direct naar inhoud van Regels
Plan: Centrum Venray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.BP16001-va01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Hoofdlettergebruik van de begrippen hangt af van het gebruik hiervan, met links, in de regels.

1.1 plan

Het omgevingsplan Centrum Venray met identificatienummer NL.IMRO.0984.BP16001-va01 van de gemeente Venray.

1.2 bestemmingsplan / omgevingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aaneengebouwde woning

Een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van minimaal drie woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar gebouwd / verbonden zijn.

1.6 achtergevelrooilijn

De denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw -zonder aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen- alsmede het verlengde daarvan.

1.7 activeren

Het zodanig inrichten van een gebied zodat beweging en verblijf door bezoekers worden gestimuleerd.

1.8 antenne-installatie

Installatie bestaande uit een antenne, een antenne-drager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.9 archeologische waarde

De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.

1.10 archeologisch onderzoek

Onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een archeologie-certificaat conform paragraaf 5.1, artikel 5.1 tot en met 5.6 van de Erfgoedwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).

1.11 architectonische waarde

De aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik of detaillering.

1.12 bebouwing

Eén of meer gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.13 bebouwingspercentage

Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.14 bed & breakfast

Het bieden van de mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben door de eigenaar of hoofdbewoner van de desbetreffende woning.

1.15 bedrijf

Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, beroepen aan huis daaronder niet begrepen, in:

  • a. bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 van de regels;
  • b. bedrijven uit categorie 3.1 en 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 van de regels
  • c. bedrijven uit categorie 4.1 tot en met 6 van de Staat van bedrijfsactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 van de regels.
1.16 bedrijf aan huis

Het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het beroep aan huis, gericht op consumentenverzorging geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat als deze in een woning en bijgebouwen wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.

1.17 bedrijfsgebouw

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.

1.18 beplanting

bomen, gewassen, struiken en vaste planten.

1.19 bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw, te bewonen door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw in overeenstemming met de bestemming.

1.20 beroep aan huis

De uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van prostitutie.

1.21 bestaand

Ten tijde van de inwerkingtreding van het plan aanwezig.

1.22 bestaand gebruik

Het gebruik zoals dit bestaat op het moment van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan en voor zover dit afwijkt van de functies die rechtstreeks zijn toegestaan, als bedoeld in artikel 3.2.1 en in dezelfde artikelleden tot en met artikel 19.2.1, en als zodanig met een functieaanduiding op de verbeelding is aangegeven en als bedoeld in artikel 29.3.

1.23 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.24 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.25 bijbehorende functies op een perceel

Erven, in- en uitritten, parkeren, terrassen en tuinen op een perceel.

1.26 bijbehorende functies in de openbare ruimte
  • a. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

bluswatervoorzieningen groenvoorzieningen
parkeervoorzieningen, ondergronds en bovengronds  
kunstobjecten
openbaar toegankelijk gebied voorzieningen van openbaar nut
speel-, sport- en wandelvoorzieningen  
standplaatsen voor verkoop
terrassen
horecaterrassen voor zover horeca aanwezig is  
waterpartijen waterhuishoudkundige voorzieningen verhardingen
voet- en fietspaden
wegen
 
en andere functies waarvan gebruiks- of openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een beperkt aantal bezoekers overeenkomen;  

  • b. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

pannakooi   skatebaan   skelterbaan
 
en andere speel- sport- en spelvoorzieningen waarvan gebruiks- of openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een groter aantal bezoekers overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a.  
1.27 bijgebouw

Een aangebouwd of vrijstaand gebouw of ander bouwwerk met een dak die door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, die in architectonisch opzicht ondergeschikt zijn en functioneel dienstbaar aan dit hoofdgebouw. Een bijgebouw is een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in de Wabo.

1.28 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.29 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.30 bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond.

1.31 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.32 bouwperceelsgrens

De grens van een bouwperceel.

1.33 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.34 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.35 brutovloeroppervlak

De totale oppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten.

1.36 carport

Een overkapping van lichte constructie, bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een motorrijtuig, welke geen tot de constructie behorende wanden heeft.

1.37 cultuur en ontspanning

Vrijetijdsbesteding door middel van diensten, voorzieningen en/ of activiteit(en) met een creatieve, culturele, sportieve, educatieve, sociale of sociaal-culturele inslag, onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:
amusementshal
atelier
balletschool
bowlingbaan
 
creativiteitscentrum dansschool
kantine
museum
 
muziekschool
sauna
speelterrein  
speeltuin
studio
wellness  
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een beperkt aantal bezoekers overeenkomen;  

  • b. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:
bioscoop
concertzaal
 
evenementenhal
 
schouwburg   theater  
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een groter aantal bezoekers overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a.  
1.38 cultuurhistorische waarde

De aan een gebied of opstal toegekende waarde, gekenmerkt door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in reliëf, verkaveling, slotenpatroon, architectuur of beplanting.

