In Augustus 2011 is door Stichting Staring Advies een quickscan natuurtoets (Rapportnummer : 1179, Projectnummer : 1744) uitgevoerd op de planlocatie Entinkweg 3 te Varsseveld. In verband met de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling is het noodzakelijk om onderzoek uit te voeren naar relevante soorten in het kader van de Flora en faunawet. Het doel van de quickscan is om snel te inventariseren of door de geplande werkzaamheden schade kan ontstaan aan populaties van beschermde soorten flora en/of fauna, en hoe deze schade beperkt of gecompenseerd kan worden. Tijdens de uitvoering van het verkennende natuuronderzoek is het mogelijk voorkomen van beschermde soorten planten en dieren op de locatie nagegaan. Daarnaast is onderzocht op welke wijze de plannen voor de locatie in overeenstemming gebracht kunnen worden met hetgeen bepaald is in de Flora- en faunawet. Het verzamelen van gegevens heeft op twee manieren plaatsgevonden: via literatuuronderzoek en er is gericht veldonderzoek uitgevoerd.
Beschermde status plangebied
Het plangebied heeft geen beschermde status in het kader van de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn of de Natuurbeschermingswet en maakt geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ten noorden van het plangebied liggen enkele gebieden die zijn aangewezen als EHS-natuur en Ecologische verbindingszone. De EHS bevindt zich op enige afstand (meer dan 400 meter) van het plangebied.
Literatuuronderzoek
KISAL
De waarnemingendatabank KISAL laat de waarneming van enkele beschermde soorten flora en fauna in de directe omgeving van het plangebied zien :
- 4 vogelsoorten (Flora- en faunawet, tabel 3, vogels): grasmus, kerkuil, kievit en steenuil.
- 2 licht beschermde amfibieënsoorten (Flora- en faunawet, tabel 1): bastaardkikker en gewone pad.
- 2 streng beschermde amfibieënsoorten (Flora- en faunawet, tabel 3 Bijlage IV HR): boomkikker en poelkikker.
Overige beschermde soorten zijn in de databank niet bekend van het plangebied en de directe
omgeving.
Flora
Op basis van verder literatuuronderzoek komt naar voren dat er geen waarnemingen van licht en zwaar beschermde plantensoorten zijn.
Broedvogels
Rondom het plangebied komen volgens de Atlas van Nederlandse Broedvogels een aantal broedvogels voor. Het merendeel van de soorten wordt in de aangrenzende beplantingen en agrarische percelen aangetroffen. Het betreft hier voornamelijk algemene soorten. Daarnaast zijn een aantal Rode Lijstsoorten als boerenzwaluw, groene specht, grauwe vliegenvanger, huismus, huiszwaluw, kerkuil en steenuil in het atlasblok waarbinnen het plangebied zich bevindt aangetroffen.
Ongewervelde dieren
Raadpleging van diverse websites en literatuur heeft niet de aanwezigheid van beschermde ongewervelde dieren in en in de directe omgeving van het plangebied aangetoond.
Veldonderzoek
Flora
Tijdens het veldbezoek zijn in het plangebied alleen algemene plantensoorten aangetroffen.
Broedvogels
Er zijn twee vogelsoorten aangetroffen in de directe omgeving van het plangebied: de boerenzwaluw en witte kwikstaart. Hiernaast kunnen er nog andere algemene soorten rondom het plangebied voorkomen. Er zijn geen nesten en of nestlocaties van vogelsoorten die jaarrond beschermd zijn aangetroffen.
Grondgebonden zoogdieren
Er zijn geen sporen van grondgebonden zoogdiersoorten aangetroffen.
Vleermuizen
Er zijn geen (verblijfplaatsen van) vleermuizen waargenomen en deze zijn ook niet te verwachten in het plangebied.
Amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelde dieren
Tijdens het veldbezoek zijn geen Amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelde dieren aangetroffen. Bovendien bevinden zich binnen de grenzen van het plangebied geen geschikte leefgebieden voor de genoemde soorten.
Wettelijke consequenties
In het onderzoeksrapport zijn de resultaten uit het bureau- en veldonderzoek getoetst aan de Flora- en Fauna wet. De wettelijke consequenties zijn hieronder beschreven.
Flora
Geen aanvullend onderzoek noodzakelijk. Geen ontheffing noodzakelijk.
Broedvogels
Ontheffing voor deze diergroep is niet mogelijk. Start de werkzaamheden buiten het broedseizoen
(broedseizoen globaal tussen 15 maart en 15 juli).
Boerenzwaluw
Binnen het plangebied is één bezet nest van de boerenzwaluw aangetroffen. Als gevolg van de geplande ingreep wordt deze nestlocatie aangetast en zal deze verdwijnen. De vaste rust- en verblijfplaats van de boerenzwaluw valt alleen tijdens het broedseizoen onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor de boerenzwaluw is geen ontheffing nodig voor het verwijderen van nesten buiten het broedseizoen. Gezien het lage aantal actuele en potentiële nestlocaties dat verdwijnt als gevolg van de ingreep is een significante lokale afname van het aantal broedgevallen uitgesloten. Gepaste maatregelen, ter voorkoming van negatieve effecten, zijn niet noodzakelijk. De sloop zal de gunstige staat van instandhouding van boerenzwaluw niet in gevaar brengen.
Nader onderzoek naar vogelsoorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn en overige categorie 5-soorten is niet noodzakelijk.
Zoogdieren
Het is niet aannemelijk dat vaste rust- en verblijfplaatsen van de steenmarter en overige streng beschermde zoogdiersoorten zich in het plangebied bevinden. Aanvullend onderzoek is niet noodzakelijk. Geen ontheffing noodzakelijk.
Vleermuizen
Het is niet aannemelijk dat vaste rust- en verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuissoorten zich in het merendeel van de aanwezige gebouwen bevinden. Aanvullend onderzoek is op deze locaties niet noodzakelijk.
Amfibieën
Geen aanvullend onderzoek noodzakelijk. Geen ontheffing noodzakelijk.
Reptielen
Geen aanvullend onderzoek noodzakelijk. Geen ontheffing noodzakelijk.
Vissen
Geen aanvullend onderzoek noodzakelijk. Geen ontheffing noodzakelijk.
Overige diersoorten
Geen aanvullend onderzoek noodzakelijk. Geen ontheffing noodzakelijk.
Conclusie
Aan de hand van de resultaten van de quickscan natuurtoets op de locatie Entinkweg 3 in Varsseveld wordt geconcludeerd dat aanvullend onderzoek of het aanvragen van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk is.