Kustfundament, (3) Grote Rivieren, Waddenzee en Waddengebied, (4) Defensie, (5) Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, (6) Rijksvaarwegen, (7) Hoofdwegen en spoorwegen, (8) Elektriciteitsvoorzieningen, (9) EHS, (10) Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en de (11) uitbreidingsruimte van het IJsselmeer.
Met de inwerkingtreding van het Barro heeft er ook een wijziging plaatsgevonden van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In het Bro is opgenomen dat gemeenten en provincies verplicht zijn om in de toelichting van een ruimtelijk besluit de zogenaamde 'ladder voor duurzame verstedelijking' op te nemen, wanneer een zodanig ruimtelijk besluit een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. Er zijn geen directe bouwtitels in het bestemmingsplan opgenomen. Een ladder voor duurzame verstedelijking is derhalve niet van toepassing op dit bestemmingsplan.
Toetsing en conclusie
Door de kleinschaligheid van het bestemmingsplangebied zijn er geen raakvlakken met het Barro en het Barro vormt derhalve geen belemmering voor het bestemmingsplan.
Structuurvisie – Visie op Zuid-Holland (2010)
Provinciale Staten hebben op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland", de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld. In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie en geeft een doorkijk naar 2040. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers.
De functiekaart, zie figuur 2.1, geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Op de functiekaart van Visie op Zuid-Holland is het plangebied aangeduid als 'stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer'. Binnen deze functie streeft de provincie naar differentiatie van gebruik om een prettig woon- en vestigingsklimaat te realiseren. De hoofdfunctie is wonen, maar ook functies als bedrijvigheid, kantoren en andere stedelijke voorzieningen vinden hierin plaats. Het huidige karakter van het bestaande gebied past hierbinnen.
Figuur 2.1 Uitsnede functiekaart Visie op Zuid-Holland.
Naast het sturen op functies, 'wat en waar', wil de provincie ook sturen op kwaliteit, 'waar en welke'. Op de kwaliteitskaart, zie uitsnede in figuur 2.2, zijn zowel de bestaande als de gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal. Op de kwaliteitskaart van Visie op Zuid-Holland is het plangebied aangeduid als 'Stedelijk netwerk'. Hiermee wordt het stads- en dorpsgebied, bestaande uit samenhangende stedelijke agglomeraties en kernen die gekoppeld zijn aan het Zuidvleugelnet, benoemd.
Figuur 2.2 Uitsnede kwaliteitskaart Visie op Zuid-Holland.
Beide kaarten duiden de bestaande situatie en hiermee is 'Sassenheim-Zuid' ook in de toekomst passend in de provinciale visie. Tot 2020 staan voor het stedelijk netwerk de volgende provinciale belangen centraal:
Verordening Ruimte (2010)
De Ruimtelijke Provinciale Verordening is vastgesteld door de Provinciale Staten op 2 juli 2010. De Verordening is een beleidsmatige vertaling van de structuurvisie naar een verordening waarin onder andere is vastgelegd dat in principe geen verstedelijking buiten de bebouwingscontouren (geen nieuwe vestiging of uitbreiding van stedelijke functies, intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies) mag plaatsvinden. Alleen onder bepaalde voorwaarden kunnen bebouwingscontouren worden aangepast. Tevens mag er geen nieuwe detailhandel en niet meer dan 10% uitbreiding van bestaande detailhandel buiten winkelcentra gerealiseerd worden.
In 2011 en in 2012 heeft de Provincie een herziening/actualisatie van de Verordening ruimte vastgesteld. In deze herzieningen komen onderwerpen als lintbebouwing, glastuinbouw en kantoor locaties aan de orde. Er zijn geen onderwerpen opgenomen in de actualisatie/herziening die doorwerken in dit bestemmingsplan.