1.39 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  • a. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

detailhandel anders dan genoemd bij de categorie onder b en c  
en andere functies waarvan verkeersaantrekkende werking, de omvang van de vestiging, de uitstraling op de omgeving en de beleving van veiligheid alsmede de externe veiligheid overeenkomen en passen in een winkelgebied.  

  • b. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

supermarkt  
en andere functies waarvan verkeersaantrekkende werking, de parkeerbehoefte, de omvang van de vestiging overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is dan de categorie onder a.  

  • c. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

coffeeshop   seksinrichting
 
bedrijven voor opslag en verkoop van motorbrand- stoffen (al dan niet met LPG)   vuurwerk met opslag van meer dan 10.000 kilo
 
en andere functies waarvan verkeersaantrekkende werking, de omvang van de vestiging, de specifieke uitstraling op de omgeving, de beleving van veiligheid en de externe veiligheid overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is dan de categorie onder a en b.  
1.40 dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks, al dan niet via een balie, te woord wordt gestaan en geholpen, onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. tot deze categorie functies behoren:

Administratief, juridisch
administratieconsulentadvocatenkantoor
accountant
bankfiliaal
belastingconsulent
belwinkel
gerechtsdeurwaarder
incassobureau
internetwinkel
juridisch adviseur
makelaar
notaris
organisatieadviseur
raadgevend adviseur
reclamebureau
reisbureau
registeraccountant
tolkvertaler
uitzendbureau
verzekeringskantoor


 
Ambachtelijk, technisch
bloemschikker
bouwkundig architect
computerservice
glazenwasser
goud- en zilversmid
hoedenmaker
instrumentenmaker
kaarsenmaker
kledingatelier
klompenmaker
loodgieter
lijstenmaker
meubelmaker
muziekinstrumenten-maker
pottenbakker
reparatie consumenten- artikelen, niet zijnde auto's en motorfietsen
webshop
wasserette
zadelmaker  
Kunstzinnig
decorateur
interieurarchitect
fotograaf
kunstenaar
redacteur
stedenbouwkundige
tuin- en landschapsarchitect

Medisch, sociaal, therapeutisch
alternatieve genezer
arts
Cesar/Mensendieck
dierenarts
fysiotherapeut
huidtherapeut
logopedist
medisch specialist
oefentherapeut
orthopedagoog
pedagoog
psycholoog
tandarts
verloskundige
 
Verzorgend
kapsalon
nagelstudio
pedicure
prothesemaker

niet zijnde praktijken, maatschappen of andersoortige samenwerkingsvormen bestaande uit meer dan twee behandelaars

Bezorgend of rijdend
cateringbedrijf
post- en koeriersbedrijf
taxibedrijf
 
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een beperkt aantal bezoekers overeenkomen.  

  • b. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

autorijschool
badhuis
hondentrimmer
koeriersdienst

 
medisch, sociaal en therapeutisch in de vorm van een medisch centrum , kliniek of een vergelijkbare vorm
 
reparatie van auto's en motorfietsen schoonheidsinstituut
traiteur  
overige activiteiten als bedoeld onder a met meer dan twee behandelaars

 
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden en met een grotere verkeersaantrekkende werking en parkeerbehoefte overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a.  
1.41 eindwoning

Een woning die ligt aan het begin of eind van een rij aaneengebouwde woningen.

1.42 erf

Een gedeelte van het perceel, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij geldt:

  • a. achtererf: Erf achter de met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied evenwijdig gelegen lijn, die het hoofdgebouw raakt: aan een niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel, op 1 meter achter het snijpunt met de voorgevel, en, aan een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel, op het snijpunt met de achtergevel;
  • b. voorerf: Erf dat geen onderdeel is van het achtererf;
  • c. zijerf: Het gedeelte van het erf dat zich bevindt aan de zijkant van het hoofdgebouw, startend bij de voorkant en eindigend bij de achterkant van het hoofdgebouw. Het zijerf maakt onderdeel uit van het voorerf wanneer het grenst aan openbaar gebied, als dit niet zo is dan maakt het onderdeel uit van het achtererf vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn.
1.43 evenement

Een voor het publiek openbaar toegankelijke verrichting van vermaak in de open lucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van publiek voor sociale, informerende, educatieve, culturele, levensbeschouwelijke doeleinden of doeleinden voor vermaak. Onder evenement wordt mede verstaan: kermissen, herdenkingsplechtigheden, feesten, muziekvoorstellingen, braderieën of markten, optochten en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen activiteiten.

1.44 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.45 gemeentelijke monument

Een monument opgenomen op gemeentelijke monumentenlijst van de gemeente Venray.

1.46 gestapelde woning

Een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.

