direct naar inhoud van Artikel 10 Sport
Plan: Dorp Voorhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2008VHT08001-0501

Artikel 10 Sport

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. evenementen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': tevens voor volkstuinen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen, water, paden, wegen en overige verkeersvoorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst;
  • e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding aangegeven 'maximum bebouwingspercentage (%)' van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' gelden de volgende bouwregels:
    • 1. per volkstuin mag niet meer dan één kweekkas worden gebouwd, waarbij:
      • de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 12 m² per kweekkas;
      • de bouwhoogte niet meer mag bedragen 2,5 m;
      • de lengte ten hoogste 4 m bedraagt;
    • 2. er mogen ten hoogste twee centrale opslagruimtes worden gebouwd, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40 m² per opslagruimte;
  • h. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd;
  • i. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 18 m;
  • d. de bouwhoogte van ballenvangers bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. de bouwhoogte van reclameborden bedraagt ten hoogste 4 m;
  • f. de bouwhoogte van een scorebord bedraagt ten hoogste 5 m;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.