direct naar inhoud van 4.2 Externe veiligheid
Plan: Dorp Voorhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2008VHT08001-0501

4.2 Externe veiligheid

4.2.1 Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken3 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Inrichtingen

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Met het besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten ). Beide liggen op een niveau van 10-6  per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR (zie hieronder) geldt daarbij als buitenwettelijke oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties.

Ook bedrijven waarop het Bevi niet van toepassing is, kunnen risico's voor de omgeving met zich meebrengen. Voor nieuwe situaties geldt voor het PR, op basis van de nota Omgaan met risico's4, in principe een norm van 10-6 per jaar en voor bestaande situaties 10-5 per jaar. Voor het GR noemt deze nota als norm:

  • 10-5 voor een ongeval met meer dan 10 dodelijke slachtoffers;
  • 10-7 voor een ongeval met meer dan 100 dodelijke slachtoffers;
  • 10-9 voor een ongeval met meer dan 1000 dodelijke slachtoffers;
  • enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de norm).


Vervoer van gevaarlijke stoffen

In december 2009 is de aangepaste Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

4.2.2 Onderzoek en conclusie

Inrichtingen

In en rondom het plangebied bevindt zich een aantal risicovolle bedrijven die van invloed zijn het plangebied (tabel 4.1). Deze gegevens zijn ontleend aan de provinciale risicokaart.

Tabel 4.1 Inrichtingen in en rondom het plangebied met risicovolle activiteiten

bedrijf   risicovolle activiteiten   PR 10-6   invloedsgebied GR   afstand tot BP   Afstand tot ontwikkeling   Afstand tot wijzigingszones  
Teylingen College   Opslag gevaarlijke stoffen   20 m   Nvt   0   240 m   215 m  
Van Gent & Van der Meer   opslag gevaarlijke stoffen   20 m   nvt   850 m   1.800 m   1.230 m  
Akzo Nobel Coatings   opslag gevaarlijke stoffen   nvt   500 m   600 m   1.000 m   1.170 m  

Teylingen College

Aan de Leidsevaart 4 te voorhout ligt (binnen het plangebied) het Teylingen College. Hier worden chloorbleekloog en zoutzuur opgeslagen. Op de inrichting is het Bevi niet van toepassing en er geldt voor deze inrichting geen invloedsgebied voor het GR. Een deel van het plangebied ligt binnen de PR 10-6 -risicocontour. Binnen deze contour bevinden zich echter geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Ook de beoogde ontwikkeling en de gronden waarop een wijzigingsbevoegdheid ligt, liggen buiten deze contour.

van Gent van der Meer Nuyens

Aan de Jacoba van Beierenweg 128c te Voorhout is (buiten het plangebied) het bedrijf Van Gent van der Meer Nuyens gevestigd. In deze inrichting vindt opslag van bestrijdingsmiddelen en kunstmest plaats. Op de inrichting is het Bevi van toepassing.

De afstand tussen het plangebied en deze inrichting bedraagt ongeveer 860, de afstand tussen deze inrichting en de beoogde ontwikkeling bedraagt ongeveer 1.800 m en de afstand tussen deze inrichting en de wijzigingsgebieden ongeveer 1.230 m. Het plangebied ligt en dus ook de beoogde ontwikkeling liggen buiten de PR 10-6-risicocontour. Binnen dit plangebied liggen dus geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-risicocontour. Uit informatie van de milieudienst 5 blijkt dat het bedrijf als gevolg van maatregelen in de milieuvergunning geen invloedsgebied meer heeft en geen groepsrisico veroorzaakt. Dit bedrijf vormt daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

