Plan: | Kernen Klimmen, Ransdaal, Ubachsberg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-OH01 |
Op 22 september 2006 is het nieuw Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 (POL2006) vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg. In 2008, 2009 en 2011 is het POL op onderdelen geactualiseerd.
Het POL2006 (actualisatie januari 2011) is een overkoepeld Plan op Hoofdlijnen met de status van Structuurvisie, Milieubeleidsplan, Waterhuishoudingsplan en Verkeers- en Vervoerplan. Tevens bevat het de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economisch en sociaal-cultureel beleid. Voor bepaalde thema's en gebieden zijn er naast POL2006 óók POL-aanvullingen, Inpassingsplannen, Verordeningen en Beleidsnota's en dergelijke. Er is sprake van een samenhangend planstelsel. Geregeld verschijnen er nieuwe Inpassingsplannen of POL-aanvullingen, die zich meer in detail richten op specifieke thema's of gebieden en dit nader uitwerken tot bijvoorbeeld een nieuw wegtracé, waarmee tevens het POL2006 op onderdelen wordt geactualiseerd. Het POL2006 krijgt zijn doorwerking in beleidsnota's, programma's, verordeningen en bestemmingsplannen.
Niet voor ieder gebied binnen de provincie Limburg gelden dezelfde beleidsbepalingen als het gaat om de kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied. Om die reden worden in het POL2006 tien perspectieven onderscheiden, met ieder een eigen benadering met betrekking tot de meest doeltreffende beleidsdoelen voor dat gebied. Binnen de gemeente Voerendaal komen vijf van de tien perspectieven voor. In het plangebied zelf zijn deze vijf perspectieven eveneens aanwezig.
De kernen Klimmen (incl. het buurtschap Termaar), Ransdaal en Ubachsberg worden in het POL aangeduid als perspectief "6b Plattelandskern Zuid Limburg". Deze kernen/buurtschappen zijn dan ook omsloten door een rode contour conform het beleid zoals vastgelegd in het Limburgs Kwaliteitsmenu. De overige buurtschappen zijn buiten deze rode contouren gelegen en binnen de perspectieven "P3 Ruimte voor veerkrachtige watersystemen" en "P4 Vitaal landelijk gebied". Een klein gedeelte van het plangebied ligt binnen het perspectief "P1 ecologische hoofdstructuur (EHS)" of het perspectief "P2 Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG)". Het betreft akkerland of tuinen met de potentie om als natuurwaarde te fungeren. De EHS in het plangebied betreft géén gerealiseerde natuur.
Perspectief "6b Plattelandskern Zuid Limburg" duidt aan dat de vitaliteit van deze kernen behouden moet blijven en er ruimte moet worden geboden voor de opvang van de woningbehoefte van de eigen bevolking en voor de groei van lokaal georiënteerde bedrijvigheid.
Het perspectief "3 Veerkrachtige watersystemen" is primair gericht op het bieden van ruimte aan grote waterlopen en rivieren. Daarnaast staat ook centraal het bestrijden van watertekorten, verdroging en erosie. Het ontwikkelen van functies binnen het gebied P3 is toegestaan, mits dit aansluit bij bovenstaande doelen. Met name grondgebonden landbouw en recreatie komen veel voor in dergelijke gebieden.
Voor perspectief "4 Vitaal landelijk gebied" wordt de inrichting met name bepaald door de aanwezige landbouw in het gebied. Onderling verschillen de P4 gebieden nogal wat van elkaar qua aard en dichtheden aan omgevingskwaliteiten.
Het doel van dit perspectief is het vitaal houden van het landelijk gebied. Dit kan met name geschieden door de mogelijkheden te verruimen voor bijvoorbeeld verbrede landbouw, de toeristische sector of kleinschalige dienstverlenende bedrijvigheid.
Perspectief "1 ecologische hoofdstructuur (EHS)" omvat bestaande bos- en natuurgebieden, te ontwikkelen nieuwe natuur- en beheersgebieden, ecologisch water (Maasplassen) en beken met een specifiek ecologische functie (SEF-beken) (zie POL-herziening op onderdelen EHS, 2005). Erbinnen liggen bijzondere natuurgebieden zoals Nationale Parken, Natuurbeschermingswetgebieden, waardevolle bossen en de gebieden die zijn aangewezen (of aangemeld) als Vogel- en Habitatrichtlijngebied. Het gaat in alle gevallen om gebieden van nationale of Europese betekenis.
Tot slot vormt perspectief "2 Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG)" samen met de EHS de ecologische structuur in Limburg. Anders dan de EHS omvat de POG vooral landbouwgebieden. Binnen de POG geldt een ontwikkelingsgerichte basisbescherming. Behoud en ontwikkeling van natuur en landschapswaarden zijn richtinggevend voor ontwikkelingen in de POG.
