direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kom Varsseveld 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000030-DE01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding:
    'bedrijf van categorie A'   Bedrijven in de categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging  
    'bedrijf tot en met categorie B'   Bedrijven in de categorie A en B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;  
  • b. een nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • c. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. een taxibedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - taxi';
  • e. een ambachtelijke timmerwerkplaats ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijke timmerwerkplaats';
  • f. een garagebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
  • g. een zuivelfabriek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zuivelfabriek';
  • h. productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit;
  • i. bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. parkeer-, groenvoorzieningen, kunstwerken en straatmeubilair;
  • k. water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
4.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. De goothoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ is aangegeven;
  • b. De bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder 4.2.1 onder b mogen bedrijfsgebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging, stalling en dergelijke, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
4.2.3 Nutsvoorzieningen
  • a. De bouwhoogte van nutsvoorzieningen is maximaal 3 meter.
4.2.4 Bedrijfswoningen
  • a. De goothoogte van niet- inpandige bedrijfswoningen is maximaal 7 meter;
  • b. De bouwhoogte van niet- inpandige bedrijfswoningen is maximaal 10 meter.
4.2.5 Bijbehorende gebouwen bij bedrijfswoningen
  • a. De goothoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 3 meter;
  • b. De bouwhoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 6 meter.
4.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal:
    • 1. voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 meter;
    • 2. achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 meter;
  • b. De bouwhoogte van masten is maximaal 10 meter;
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter;
  • d. In afwijking van het bepaalde onder c is de bouwhoogte voor overkappingen bij de functieaanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen' (vm) maximaal 5 meter.
4.2.7 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofd- en bijbehorende gebouwen;
  • b. De verticale diepte is maximaal 3,5 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit
  • a. De oppervlakte van de ruimte voor productiegebonden detailhandel is maximaal 30% is van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100 m2;
  • b. Een zelfstandige vorm van detailhandel is niet toegestaan.
4.3.2 Buitenopslag
  • a. Buitenopslag is alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. Voor zover het open erf wordt gebruikt voor opslag is de totale oppervlakte die hiervoor wordt gebruikt maximaal 500 m2.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Bedrijven uit een lagere categorie

Bij omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden afgeweken van de regels voor het toestaan van een andere bedrijf dan op de verbeelding is aangegeven. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. het een bedrijf uit een lagere categorie betreft. Bij toepassing van dit artikel wordt de bijlage van Staat van bedrijfsactiviteiten - Functiemenging gehanteerd;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • e. de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • f. het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
  • g. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijzigen naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de gronden met de bestemming "Bedrijf" wijzigen ten behoeve van "Wonen", onder de voorwaarden dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. er geen milieutechnische belemmeringen zijn;
  • f. het bouwplan past binnen de regionale en gemeentelijke woonvisie.