Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, locatie Entinkweg 3 Varsseveld
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1509.BP000086-DE01
3.3.1 Landschapsontwikkelingsplan
De gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek hebben gezamenlijk een landschapsontwikkelingsplan (LOP+) opgesteld waarin zij vastleggen hoe zij het historisch cultuurlandschap willen beschermen, waar nodig verbeteren en vooral ook bruikbaar maken. Niet alleen natuur en landschap krijgen daarbij aandacht, maar ook economie, leefbaarheid, toerisme en recreatie. Daarom is er de + aan de term toegevoegd: LOP+. Het LOP+ heeft een looptijd van ongeveer tien jaar.
 
Het doel van het LOP+ is de inrichting van het gebied vorm te geven. Het stimuleert gewenste ontwikkelingen, zoals het (opnieuw) aanleggen en beheren van landschapselementen, het realiseren van ecologische verbindingszones, het verbinden van recreatieve en economische activiteiten en het tegengaan van ongewenste ontwikkelingen, zoals de verrommeling van het landschap.
 
Op basis van landschappelijke samenhang is het grondgebied van Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek onderverdeeld in zeven kleinere gebieden. De drie gemeenten hebben voor elk gebied een aantal specifieke landschappelijke kenmerken geformuleerd met daarbij behorende opgaven.
Per deelgebied is daarvoor een werkboek ontwikkeld, dat als hulpmiddel kan fungeren bij het uitwerken van plannen en het toepassen van de richtlijnen van het LOP+.
 
De deelgebieden zijn: 
  1. De Montferlandsche Berg
  2. Azewijn en omgeving
  3. Dorpen langs de Oude IJssel
  4. Zandgebied rondom Varsseveld
  5. Zandgebied rondom Didam en Wehl
  6. De stad Doetinchem
  7. Gebied van Slingebeek tot Waalsche Water
Voor het plangebied is het deelgebied 4 'Zandgebied rondom Varsseveld' van toepassing. Het betreft Varsseveld en haar nabije omgeving.

fguur 18. Deelgebied 4. Zandgebied rondom Varsseveld, het plangebied is aangegeven door middel van een rode stip.
      
Het deelgebied wordt wederom onderverdeeld in drie deelgebieden. Het plangebied valt binnen 'de zandgronden rond Varsseveld, Sinderen, Westendorp en Heelweg'.
          
Voor dit landschapsensemble worden in het LOP+ de volgende uitgangspunten gehanteerd: 
  • Versterken van de duurzame economische mogelijkheden van landbouw en andere sectoren door het bieden van ruimte aan andere functies (verbreding) met behoud en versterking van landschappelijke karakteristieken. Inpassing van de bedrijventerreinen bij Varsseveld vraagt extra aandacht.
  • Vergroten van de mogelijkheden voor her- en verplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven, waarbij ook in verwevingsgebieden op basis van maatwerk mogelijkheden moeten worden geschapen.
  • Versterken van de sociale leefbaarheid en zorgverlenende bedrijvigheid, onder meer door woonvormen voor jongeren en ouderen uit eigen dorp, bijvoorbeeld in vrijkomende agrarische bebouwing. In het algemeen, en met name in de landbouwontwikkelingsgebieden, dient de woonfunctie bij de bestaande kernen geconcentreerd te worden, waarbij met name historische bebouwingspatronen inspiratiebronnen kunnen zijn.
  • Versterken van de natuur- en landschapswaarden, die karakteristiek zijn voor het deelgebied en eigen aan de bodem en waterhuishouding van de plek. Speciaal kan gezocht worden naar mogelijkheden om de bijzondere natuurwaarden van het agrarisch cultuurlandschap te versterken met struweel- en ruigteranden, weidevogelbeheer, etc.
  • Versterken van de toeristische structuur, waaronder extensieve recreatie. Het fietsroutenetwerk zou in kaart gebracht moeten worden, waarbij knelpunten en hiaten aan het licht komen. Paden over particuliere erven worden gestimuleerd, maar blijven vrijwillig. Maatwerk en advies aan particulieren door landschapscoördinatoren.
Conclusie     
De planontwikkeling past in deze gebiedsvisie.
3.3.2 Beheersplan Waterschap Rijn en IJssel 2010-2015
Het plangebied valt onder het werkgebied van het Waterschap Rijn & IJssel.
Waterschap Rijn en IJssel ziet zijn taken niet los van elkaar, maar als een samenhangend geheel om zo goed mogelijk voor het watersysteem te zorgen. Dat wordt ook wel 'integraal waterbeheer' genoemd.
 
Het waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het beleid voor alle taakgebieden van Waterschap Rijn en
IJssel. Het plan geeft aan welke doelen het waterschap nastreeft en met welke aanpak we deze willen
bereiken. De maatregelen die in de planperiode uitgevoerd gaan worden en de bijbehorende
financiële middelen zijn op hoofdlijnen aangegeven. In het Beheersplan worden de beleidsuitgangspunten onder vier pijlers verdeeld, te noemen:
  • Veiligheid
  • Watersysteembeheer
  • Waterketenbeheer
  • Uitvoering
Conclusie
Het onderhavige plan past in het waterschapsbeleid indien het hemelwater niet direct wordt afgevoerd en niet leidt tot een verandering voor de grond- en oppervlaktewaterpeilen.
3.3.3 Vrijkomende agrarische bebouwing
In regionaal verband is een structuurvisie opgesteld die als input heeft gediend voor de provinciale structuurvisie en voor grote delen zelfs onderdeel is van de provinciale structuurvisie. De provinciale structuurvisie heeft echter als taak op hoofdlijnen de denkwijze weer te geven. Vertaling van deze structuurvisie op meer concrete aspecten is verder aan de regio Achterhoek en de gemeenten overgelaten. Dit heeft voor het fenomeen over vrijkomende agrarische bebouwing geresulteerd in een regionale visie "Functies zoeken plaatsen zoeken functies". Dit beleid geeft mogelijkheden voor het aanwenden van bestaande (voormalig agrarische) bebouwing voor andere doeleinden. Het vloeit rechtstreeks voort uit de Nota Ruimte. Het doel van de notitie is hergebruik en/of functieverandering op een goede wijze regelen, zodat op die wijze aan leefbaarheid, vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied een nieuwe impuls wordt gegeven. Er wordt rekening gehouden met het reconstructieplan om te bepalen waar welke mogelijkheden van toepassing zijn. In het stuk is een praktische handreiking gegeven waarin naar aanleiding van een aantal algemene uitgangspunten initiatieven kunnen worden getoetst.
 
Conclusie
Onderhavig plan past binnen dit beleidskader. 
3.3.4 Achterhoekse erven veranderen
De oorsprong van de kadernotitie "Achterhoekse erven veranderen" vindt zijn grondslag in de VAB regeling. De kadernotitie is in regionaal verband opgesteld om een uniforme gebiedskenmerkende uitstraling van erven te waarborgen. Wanneer sprake is van sloop, nieuwbouw of functieverandering op voormalige agrarische erven dan is de belangrijkste doelstelling een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De notitie stelt kaders en geeft voorbeelden hoe dit gerealiseerd kan worden. Ook hier wordt in dit bestemmingsplan een koppeling gelegd met de ontheffingsmogelijkheid om medewerking te verlenen aan dergelijke initiatieven wanneer hiervan sprake is.