De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. water en voorzieningen voor de waterhuishouding, waterafvoer, waterberging en waterlopen;
b. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, voet- en fietspaden, speel- en groenvoorzieningen, kunstwerken, straatmeubilair, en nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
a. De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen is maximaal 50 m²;
b. De bouwhoogte is maximaal 3 m.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. De bouwhoogte voor bruggen en viaducten is maximaal 10 m:
b. De bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.