Akzo Nobel Coatings

Aan de Rijksstraatweg 31 te Sassenheim is op ongeveer 600 m ten zuiden van het plangebied Akzo Nobel Coatings gevestigd. Dit bedrijf produceert verfproducten en beschikt daarvoor over gevaarlijke stoffen. Het bedrijf valt onder het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO) en is daarom verplicht een veiligheidsrapportage op te stellen. Provincie Zuid-Holland is bevoegd gezag op grond van de Wet milieubeheer. Op Brzo bedrijven is ook het Bevi van toepassing. Het plangebied ligt buiten de PR 10-6-risicocontour en buiten het invloedsgebied van het GR. Dit bedrijf vormt daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Ten oosten van het plangebied ligt, op minder dan 200 m afstand, de spoorlijn van Leiden richting Haarlem. Over dit traject werden in 1998 nog structureel gevaarlijke stoffen vervoerd. De meest recente gegevens van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor staat in de publicatie van ProRail Spoorontwikkeling 'Marktverwachting van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor; een verwachting voor de middelange termijn' van 26 september 2007. Dit stuk is door de minister van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer aangeboden en heeft daarmee officiële status gekregen. Uit de ProRail-prognose voor vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor blijkt dat via Leiden nu en in de toekomst incidenteel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Gezien de zeer beperkte omvang van dit vervoer zal de PR 10-6-risicocontour niet buiten het spoor liggen. Ook wordt er ruimschoots aan de oriëntatiewaarde van het GR voldaan. De beoogde ontwikkeling ligt op meer dan 600 m van het spoor en dus buiten het invloedsgebied van het GR. Vaststelling van dit bestemmingsplan heeft daarom geen effect op de hoogte van het GR. In dit bestemmingsplan kan een uitgebreide verantwoording van het GR daarom achterwege blijven. Een deel van de wijzigingsgebieden ligt echter wel op minder dan 200 m van deze spoorlijn. Omdat de wijzigingsbevoegdheid slechts voorziet in herstructurering en geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk maakt, zal het effect van het gebruik van deze wijzigingsbevoegdheid op de hoogte van het GR beperkt zijn. De oriëntatiewaarde zal in ieder geval -gelet op de hoogte van het GR in de huidige situatie- niet worden overschreden. Het incidentele vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor staat het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid daarom niet in de weg. Wel dient het GR in het wijzigingsplan verantwoord te worden. Van belang daarbij is dat deze gebieden ook na gebruik van de wijzigingingsbevoegdheid goed te bereiken en van de bron af te ontvluchten zijn via de Herenstraat. Ook zijn in dit deel van het plangebied zowel in de huidige situatie als na het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid geen verminderd zelfredzame personen aanwezig.

Uit informatie uit bovengenoemde Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen gevaarlijke stoffen over de weg of over het water worden vervoerd.

Wel zijn in de omgeving van het plangebied drie buisleidingen gelegen (beheerd door de Nederlandse Gasunie NV). Informatie over deze leidingen staat in tabel 4.2.

Tabel 4.2 Vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen nabij het plangebied

Volg-
nummer  
druk (bar)   uitwendige diameter (inch)   afstand PR 10-6-
contour (m)  
Inventarisatie-afstand (m) GR   Kortste afstand tot het plangebied (m)   Afstand tot beoogde ontwikkeling   Afstand tot wijzigings-
zones  
W535-01   40   13   0   150   315   510   735 m  
A560 KR 053   66,2   36   0   430   680   1070   1.055 m  
W535-12   40   6,6   0   70   415   1200   980 m  

Uit bovenstaande tabel blijkt dat het plangebied (en daarmee ook de beoogde ontwikkeling en de wijzigingsgebieden) niet binnen de PR 10-6-risicocontouren van deze leidingen of de inventarisatie-afstanden voor het GR ligt. Vervoer van gevaarlijke stoffen door deze buisleidingen vormt daarom geen knelpunt met de realisatie van het bestemmingsplan.

In het plangebied vinden geen overschrijdingen plaats van de grenswaarde voor het PR. Binnen de PR 10-6-risicocontouren van de relevante inrichtingen of transportassen liggen in het plangebied geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Daarnaast ligt de beoogde ontwikkeling buiten de verschillende invloedsgebieden voor het GR. Hierdoor neemt het GR ter plaatse van het plangebied niet toe als gevolg van de realisatie van het bestemmingsplan. Aangezien er in de huidige situatie ook geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR kan een verdere verantwoording van dit aspect achterwege blijven.