POL-kaart Perspectieven (uitsnede gemeente Voerendaal)
POL-aanvulling Nationaal Landschap Zuid-Limburg
Naar aanleiding van het aanwijzen van het Heuvellandschap Zuid - Limburg als Nationaal landschap in de Nota Ruimte is de POL-aanvulling Nationaal landschap Zuid - Limburg (2005) opgesteld. In deze aanvulling wordt aandacht besteed aan de kernkwaliteiten, zoals benoemd in de Nota Ruimte, zijnde:
Het beschermen en versterken van deze vier landschappelijke kernkwaliteiten is een leidend aspect bij ontwikkelingen binnen het Nationaal landschap. Omdat de gemeente Voerendaal binnen dit landschap is gelegen, dienen bij ontwikkelingen in het plangebied de benoemde kernkwaliteiten gerespecteerd te worden. Dit betekent dat bij ontwikkelingen die in het bestemmingsplan mogelijk zijn, met de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap rekening moet worden gehouden.
POL-aanvulling: Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM)
Het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) is een uitwerking van het kwaliteitsdeel uit het POL en de POL aanvulling Verstedelijking, Gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering. Zoals reeds aangegeven zijn de plattelandskernen in Zuid-Limburg, waaronder Klimmen, Ransdaal en Ubachsberg voorzien van contouren. Het LKM is van toepassing op (niet onaanvaardbare) ontwikkelingen buiten de contouren. Voor dit bestemmingsplan betekent dit dat het LKM-beleid in ieder geval van toepassing is op de buurtschappen Colmont, Fromberg, Winthagen, Koulen, Mingersborg, Craubeek, Weustenrade en Retersbeek. Voor Klimmen (incl. Termaar), Ransdaal en Ubachsberg geldt dat het LKM-beleid van toepassing kan zijn bij nieuwe ontwikkelingen op de overgang naar het buitengebied.
Het ruimtelijk beleid is vastgelegd in het POL2006. Daarin is ook aangegeven onder welke voorwaarden ruimte bestaat voor een aantal ontwikkelingen. Een belangrijke voorwaarde is dat een eventuele ontwikkeling moet leiden tot een compensatie van het verlies aan omgevingskwaliteit, resulterend in een verbetering van de kwaliteit van het buitengebied.
De kwaliteitsbijdragen dragen bij aan de realisatie van de Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG) of andere door de gemeente aan te geven omgevingskwaliteiten. Dit kwaliteitsmenu geeft aan hoe een ontwikkeling moet bijdragen aan kwaliteitsverbetering.
Doel van het LKM is om gemeenten en provincie een instrumentarium in handen te geven om noodzakelijke of wenselijke ontwikkelingen in het buitengebied te kunnen combineren met gewenste kwaliteitsverbetering van datzelfde buitengebied. Om dit doel te bereiken worden door de provincie afspraken met de gemeente gemaakt en wordt een doelen- en projectenlijst opgesteld. Deze zijn door de gemeente Voerendaal nog vast te leggen in een structuurvisie.
Bij ontwikkelingen die binnenplans mogelijk zijn en die een verdere verstening van deze kernen/buurtschappen in het buitengebied (buiten de rode contouren) tot gevolg hebben zal in het bestemmingsplan worden gewaarborgd dat een ruimtelijke kwaliteitsverbetering conform het LKM plaatsvindt.
Themakaarten Blauwe, Groene en Kristallen Waarden
Om bepaalde basiswaarden te beschermen en te versterken heeft de provincie een drietal kaarten ontwikkeld waarop deze basiswaarden aangeduid worden. Het betreft de kaarten: Blauwe Waarden, Groene Waarden en Kristallen Waarden.
Zoals blijkt uit onderstaande uitsneden van deze kaarten is een aantal gebiedsaanduidingen van toepassing op delen van het plangebied. Deze gebiedsaanduidingen komen aan bod in de inventarisatie van de verschillende belemmeringen die spelen in het gebied.
In paragraaf 4.3 Waterhuishouding wordt ingegaan op de belemmeringen vanuit de 'Blauwe Waarden' en de 'Kristallen Waarden' en in paragraaf 4.6 Natuur en landschap wordt verder ingegaan op de belemmeringen vanuit de 'Groene Waarden'.
POL-kaart Blauwe Waarden (uitsnede gemeente Voerendaal)
POL-kaart Kristallen Waarden (uitsnede gemeente Voerendaal)
POL-kaart Groene Waarden (uitsnede gemeente Voerendaal)
Het waterbeleid is volop in beweging. De afgelopen jaren is het besef gegroeid dat ons waterbeleid een internationale aangelegenheid is, waarvoor de kaders steeds meer op Europees niveau bepaald worden. Een belangrijke uitdaging is dan ook de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), die in 2009 tot een gezamenlijk (internationaal) stroomgebiedbeheerplan voor de Maas heeft geleid. Ook de uitvoering van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's (ROR) sluit hier bij aan. Daarnaast vragen klimaatverandering, vernieuwde nationale wetgeving en de afspraken uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) om een actualisatie van het waterbeleid uit het POL 2006.
Vanuit haar kaderstellende rol heeft de provincie het strategisch waterbeleid op hoofdlijnen vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is een aanvulling op dit POL, met als doel een herijking en uitwerking van het waterbeleid uit het POL 2006, op basis van Europese en nationale kaders. Dit provinciaal waterplan krijgt vorm in de POL-kaarten "Blauwe-" en "Kristallen" waarden, die in voorgaande paragraaf aan bod zijn geweest.
Hieruit voortvloeiende relevante gebiedsaanduidingen worden planologisch- en juridisch geregeld in dit bestemmingsplan.