direct naar inhoud van Artikel 22 Leiding - Brandstof
Plan: Kom Varsseveld 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000030-DE01

Artikel 22 Leiding - Brandstof

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van brandstofleidingen.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere op deze gronden voorkomende bestemming(en), mag alleen ten behoeve van deze dubbelbestemming worden gebouwd.

22.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

22.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezagd kan afwijken van de regels voor het bouwen overeenkomstig de van toepassing zijnde enkelbestemming(en). De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt of kan plaatsvinden van het doelmatig functioneren van de brandstofleiding;
  • b. geen onevenredig risico ontstaat of kan ontstaan voor mensen en/of gebouwen;
  • c. de regels voor de van toepassing zijnde enkelbestemming in acht worden genomen;
  • d. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de tot 'Leiding - Brandstof' bestemde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    • 1. het aanleggen van wegen of paden;
    • 2. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 3. het uitvoeren van heiwerken of het op een andere manier indringen van voorwerpen in de bodem;
    • 4. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
    • 5. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    • 6. het vellen of rooien van houtgewas;
    • 7. diepploegen;
    • 8. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven en daarmee verband houdende constructies;
    • 9. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
  • b. Het onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
    • 1. betrekking hebben op het normale onderhoud en beheer van de brandstofleiding;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan van kracht wordt;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a. zijn alleen toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast;
  • d. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder a wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.