direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Stadsrandgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00031-VG02

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
  • b. instandhouding van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • c. extensief dagrecreatief medegebruik, voor zover de onder a bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;

met daarbij behorende :

  • d. wegen, straten en paden;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. infrastructurele voorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 meter bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Mits de noodzaak daarvan is aangetoond en de in lid 11.1 bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2.1 ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals schuilgelegenheden en bergingen.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemming(en), een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden;
  • b. het uitvoeren van overige grondbewerkingen;
  • c. het verlagen van het waterpeil;
  • d. het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen;
  • e. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • f. het planten of verwijderen van opgaande beplanting.

11.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen;
  • d. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn voor het realiseren van de bestemming.

 

11.4.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de onder lid 11.1 genoemde waarde van de gronden.