Artikel 10 Algemene wijzigingsregel
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, mits:
-
a.
bestemmingsgrenzen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
-
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
-
c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
-
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
e. uit onderzoek blijkt dat er geen (milieutechnische of ruimtelijke) belemmeringen zijn.