direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Plan: Bedrijventerreinen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPBedrijventerrein-VA01

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een agrarisch bedrijf met de daarbij behorende voorzieningen, met een geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, waarbij per bouwvlak niet meer dan één bedrijf is toegestaan;
  • b. agrarisch grondgebruik;
  • c. behoud en ontwikkeling van de bestaande landschappelijke karakteristiek;
  • d. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • e. een intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  • f. dierenverblijven.

met daaraan ondergeschikt:

  • 1. groenvoorzieningen;
  • 2. parkeervoorzieningen;
  • 3. verkeersvoorzieningen, waaronder perceelsontsluitingswegen;
  • 4. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut;
  • 5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • 6. kleinschalige picknickplaatsen, wegwijzers, zitbanken, afvalemmers e.d. ten behoeve van kleinschalig recreatief medegebruik.
4.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

Verhouding tussen de belangrijkste doeleinden van deze bestemming: Binnen de bestemming Agrarisch – Agrarisch Bedrijf is het beleid primair gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame en concurrerende landbouw; het agrarisch grondgebruik overweegt dus binnen deze bestemming. Daarnaast wordt gestreefd naar het beschermen van de lokaal bestaande landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

4.1.3 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.5.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken passende binnen de bestemming;
  • b. bijgebouwen met een maximale oppervlakte van 150 m²;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning;
  • e. teeltondersteunende voorzieningen, hagelnetten, stapmolens, paardenbakken en mestopslag;
  • f. ten behoeve van recreatie medegebruik zijn kleinschalige picknickplaatsen, wegwijzers, zitbanken, afvalemmers e.d. toegestaan.
4.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, de bedrijfswoning(en), bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de tabel bebouwing zoals opgenomen onder 4.2.4;
  • b. per bouwvlak is maximaal één agrarisch bedrijf toegestaan;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. bedrijfsgebouwen, alsmede vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoning mogen niet voor de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan worden opgericht;
  • e. de onderlinge afstand tussen bedrijfsgebouwen mag maximaal 20,00 m bedragen;
  • f. bedrijfsgebouwen dienen aan de maatvoering en situering te voldoen zoals opgenomen in de tabel bebouwing onder 4.2.4 of maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is;
  • g. bedrijfswoningen dienen aan de inhoud te voldoen zoals opgenomen in de tabel onder 4.2.4, of maximaal de bestaande inhoud op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze groter is. Voor inpandige uitbreiding van de bedrijfswoning binnen de bestaande bouwmassa, zoals bij een woon-stal boerderij, is geen maximum volume van toepassing;
  • h. mestopslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • i. het onbebouwde blijvende deel van het bouwvlak mag worden verhard;
  • j. overkappingen zonder wanden of met maximaal 1 dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3,00 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein. Overkappingen die geplaatst zijn op minder dan 0,50 m van een wand van een bedrijfsgebouw, worden geacht te zijn omsloten door de desbetreffende wand van het bedrijfsgebouw;
  • k. bed and breakfast is uitsluitend binnen het hoofdgebouw van de bedrijfswoning toegestaan waarbij de woonfunctie de belangrijkste functie blijft;
4.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen buiten het bouwvlak, op het onbebouwd blijvende gedeelte van het bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de maatvoering te voldoen zoals opgenomen in de tabel bebouwing onder 4.2.4;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen en omheiningen mag maximaal 1,00 m bedragen voor de voorgevelrooilijn en maximaal 2,00 m achter de voorgevelrooilijn;
  • d. de bouwhoogte van teeltondersteunende voorzieningen mag maximaal 3,00 m bedragen;
  • e. overkappingen zonder wanden of met maximaal een dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3,00 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein. Overkappingen die geplaatst zijn op minder dan 0,50 m van een wand van een bedrijfsgebouw, worden geacht te zijn omsloten door desbetreffende wand van het bedrijfsgebouw;
  • f. de inhoud van mestopslagplaatsen per agrarisch bedrijf mag maximaal 2.500 m3 bedragen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van recreatief medegebruik, zoals kleinschalige picknickplaatsen, wegwijzers, informatieborden, zitbanken, afvalemmers, e.d. met een bebouwingshoogte van maximaal 2,00 m.
4.2.4 Tabel bebouwing
Maatvoering   Bedrijfs-gebouwen   Mest-silo's   Sleuf-silo's   Overige silo's   Erfafscheidingen   Overige bouwwerken, geen ge-bouwen zijnde   Bedrijfs-woning   Bijgebouw-en bij de bedrijfs-woning  
Goothoogte   Max. 6,00 m.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Max. 5,50 m.   Max. 3,20 m.  
Bouwhoogte   Max. 9,00 m.   Max. 8,50 m.   Max. 3,00 m.   Max. 15,00 m.   Max. 1 m voor de voorgevelrooilijn en 2 m achter de voorgevelrooilijn.   Max. 8,00 m.   Max. 8,00 m.   Max. 6,00 m.  
Dakhelling   Min. 120.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Min. 120.   Min. 120.  
Inhoud   N.v.t.   Max. 2.500 m3   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Max. 750 m3   N.v.t.  
Bebouwd oppervlak   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   Max. 150 m²  
Maximum aantal   N.v.t.   M.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   N.v.t.   1 bedrijfswoning   n.v.t.  
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de natuur- en landschappelijke compensatie die geleverd moet worden bij de uitbreiding van agrarische bebouwing binnen het bouwvlak;
  • b. de aard, hoogte en situering van bouwwerken indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, ter voorkoming van onevenredige aantasting en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en ter verbetering van de gebiedskwaliteit;
  • c. de te leveren kwaliteitsbijdrage op grond van het bepaalde in artikel 31 Kwaliteitsregels.
4.3.2 Toepassingscriteria