1.47 gevel

Buitenmuur van een gebouw, waarbij geldt:

  • a. achtergevel: de gevel van een hoofdgebouw die zich aan de tegenovergestelde kant van de voorgevel bevindt;
  • b. voorgevel: de gevel aan de voorzijde van een hoofdgebouw;
  • c. zijgevel: de gevels van een hoofdgebouw die haaks staan op de voorgevel.
1.48 grondgebonden woning(en)

Een gebouw, dat een vrijstaande woning of meerdere halfvrijstaande, geschakelde of aaneengebouwde, uitsluitend naast elkaar en niet boven elkaar gelegen, woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.

1.49 hoeksituatie

Een perceel dat met minimaal twee aaneengesloten zijden grenst aan openbaar toegankelijk gebied.

1.50 hogere waarde

Een waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.

1.51 hoofdgebouw

Een of meerdere panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.52 horeca

Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide te nuttigen, af te halen of te bezorgen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral
verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken:
 
A1. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca
Broodjeszaak
Cafetaria
Crêperie
Croissanterie
Koffiebar  



Lunchroom
Snackbar
Theehuis
Ijssalon  
A2. Overige lichte horeca
Bistro
Eetcafé
Hotel
Hotel-restaurant
Kookstudio
Pannenkoekenhuis  

Pension
Poffertjeszaak
Restaurant (zonder Bezorg- of afhaalservice)
Wijn- of whiskyproeverij
 
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden en de ruimtelijke effecten hiervan voor de omgeving, geluidsbelasting voor de omgeving, het gelijktijdig komen en gaan van een beperkt aantal bezoekers en verkeersaantrekkende werking overeenkomen  

  • b. tot deze categorie behoren de volgende functies:

B. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking  
Bedrijven genoemd onder A1 en A2 met een vloeroppervlak van meer dan 400 m²
 
Restaurant met bezorg- of afhaalservice  
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van groter aantal bezoekers alsmede verkeersaantrekkende werking overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a.  

  • c. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

C. Bedrijven uit categorie onder a die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:
 
Bar
Bierhuis  
Biljartcentrum
Café  
Café-restaurant
Grillrooms  
Pub
Shoarmazaken
 
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van groter aantal bezoekers overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a en b.  

  • d. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

D. Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:
 
Café-bardancing
Dancing
 
Discotheek   Nachtclub   Zalenverhuur/partycentrum; regulier gebruik voor feesten en muziek-/dansevenement
 
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van groter aantal bezoekers overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a, b en c.  

  • e. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

E. Bedrijven die door hun uitstraling op de omgeving een nadelig effect hebben op het woon- en leefklimaat en de beleving van veiligheid:
 
Coffeeshop   seksinrichting   Shishalounge
 
 
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van groter aantal bezoekers alsmede de uitstraling op de omgeving en het de beleving van veiligheid en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a tot en met d.  
1.53 horeca gerelateerde festiviteit

horeca gerelateerde festiviteit: een activiteit die zodanig in of in de directe nabijheid van een horeca-inrichting plaatsvindt waardoor het Activiteitenbesluit van toepassing is. Deze activiteit dient gerelateerd te zijn aan voornoemde horeca-inrichting.

1.54 huishouding

Een huishouding bestaat uit een persoon dan wel personen die in een zekere continue samenstelling met elkaar wonen en tussen de verschillende personen een zekere onderlinge verbondenheid bestaat.

1.55 inrichting

Elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.

1.56 internetverkoop

Detailhandel waarvan de handel voornamelijk via internet, postorder en andere media verloopt.

1.57 kamerverhuur

niet gemeenschappelijk deel van een woonfunctie waarin zich meer wooneenheden bevinden en waar voorzieningen, zoals keuken, sanitaire ruimtes, worden gedeeld.

1.58 kantoren

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.59 kleinschalige en incidentele evenementen

evenementen met een kleinschalig en incidenteel karakter, zoals modeshows van een winkel, productpresentaties en hiermee vergelijkbare publieksacties, niet zijnde een horeca gerelateerde festiviteit.

1.60 kunstwerk

Object van artistieke kunstuiting.

1.61 maaiveld

Bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.

1.62 maatschappelijke dienstverlening

Het verlenen van diensten door organisaties op het gebied van openbaar bestuur en het verlenen van diensten door religieuze en andere levensbeschouwelijke organisaties, gezondheids-, welzijns- en veterinaire diensten, zorginstellingen, verenigingen alsmede sociale organisaties, onderwijs, onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:
bibliotheek
consultatiebureau
 
kerk of andere voorziening voor geloofsgemeenschap
 
openbare dienstverlening
sociale dienstverlening  
zorgwoning  
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een beperkt aantal bezoekers overeenkomen;  

  • b. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:
buurthuis
clubhuis
dagverblijf
jeugdopvang  
kinderdagopvang
kliniek
medische praktijk  
multifunctionele accommodatie
therapeutische praktijk
 
school
verpleeghuis
zorginstelling  
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een groter aantal bezoekers overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a.  

