direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen
Plan: Kom Varsseveld 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000030-DE01

Artikel 21 Wonen

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bijzondere woonvormen;
  • c. bed & breakfast;
  • d. aan huis verbonden beroepen;
  • e. aan huis verbonden bedrijven;
  • f. een garage/berging ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garage/berging';
  • g. bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. tuinen en erven;
  • i. parkeer-, speel- en groenvoorzieningen;
  • j. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • k. straatmeubilair en nutsvoorzieningen.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Algemeen
  • a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen, bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat het bouwperceel voor maximaal 60% bebouwd mag worden, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven.
21.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Het maximum aantal wooneenheden mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • c. Ter plaatse van de aanduiding:
    'vrijstaand' (vrij)   moeten woningen vrijstaand worden gebouwd;  
    'twee aaneen' (tae)   moeten twee woningen aaneen worden gebouwd;  
    'gestapeld' (gs)   moeten woningen gestapeld worden gebouwd;  
    'aaneengebouwd' (aeg)   moeten woningen aaneen worden gebouwd;  
    'specifieke bouwaanduiding vrijstaand en twee aaneen' [sba-vt]   moeten woningen vrijstaand en/of twee aaneen worden gebouwd.  
  • d. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduiding;
    'vrijstaand'   aan beide zijden minimaal 3 meter;  
    'twee aaneen'   aan één zijde minimaal 3 meter;  
    'aaneengebouwd'   aan de niet aangebouwde zijde van de eindwoning minimaal 3 meter.  
  • e. De goothoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ is aangegeven;
  • f. De bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
21.2.3 Bijbehorende gebouwen
  • a. Bijbehorende gebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, maar moeten minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. De gezamenlijke oppervlakte voor bijbehorende gebouwen, gebouwd buiten het bouwvlak, is per woning maximaal:
    • 1. 80 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 600 m2;
    • 2. 120 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 600 m2.
  • c. De goothoogte is maximaal 3 m;
  • d. De bouwhoogte is maximaal 6 m;
  • e. In afwijking van het bepaalde onder a t/m d, mogen voor (het verlengde van) de voorgevel van de woning erkers worden gebouwd, onder de voorwaarden dat:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1,5 meter is;
    • 2. de diepte van de voortuin voor 2,5 meter onbebouwd blijft;
    • 3. voorzover aan de voorgevel wordt gebouwd, de breedte maximaal 2/3 van de voorgevel van de hoofdgebouw is;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 3 meter danwel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter is.
  • f. In afwijking van het bepaalde onder a t/m d mogen achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning gebouwen worden gebouwd, onder de voorwaarden dat:
    • 1. het gebouw per woning maximaal 2 gesloten wanden heeft;
    • 2. de wand die parallel ligt aan (het verlengde van) de voorgevel van de woning, minimaal 3 meter achter de voorgevel ligt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 3 meter is.
21.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Voor (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen worden gebouwd:
    • 1. Erf- en terreinafscheidingen met een hoogte van maximaal 1 meter.
  • b. Achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen worden gebouwd:
    • 1. Erf en terreinafscheidingen met een hoogte van maximaal 2 meter;
    • 2. De bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 3 meter
  • c. De bouwhoogte van masten is maximaal 10 meter.
21.2.5 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofd- en bijgebouwen;
  • b. De verticale diepte is maximaal 3,50 meter.
21.3 Specifieke gebruiksregels
21.3.1 Bed & breakfast
  • a. De ruimte die wordt gebruikt voor bed & breakfast is maximaal 5 slaapkamers;
  • b. De oppervlakte van de gehele accomodatie beslaat maximaal 30% van de woning;
  • c. De accomodatie maakt deel uit van het hoofdgebouw;
  • d. Degene die de bed & breakfast uitoefent, is tevens bewoner van de woning.
21.3.2 Aan huis verbonden beroep
  • a. De oppervlakte van de voor het beroep uit te oefenen ruimte is maximaal 30% van de vloeroppervlakte met een maximum van 50 m2;
  • b. Het aan huis verbonden beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning.
21.4 Afwijken van de gebruiksregels
21.4.1 Aan huis verbonden bedrijven

Bij omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de regels voor het gebruik van een gedeelte van de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
  • b. de oppervlakte van de voor het bedrijf uit te oefenen ruimte maximaal 30% is van het woonoppervlak, met een maximum van 50 m2.
  • c. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het uitgeoefende beroep of bedrijf;
  • d. er geen milieutechnische belemmering zijn.