De onder 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de bescherming van het cultuurhistorische karakter van de bestaande bebouwing en bouwwerken en van omliggende waarden.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken van de bouwregels met betrekking tot de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.4 voor het toestaan van een bouwhoogte van bedrijfsgebouwen van maximaal 12,00 m, met dien verstande dat de afwijking nodig is in verband met bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden en dat de bouwhoogte ruimtelijk aanvaardbaar is.

4.4.2 Afwijken van de bouwregels met betrekking tot de goothoogte van bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.4 voor het toestaan van een goothoogte van bedrijfsgebouwen van maximaal 7,00 m, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' met dien verstande dat de afwijking nodig is in verband met bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden en dat de goothoogte ruimtelijk aanvaardbaar is.

4.4.3 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van stageverblijven

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het toestaan van stageverblijven of het toestaan van stageverblijven, met dien verstande dat:

  • a. de noodzaak daartoe wordt aangetoond;
  • b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden aangetast;
  • c. dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind;
  • d. maximaal 3 wooneenheden voor in totaal maximaal 6 personen zijn toegestaan;
  • e. het oppervlak van een wooneenheid maximaal 55 m² bedraagt;
  • f. de stageverblijven binnen bestaande bebouwing worden opgericht en er geen sprake mag zijn van zelfstandige wooneenheden;
  • g. er geen milieuhygiënische beperking in de agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt van nabij gelegen agrarische bedrijven.
4.4.4 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van recreatief medegebruik

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het oprichten van geringe bouwwerken ten behoeve van het recreatief medegebruik, zoals speel- en schuilgelegenheden, informatieborden en bewegwijzering, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande agrarisch gebruik van de gronden niet onevenredig wordt belemmerd;
  • b. de voorzieningen aansluiten op de bestaande recreatieve routestructuur;
  • c. het bebouwd oppervlak maximaal 20 m² mag bedragen;
  • d. de goothoogte maximaal 3,00 m mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte maximaal 5,00 m mag bedragen;
  • f. het geen aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- of vaartuig betreft;
  • g. voor gebouwen dienen voorts de volgende afstanden in acht te worden genomen tot de volgende bestemmingen en aanduidingen:
  • 1. bos en natuur: 10,00 m;
  • 2. landschapswaarden en waardevolle boom: 10,00 m;
  • 3. karakteristiek, specifieke vorm van waarde – veldkapel en specifieke vorm van waarde - veldkruis: 10,00 m;
  • 4. water: 5,00 m;
  • h. de landschappelijke waarden als benoemd onder 4.1.1 sub c niet worden aangetast.
4.4.5 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het vergroten van de inhoud van bedrijfswoningen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 ten behoeve van het uitbreiden van de inhoud van de bedrijfswoning naar meer dan 750 m³ doch niet meer dan 1.000 m3, met dien verstande dat:

  • a. bestaande bebouwing op het perceel of elders wordt gesloopt;
  • b. maximaal 25% van de inhoud van de te slopen bebouwing mag worden teruggebouwd;
  • c. op grond van het bepaalde in artikel 31 inzicht wordt geboden in de wijze waarop een afdoende kwaliteitsbijdrage wordt geleverd.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen:

  • a. als opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen en met dien verstande dat bestaande, voor het bedrijf niet meer functionele bebouwing voor het stallen van voertuigen zoals caravans, campers, etc., boten, antieke auto's en tractoren (oldtimers) en oude landbouwwerktuigen mag worden gebruikt;
  • b. voor handels- en bedrijfsdoeleinden behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  • c. voor detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte activiteit van op het eigen bedrijf of in de directe omgeving geproduceerde agrarische producten, alsmede van op het eigen bedrijf of in de directe omgeving op andere agrarische bedrijven bewerkte eigen agrarische producten, met dien verstande dat de verkoopruimte binnen de bestaande agrarische bebouwing is gelegen en de maximale maat van het verkoopvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
  • d. voor niet- of semi-agrarische nevenactiviteiten;
  • e. als standplaats van onderkomens en als standplaats van kampeermiddelen;
  • f. voor permanente bewoning en bewoning door buitenlandse werknemers van onderkomens en kampeermiddelen;
  • g. als plattelandsappartementen, plattelandskamers en/of trekkershutten;
  • h. voor zelfstandige bewoning, voor zover het niet betreft de bestaande woning, een logiesgebouw ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers en een stageverblijf ten behoeve van stagiaires;
  • i. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afhankelijke woonruimte;
  • j. voor zelfstandige bewoning of afhankelijke woonruimte, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft;
  • k. voor kantineactiviteiten, behoudens ten behoeve van het eigen bedrijf;
  • l. voor een horecabedrijf en/of –instelling;
  • m. voor reclamedoeleinden, behoudens ten behoeve van de eigen inrichting;
  • n. voor intensieve veehouderij, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  • o. voor glastuinbouw;
  • p. voor het gebruik van gronden als paardenbak op minder dan 50,00 m van woningen van derden en lichtmasten op minder dan 50,00 m van woningen van derden;
  • q. als manege;
  • r. de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf, met uitzondering van de in de bestemmingsomschrijving omschreven vormen van bedrijfsmatig gebruik en met uitzondering van het gebruik van hoofd- en bijgebouwen voor een aan huisgebonden beroep en/of bedrijf tot een oppervlakte van maximaal 50 m2;
  • s. digitale verkoop via internet;
  • t. prostitutiedoeleinden;
  • u. als zorgboerderij;
  • v. het gebruik van gronden en opstallen voor mestbewerking/-verwerking als nevenactiviteit ten behoeve van meerdere bedrijven is niet toegestaan, met dien verstande dat mestbewerking/-verwerking als nevenactiviteit voor het eigen agrarisch bedrijf wel is toegestaan;
  • w. het op het eigen bedrijf verwerken van producten geproduceerd op agrarische bedrijven van derden voor meer dan 10% van het hetzelfde product afkomstig uit het eigen bedrijf.
4.5.2 Parkeren

Elk bedrijf dient te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen opgenomen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijken voor het gebruik van een aangebouwd bijgebouw als afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder j, teneinde toe te staan dat een aangebouwd bijgebouw aan de bedrijfswoning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:

  • a. er geen sprake is van een zelfstandige woning;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. er maximaal één afhankelijke woonruimte per woning ontstaat;
  • d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte niet meer dan 75 m² bedraagt.
4.6.2 Afwijken voor een grotere oppervlakte dan 50 m², of als bedrijfsruimte voor een aan huis gebonden bedrijf of een ambachtelijk bedrijf

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder r voor een grotere oppervlakte dan 50 m2, of als bedrijfsruimte voor een aan huis gebonden bedrijf of een ambachtelijk bedrijf in een deel van een woning of de daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:

  • a. de daar gepleegde activiteiten ondergeschikt zijn aan de woonfunctie;
  • b. het gebruik naar de aard met de woonfunctie in overeenstemming is;
  • c. de woonfunctie op het betrokken perceel niet in betekenende mate wordt aangetast;
  • d. maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen als zodanig wordt gebruikt;
  • e. geen gebruik plaatsvindt, dat meldings- of vergunningsplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer, tenzij ten aanzien van meldingsplichtige activiteiten door de aanvrager middels onderzoek kan worden aangetoond dat het woon- en leefklimaat door desbetreffende activiteit niet onevenredig worden aangetast;
  • f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met het beroep of bedrijf;
  • g. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn en die niet binnen het perceelsgedeelte, dat binnen het bestemmingvlak gelegen is, gerealiseerd kunnen worden.
4.6.3 Afwijken voor handel in de vorm van digitale verkoop via internet