Actualisatie Verordening en structuurvisie
Na de in werking treding van de Structuurvisie en Verordening Ruimte in 2010 heeft de Provincie besloten om ieder jaar een herziening of actualisatie op beide documenten vast te stellen. Inmiddels zijn de eerste herziening, de actualisatie 2011 en de tweede herziening, de actualisatie 2012, vastgesteld. In de actualisaties staan onderwerpen als herijking EHS, nieuwe glastuinbouwlocaties en bebouwing in het buitengebied. Er zijn geen onderwerpen opgenomen in de actualisaties die van invloed zijn op het onderhavige bestemmingsplan.
Toetsing en conclusie
Door de conserverende insteek heeft het bestemmingsplan geen directe raakvlakken met de ambities uit de Structuurvisie of bepalingen uit de Verordening en de herzieningen daarvan. Mocht in de toekomst het plangebied voorzien worden van ontwikkelingen, zoals bij het verzilveren van de wijzigingsgebieden, dan worden de ambities uit de structuurvisie in acht genomen en zal de verordening verder vertaald worden in het bestemmingsplan.
Regionale Structuurvisie Holland Rijnland 2020
Op 24 juni 2009 is de Regionale Structuurvisie Holland Rijnland vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland, zie figuur 2.3. Deze bestaat uit de gemeenten Alkemade, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Op 1 april 2010 hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude zich aangesloten bij Holland Rijnland. Om deze reden is de eerste partiële herziening vastgesteld.
Met de Regionale Structuurvisie kiezen de Holland Rijnland-gemeenten koers voor de ruimtelijke inrichting van de gelijknamige regio. In de visie is een aantal keuzes gemaakt die de samenhang tussen de grote deelgebieden van de regio verbeteren. De deelgebieden zijn de Bollenstreek, de kustzone, het stedelijk gebied en Veenweide en Plassen.
In de Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland wordt inzicht gegeven in de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020 (met doorkijk naar 2030). Op basis van deze visie worden de volgende zeven kernbeslissingen geformuleerd. Deze kernbeslissingen geven de belangrijkste keuzes weer.
Figuur 2.3 Uitsnede RSV 2020.
Toetsing en conclusie
Door de conserverende insteek van het bestemmingsplan is het plan niet in strijd met de regionale structuurvisie. Het bestemmingsplan en de indirecte ontwikkelmogelijkheden in het plangebied, zijn niet in strijd met de regionale structuurvisie, omdat die zich met name richt op buitengebieden.
Intergemeentelijk Structuurvisie Greenport (ISG)
De raden van de zes greenportgemeenten hebben op 10 december (Hillegom) en op 17 december 2009 (Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen) de Intergemeentelijke structuurvisie Greenport vastgesteld. De structuurvisie vervangt het 'Pact van Teylingen' en het 'Offensief van Teylingen'.
De ISG is voor de greenportgemeenten van de Duin- en Bollenstreek een wettelijk zelfbindend kader voor gewenste ruimtelijke ontwikkeling in het buitengebied tot 2030 en geldt als toetsingskader voor toekomstige bestemmingsplannen. De onlangs opgerichte Greenport Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) B.V. zal samen met de aandeelhoudende greenportgemeenten verder vormgeven aan de inhoud en uitvoering van het meerjarenprogramma, dat voortvloeit uit de ISG.
De ISG is gericht op het creëren van een vitale Greenport met een vitaal landschap. Hiervoor zijn de volgende ambities en uitgangspunten opgesteld:
Toetsing en conclusie
De ISG is met name gericht op het buitengebied van de gemeente Teylingen. De opgestelde ambities en uitgangspunten hebben derhalve geen directe invloed op het onderhavige bestemmingsplan.
Toekomstvisie (2008)
Op 13 maart 2008 is de Toekomstvisie Vitaal en Vernieuwend voor de gemeente Teylingen door de gemeenteraad vastgesteld. Om de vitaliteit van Teylingen ook op lange termijn te behouden en zo mogelijk te versterken zijn de volgende beleiduitgangspunten van belang:
Specifiek voor het plangebied zijn de volgende beleidsuitgangspunten opgenomen:
Figuur 2.4 Kaart Toekomstvisie Vitaal & Vernieuwend.
