Plan: | Hooghkamer 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1525.BP2010VHT07001-0401 |
In opdracht van de Gemeente Teylingen is door ARCADIS in 2006 een onderzoek naar de luchtkwaliteit voor het (toenmalige) plan Hooghkamer te Voorhout uitgevoerd19. Het doel van het onderzoek was om op verschillende peiljaren (2006, 2010 en 2015) de luchtkwaliteit zowel binnen als buiten het plangebied te toetsen aan het Besluit luchtkwaliteit 2005 . De toetsing binnen het plangebied werd uitgevoerd ter bepaling van de directe hinder (blootstelling binnen het plan) en de toetsing op de randen van de wegen werd uitgevoerd ter bepaling van de indirecte hinder (gevolgen van het plan op de omgeving). De hierbij gehanteerde onderzoeksopzet is zodanig gekozen, dat het onderzoek gebruikt kon worden voor de bestemmingsplanprocedure20.
Uit de berekeningsresultaten bleek dat:
Op basis van de bovenstaande constateringen werd gesteld dat er geen sprake is van directe hinder binnen het plangebied en indirecte hinder nabij het plangebied. Daarom werd geconcludeerd dat binnen en nabij het plangebied wordt voldaan aan alle grenswaarden die zijn benoemd in het Besluit luchtkwaliteit 2005.
Na het verschijnen van bovengenoemd rapport is bovendien een belangrijke wetswijziging van kracht geworden (zie paragraaf 3.3.4). In het "Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)" zijn categorieën aangewezen waarvan op voorhand vaststaat dat zij niet in betekenende mate bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Sinds de inwerkingtreding van het NSL op 1 augustus 2009 geldt een grens van 3% van de betreffende grenswaarde.
Woningbouw is één van de categorieën waarvoor vaststaat dat niet in betekenende mate wordt bijgedragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Hierbij geldt dat een omvang van 1500 woningen overeenkomt met de grens van 3% van de betreffende grenswaarde (bij één ontsluitingsweg). Doordat het onderhavige project de realisering van circa 850 woningen omvat, kan worden gesteld dat het project niet in betekenende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Er hoeft daarom niet getoetst te worden aan de grenswaarden.
Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening dient wel afgewogen te worden of het aanvaardbaar is om het project op deze locatie te realiseren. Daarbij speelt de mate van blootstelling aan de luchtverontreiniging een rol. Voor deze afweging kan getoetst worden aan de ambitie uit het Milieubeleidsplan 2003-2010.
Eén van de ambities uit van het Milieubeleidsplan 2003-2010 luidt: Op het merendeel van de plaatsen waar mensen wonen, sporten of anderszins langdurig verblijven is de concentratie aan luchtverontreinigende stoffen in 2010 beduidend lager dan de toegestane grenswaarden. Waarbij in de praktijk de term beduidend lager dan de grenswaarde is gesteld op 36-38 µg/m3. Hierbij is aangesloten bij de extra ambitie uit het regionaal beleidskader duurzame stedenbouw.
Om inzicht te geven in de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging als gevolg van het plan kunnen de concentraties uit de saneringstool 3.1 van de ministeries van VROM en V&W worden gebruikt. Uit deze saneringstool 3.1 blijken de concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs de Jacoba van Beierenweg (op 10 meter van de wegrand, behalve indien de bebouwing dichterbij staat) respectievelijk 24,0 µg/m3 en 18,1 µg/m3 en langs de N444 ter hoogte van het plan 27,9 µg/m3 en 19,0 µg/m3 te bedragen in het jaar 2011.
Inclusief planontwikkeling wordt in het plangebied en in de omgeving daarvan voldaan aan de ambitie uit het Milieubeleidsplan 2003-2010 en de extra ambitie uit het regionaal beleidskader duurzame stedenbouw.
Het plan voldoet aan de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteitseisen. Verder wordt voldaan aan de ambitie uit het milieubeleidsplan 2003-2010. Hierdoor zijn er geen belemmeringen voor dit plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.