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.1 onder s voor handel in de vorm van digitale verkoop via internet, met dien verstande dat:

  • a. de producten door de klant niet ter plaatse besteld worden;
  • b. de bestelde producten door de ondernemer zelf of via de post c.q. een pakketdienst bij de klant thuis bezorgd worden;
  • c. er geen verkoop aan huis plaatsvindt;
  • d. maximaal 30 m² van het vloeroppervlak van de woning gebruikt wordt voor de digitale verkoop per internet, in de vorm van administratie en opslag goederen.
4.6.4 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van huisvesting van (buitenlandse) werknemers

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder h ten behoeve van de huisvesting van (buitenlandse) werknemers in bestaande tot woongebouw te verbouwen bedrijfsgebouwen, dan wel nieuw te bouwen woongebouwen, met dien verstande dat:

  • a. de noodzaak daartoe wordt aangetoond;
  • b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden aangetast;
  • c. dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind;
  • d. er huisvesting voor maximaal 30 personen wordt gerealiseerd die werkzaam zijn binnen het bedrijf;
  • e. per persoon minimaal 10 m2 aan oppervlakte met enige privacy aanwezig is;
  • f. er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de nota 'Huisvesting buitenlandse werknemers' van de gemeente Weert, zoals vastgesteld op 2 juli 2008;
  • g. het gebouw uit maximaal twee bouwlagen bestaat;
  • h. natuur- en landschappelijke compensatie wordt geleverd;
  • i. na beëindiging de situatie in zijn oorspronkelijke staat dient te worden teruggebracht of wordt hergebruik mogelijk gemaakt conform het dan geldende beleid (herstelregeling);
  • j. op grond van het bepaalde in artikel 31 inzicht wordt geboden in de wijze waarop een afdoende kwaliteitsbijdrage wordt geleverd;
  • k. er geen milieuhygiënische beperking in de agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt van nabij gelegen agrarische bedrijven.
4.6.5 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van nevenactiviteiten

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 voor:

  • a. het gebruik als plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten gelegen binnen de bestaande bebouwing(smogelijkheden) met een totale oppervlakte van niet meer dan 300 m², inclusief een kleinschalige horecavoorziening. In totaal zijn per agrarisch bedrijf niet meer dan 10 slaapplaatsen ten behoeve van dit gebruik toegestaan;
  • b. een groepsaccommodatie voor een groep van maximaal 30 personen;
  • c. kleinschalige dagrecreatie en daghoreca ten dienste van de extensieve recreatie in het buitengebied c.q. ondersteunend aan wandel- en fietsroutes;
  • d. expositie-, educatie- en culturele doeleinden alsmede doeleinden voor natuur- en landschapsbeheer;
  • e. een zorgboerderij, zoals dagopvang van gehandicapten en kinderopvang, gerelateerd aan de agrarische bedrijfsvoering;
  • f. in totaal zijn per agrarisch bedrijf nevenactiviteiten, zoals bedoeld onder c, d en e toegestaan binnen bestaande bebouwing tot een maximale vloeroppervlakte van 350 m², dit is inclusief de verkoopvloeroppervlakte van detailhandel, indien aanwezig;
  • g. bewerking van agrarische producten die uitsluitend op het eigen bedrijf of in de directe omgeving op andere agrarische bedrijven worden geproduceerd.
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

4.8 Wijzigingsbevoegdheid
4.8.1 Wijzigen in bestemming 'Wonen'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:

  • a. de wijziging past in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • b. de bedrijfsvoering is beëindigd;
  • c. alle voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, met uitzondering van de bebouwing die is toegestaan bij de bestemming 'Wonen';
  • d. de milieuvergunning is ingetrokken;
  • e. de wijziging niet leidt tot nieuwe belemmeringen van in de omgeving gelegen (agrarische) bedrijven;
  • f. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • g. het aantal woningen zoals aanwezig niet toeneemt;
  • h. de inhoud van het hoofdgebouw niet wordt vergroot, behoudens het gestelde in artikel 16 Wonen;
  • i. de regels van artikel 16 Wonen verder van toepassing worden verklaard.