Toetsing en conclusie
In het bestemmingsplan Sassenheim-Zuid wordt de bestaande situatie vastgelegd, maar waar er mogelijkheden tot kwaliteitsverbetering zijn, worden deze kansen benut. Dit wordt vooralsnog gedaan met het opnemen van drie wijzigingsbevoegdheden. Er zijn geen directe bouwontwikkelingen opgenomen, waardoor het bestemmingsplan niet in strijd is met de toekomstvisie.
Woonvisie Teylingen 2008-2020
Parallel aan de Toekomstvisie is een Woonvisie opgesteld als een belangrijke uitwerking om de doelen uit de Toekomstvisie te concretiseren en te realiseren. Gemeente Teylingen wil een gemeente zijn waarin het goed wonen is, in een dorpse sfeer, met voldoende voorzieningen voor verschillende leeftijdsgroepen. Daarbij is bereikbaarheid voor huishoudens met een verschillend inkomensniveau van belang en dienen identiteiten van de drie kernen behouden en versterkt te worden, waarbij ook ruimte op eigen grondgebied beschikbaar blijft voor recreatie, natuur en bedrijvigheid (waaronder de bollenteelt).
Voor de bestaande woningvoorraad moet de kwaliteit op peil blijven en waar mogelijk verbeteren. In de nieuwbouwstroom wil de gemeente zo gericht mogelijk woningen toevoegen, met als doel meer balans in de totale woningvoorraad aan te brengen. Daarbij is flexibiliteit een belangrijk begrip: woningen die gebouwd worden moeten voldoen aan de huidige woningbehoefte, maar ook aan die op de middellange en lange termijn. Dit vraagt om een lange termijnvisie bij de commerciële en maatschappelijke ontwikkelaars.
De Woonvisie schetst de gemeentelijke kijk op het wonen voor de periode tot 2020. Voor de toekomstige ontwikkeling staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:
De woonvisie van de gemeente Teylingen richt zich op drie kernen, Sassenheim, Warmond en Voorhout. Sassenheim en Voorhout zijn de twee grootste kernen. De kern Sassenheim heeft net als Warmond, in verhouding minder koopwoningen dan Voorhout. De verdeling tussen koop- en huurwoningen in Sassenheim-Zuid is vergelijkbaar met geheel Sassenheim.
Van alle ontwikkellocaties aangegeven in de Woonvisie Teylingen, valt er geen enkele binnen het plangebied. Wel staat woon-zorgcomplex Bernardus aangegeven als 'ankerpunt' voor een woonservicezone. Door in termen van woonservicezones te denken, probeert Teylingen zorgvuldig ruimtegebruik stimuleren, zodat de inwoners van de gemeente langer in hun huidige woning kunnen blijven wonen.
Toetsing en conclusie
Door de conserverende aard van het bestemmingsplan is het bestemmingsplan niet in strijd met de woonvisie, die met name op ontwikkelingen gericht is. Bij het uitwerken van de wijzigingsbevoegdheden die in het plan zijn opgenomen, of bij andere toekomstige ontwikkelingen in het plangebied, dienen de beleidsdoelstellingen uit de Woonvisie getoetst te worden.
Duurzaamheidsagenda 2011-2014
Het algemene kader voor het milieubeleid van de gemeente Teylingen is vastgelegd in de Duurzaamheidsagenda "Samenwerken en Verbinden". Dit beleid kent een directe relatie met de ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, voor duurzame (steden)bouw, alsook voor het klimaat en energiebesparing.
Toetsing en conclusie
Dit bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard. In het plangebied zijn 3 wijzigingsgebieden opgenomen waar in de toekomst eventuele ontwikkelingen mogelijk gemaakt kunnen worden. Hiervan is al bepaald dat de invloed op de luchtkwaliteit niet in betekenende mate bijdraagt. Bij de ontwikkeling van de gebieden zal gekeken worden naar duurzaamheid en zal aan de eisen die de gemeente hieromtrent oplegt worden voldaan