direct naar inhoud van Artikel 37 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0986.BPbuitengebied2013-VG02

Artikel 37 Algemene aanduidingsregels

37.1 'milieuzone - bodembeschermingsgebied'

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodembeschermingsgebied' zijn de gronden aangewezen voor duurzaam behoud van kwetsbare functies en waarden en voor bijzondere bescherming van de bodem van het bodembeschermingsgebied Mergelland. Daarbij dient rekening te worden gehouden met, dan wel afstemming te worden gezocht bij het hieromtrent bepaalde in de Omgevingsverordening Limburg.

37.2 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied'
37.2.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht voor zover deze zijn toegestaan op grond van de andere aan de gronden toegekende bestemmingen en voor zover de Omgevingsverordening Limburg en het door de provincie gevoerde dan wel te voeren beleid zich daar niet tegen verzetten.

37.3 'milieuzone - waterwingebied'
37.3.1 Verbod omschakeling

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' mag geen omschakeling binnen de agrarische bedrijfsvoering plaatsvinden, voor zover daardoor de veiligheid van de drinkwatervoorziening wordt of kan worden aangetast.

37.3.2 Bouwverbod

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die noodzakelijk zijn in verband met de openbare drinkwaterwinning.

37.3.3 Uitzondering

Artikel 37.3.2 is niet van toepassing op bouwwerken waarvoor gedeputeerde staten ontheffing hebben verleend.

37.3.4 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden met de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gebruiksregels, zoals opgenomen in de Omgevingsverordening Limburg, van toepassing.

37.4 'veiligheidszone - leiding'
37.4.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.

37.4.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 37.4.1, met dien verstande dat:

  • a. voldaan wordt aan de normen die gelden voor het plaatsgebonden risico;
  • b. indien sprake is van toename van het groepsrisico, hiervoor een verantwoording plaatsvindt.
37.5 'vrijwaringszone - molenbiotoop'
37.5.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mag niet worden gebouwd.

37.5.2 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 37.5.1, met dien verstande dat:

  • a. de windvang van de molen daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast. Uitgangspunt hierbij is dat de optimale windvang tot maximaal 5% mag worden beperkt;
  • b. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt verantwoord is.
37.6 'vrijwaringszone - straalpad'

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van meer dan 20,00 m.

37.7 'vrijwaringszone - weg 1' en 'vrijwaringszone - weg 2'
37.7.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' en 'vrijwaringszone - weg 2' dienen de gronden in het kader van de verkeersbelangen van de rijkswegen A76 en A79 vrij gehouden te worden van bebouwing, met uitzondering van:

  • a. binnen een strook van 50 m, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1', gemeten vanaf de as van de dichtstbij gelegen rijstrook van de rijksweg en de bijbehorende toe- en afritten, bouwwerken welke verband houden met de bestemming 'Verkeer - Snelwegen' en/of welke direct verband houden met de aanleg van de rijkswegen A76 en/of A79;
  • b. binnen een strook van 50 tot 100 m, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2', gemeten vanaf de as van de dichtstbij gelegen rijstrook van de rijksweg en de bijbehorende toe- en afritten, bouwwerken welke direct verband houden met de aanleg van de rijkswegen A76 en/of A79, zoals geluidwerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.
37.7.2 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 37.7.1, ten behoeve van het bouwen van andere bouwwerken binnen een strook van 50 tot 100 m, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2', gemeten vanaf de as van de dichtstbij gelegen rijstrook van de rijksweg en de bijbehorende toe- en afritten, met dien verstande dat:

  • a. gebouwd wordt overeenkomstig de onderliggende bestemming;
  • b. dit vanuit milieuoogpunt en oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is;
  • c. geen onevenredige aantasting ontstaat van de belangen van het wegverkeer;
  • d. vooraf een positief advies is gekregen van de beheerder van de betreffende weg.