direct naar inhoud van Artikel 14 Natuur
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VA01

Artikel 14 Natuur

14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 Algemeen

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding, herstel en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
  • b. instandhouding of ontwikkeling van een (half)natuurlijke vegetatie, waarin kruiden en/of struiken aspectbepalend zijn;
  • c. bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast;
  • d. agrarisch gebruik voorzover noodzakelijk voor de instandhouding of ontwikkeling van de natuurlijke kwaliteiten;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. bestaande verkeersvoorzieningen;
  • g. recreatief medegebruik;
  • h. een natuurcamping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – natuurkampeerterrein';
  • i. het behoud van de aanwezige vestingwallen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans';
  • j. het behoud en/of herstel van aanwezige landschappelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
  • k. het behoud en/of herstel van aanwezige landschappelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
  • l. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. mei 2010 en de kwaliteitsverbetering door het realiseren van 1.500 m² natuurgebied op perceel gemeente Weert sectie AG, nr. 315, gelegen aan de Wijfelterbroekdijk zoals aangegeven op tekening d.d. 23 november 2010 met bijlagen voor de locatie Vrakkerweg 133, een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 10 bij deze regels.
  • m. een schuur en/of een dierenverblijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – schuur';
  • n. inpassingsplan, beplantingsplan en kavelverbeteringsplan van Bro voor de locatie Roermondseweg 175, zoals toegevoegd als bijlage 24 bij deze regels;
  • o. landschapsplan kwaliteitsverbetering door het realiseren van 2,5 ha m² natuurgebied op perceel gemeente Weert sectie AF 288 en AF 289, gelegen aan de Hetenbosdijk 35 voor de locatie Maaseikerweg 155 alsmede de inpassing van de locatie Maaseikerweg 155.
14.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bestaande gebouwen in ten hoogste de omvang zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – schuur'.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de in artikel 14.1 genoemde bestemming en landschappelijke inpassing en waterbergende en/infiltrerende voorzieningen, welke gerealiseerd en in stand dienen te worden gehouden overeenkomstig bepaalde in het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. mei 2010 en de kwaliteitsverbetering door het realiseren van 1.500 m² natuurgebied op perceel gemeente Weert sectie AG, nr. 315, gelegen aan de Wijfelterbroekdijk zoals aangegeven op tekening d.d. 23 november 2010 met bijlagen voor de locatie Vrakkerweg 133, een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 10 bij deze regels;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2,00 m bedragen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van recreatief medegebruik, zoals kleinschalige picknickplaatsen, wegwijzers, informatieborden, zitbanken, afvalemmers, e.d. met een bebouwingshoogte van maximaal 2 m;
  • d. observatie-/uitkijkhutten met een bebouwingshoogte van maximaal 6 m;
  • e. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals voederruiven, waarbij de bouwhoogte maximaal 2,00 m mag bedragen.
14.3 Nadere eisen

Niet van toepassing.

14.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.2 voor het oprichten van geringe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het recreatief medegebruik, zoals informatieborden en bewegwijzering, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande gebruik van de gronden niet onevenredig wordt belemmerd;
  • b. de voorzieningen aansluiten op de bestaande recreatieve routestructuur;
  • c. het bebouwd oppervlak maximaal 20 m² mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte maximaal 2,00 m mag bedragen;
  • e. de landschappelijke waarden als benoemd onder 14.1.1 niet worden aangetast.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik en/of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. standplaats van onderkomens en als standplaats van kampeermiddelen uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – natuurkampeerterrein', met dien verstande dat:
    • 1. kamperen alleen tijdens het kampeerseizoen is toegestaan dat loopt van 15 maart tot 1 november;
    • 2. buiten het kampeerseizoen geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn;
    • 3. de kampeerplaatsen landschappelijk zijn ingepast in de omgeving;
  • b. agrarisch gebruik, behoudens voor zover dat ten dienste staat van de instandhouding en ontwikkeling van de natuurwaarden;
  • c. opslagdoeleinden, anders dan overeenkomstig het normale gebruik bij de bestemming natuur, met dien verstande dat opslag van mest niet is toegestaan;
  • d. het aanbrengen van foliemestbassins;
  • e. het beoefenen van lawaaisporten;
  • f. voor parkeerterrein;
  • g. volkstuinen.
14.5.2 Landschappelijke inpassing (voorwaardelijke verplichting)

Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Natuur' aangewezen gronden en opstallen conform de bestemming 'Natuur', voor zover dit gebruik is toegelaten onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing, is alleen toegestaan als die landschappelijke inpassing:

  • a. zoals bedoeld in artikel 14.1.1. onder g en conform het landschapsplan zoals opgenomen in bijlage 10 bij deze regels, volledig is uitgevoerd en volledig in stand wordt gehouden. De landschappelijke inpassing die als voorwaarde voor bebouwing elders dient plaats te vinden dient volledig te zijn uitgevoerd en/of volledig in stand te worden gehouden alvorens gebruik overeenkomstig de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' is toegestaan;
  • b. zoals bedoeld in artikel 7.1.1 onder k. en conform het landschapsplan zoals opgenomen in bijlage 24 bij deze regels, volledig is uitgevoerd en volledig in stand wordt gehouden. De landschappelijke inpassing die als voorwaarde voor gebruik elders dient, dient volledig te zijn uitgevoerd en/of volledig in stand te worden gehouden alvorens gebruik overeenkomstig de bestemming 'Bedrijf' is toegestaan;
  • c. zoals bedoeld in artikel 7.1.1 onder l. En conform het landschapsplan kwaliteitsverbetering door het realiseren van 2,5 ha m² natuurgebied op perceel gemeente Weert sectie AF 288 en AF 289, gelegen aan de Hetenbosdijk 35 voor de locatie Maaseikerweg 155 alsmede de inpassing van de locatie Maaseikerweg 155, zoals opgenomen in bijlage 34 bij deze regels, volledig is uitgevoerd en volledig in stand wordt gehouden. De landschappelijke inpassing die als voorwaarde voor gebruik elders dient, dient volledig te zijn uitgevoerd en/of volledig in stand te worden gehouden alvorens gebruik overeenkomstig de bestemming 'Bedrijf' is toegestaan.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

14.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.7.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van ondergrondse leidingen;
  • b. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen of verwijderen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het vergraven van het profiel van bestaande waterlopen;
  • d. het aanplanten van bomen en struiken;
  • e. het afgraven van gronden;
  • f. het behoud en/of herstel van aanwezige landschappelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
  • g. het behoud en/of herstel van aanwezige landschappelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
  • h. het ophogen, afgraven, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem , het aanbrengen van ondergrondse leidingen en het aanbrengen van verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans'.
14.7.2 Uitzonderingen

Het in artikel 14.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen vergunning vereist was dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd
14.7.3 Toelaatbaarheid

Werken als bedoeld in artikel 14.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarden van de desbetreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hierbij gelden de volgende criteria:

Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning  
14.7.1 sub a.
het aanbrengen van ondergrondse leidingen  
- het werk dient noodzakelijk te zijn voor de nutsvoorziening van in de nabijheid gelegen woningen of bedrijfsgebouwen
- het tracé dient zoveel mogelijk bestaande wegen te volgen
- kwetsbare vegetaties dienen zoveel mogelijk te worden ontzien. Hieromtrent wordt, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig, een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige om advies gevraagd  
14.7.1 sub b.
het aanleggen van paden  
de paden zijn noodzakelijk voor de verbetering van de mogelijkheden voor recreatief medegebruik  
14.7.1 sub d.
het aanplanten van bomen en struiken  
de werken dienen bij te dragen aan de natuurlijke verscheidenheid dan wel de recreatieve aantrekkelijkheid in het gebied
er dient gebruik te worden gemaakt van inheemse soorten
karakteristieke levensgemeenschappen voor open terrein mogen niet ernstig worden geschaad. Hieromtrent wordt, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig, een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige om advies gevraagd  
14.7.1 sub e.
het afgraven van gronden  
de werken dienen bij te dragen aan de natuurlijke verscheidenheid in het gebied, bijvoorbeeld door het afvoeren van mineralen, het creëren van nattere terreinomstandigheden of het verflauwen van oevers
bestaande karakteristieke levensgemeenschappen voor open terrein mogen niet ernstig worden geschaad. Hieromtrent wordt, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig, een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige om advies gevraagd  
14.7.1 sub f. en g.
het rooien of kappen van bomen en het verwijderen van houtopstanden/ groen/landschapselementen ter plaatse van de aanduidingen 'waardevolle boom' en 'landschapswaarden'  
het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 10.1.1
het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van de aanwezige houtopstanden/ groen/landschapselementen. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist  
17.7.1 sub h.
het ophogen, afgraven, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem , het aanbrengen van ondergrondse leidingen en het aanbrengen van verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans'.
 
de vestingwallen mogen niet onevenredig worden aangetast. Hieromtrent wordt, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig, advies aan een door het bevoegd gezag aan te wijzen terzake deskundige gevraagd  
14.8 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.