  • c. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:
asielzoekerscentrum
begraafplaats
 
dierenasiel
dierenpension  
justitiële inrichting    
en andere functies waarvan gebruiks- en openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving, het gelijktijdig komen en gaan van een groter aantal bezoekers en een specifieke uitstraling op de omgeving overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a en b.  
1.63 maatvoeringsvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.

1.64 milieuhygiënische uitvoerbaarheid

Overkoepelend begrip voor relevante milieuaspecten zoals bodem, geluid, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, etc. aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse is geborgd.

1.65 omgevingsdialoog

het voeren van overleg over (de voorbereiding van) een initiatief met omwonenden en / of direct betrokkenen door de initiatiefnemer of de gemeente.

1.66 omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.

1.67 ondergeschikte activiteit

Activiteit die afwijkt van de hoofdfunctie, maar die hieraan niet gelijkwaardig is vanwege:

  • a. de oppervlakte; de activiteit beslaat in oppervlakte maximaal 25% van het vloeroppervlak van het gebouw, of;
  • b. de duur en frequentie, of;
  • c. de activiteit komt incidenteel voor en beslaat qua beoefening dus minder tijd dan de hoofdfunctie, in ieder geval niet meer dan 10% van die tijd of;
  • d. de functie in relatie tot de hoofdfunctie, of;
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend ter ondersteuning van de hoofdfunctie.
1.68 ondergeschikte bouwdelen

Onderdelen van een hoofdgebouw die in architectonisch opzicht ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw en bijgebouwen, zoals erkers, ingang-partijen, luifels, schoorstenen en antennes.

1.69 ondergeschikte detailhandel

Detailhandelsactiviteit die als ondergeschikte activiteit past bij de hoofdfunctie, ter ondersteuning van de hoofdfunctie wordt uitgeoefend en niet zelfstandig toegankelijk is.

1.70 ondergeschikte horeca

Het als ondergeschikte activiteit beperkt verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse in direct verband met andere ter plaatse toegestane hoofdactiviteiten, niet zijnde horeca.

1.71 ondergronds

Beneden het peil.

1.72 openbaar toegankelijk gebied

Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer

1.73 overige bouwwerken

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct duurzaam met de aarde is verbonden.

1.74 overkapping

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een dak, dat niet of slechts aan één zijde is voorzien van een (bestaande) wand.

1.75 patiowoning

Een woning, die wordt gekenmerkt doordat de buitenruimte (meestal in de vorm van een tuin) geheel of nagenoeg geheel is ingesloten door de bouwmassa van de betreffende woning, aangrenzende woning(en) of muren

1.76 peil

Voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang; In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.77 perceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.

1.78 prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Raamprostitutie is hieronder mede begrepen.

1.79 rijksmonument

Een monument zoals ingeschreven in het rijksmonumentenregister.

1.80 ruimtelijke kwaliteit

Een hoge gebruikswaarde voor meerdere functies, belevingswaarde voor bewoners en bezoekers en de waarde voor de toekomst.

1.81 seksinrichting
  • a. Een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen of voorstellingen van erotische of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren of leveren van seksartikelen.
  • b. Een prostitutiebedrijf en bordeel zijn hieronder mede begrepen. Seks- of pornobedrijf is een aparte functie en valt op geen enkele wijze onder enig andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit omgevingsplan. Hieronder wordt mede verstaan prostitutie en raamprostitutie.
1.82 sport
  • a. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

Gymnastiekzaal
Fitnesscentrum  
Skeelerbaan binnen
Sportschool
Squashcentrum  
Skate-, skelterbaan binnen
Sporthal
 
Tennishal
Zwembad overdekt  
en andere functies waarvan gebruiks- of openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving, het gelijktijdig komen en gaan van een beperkt aantal bezoekers en verkeersaantrekkende beweging overeenkomen.  

  • b. tot deze categorie functies behoren de volgende functies:

Skelternaan buiten
 
     
en andere functies waarvan gebruiks- of openingstijden, geluidsbelasting voor de omgeving en het gelijktijdig komen en gaan van een beperkt aantal bezoekers overeenkomen en de invloed op de omgeving groter is ten opzichte van de categorie onder a.  
1.83 standplaats voor verkoop

Het vanaf een vaste plaats op een openbaar toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of etenswaren, het anderszins aanbieden van goederen en bedrijfsmatige of niet-bedrijfsmatige diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

1.84 stedenbouwkundig beeld

Het beeld dat wordt bepaald door de bouwmassa's, de gevelindelingen, en de dakvormen van de bebouwing, alsmede de situering en de verschijningsvormen in zijn omgeving.

1.85 structureel groen

Structureel groen betreft het groen wat een belangrijke rol vervult in het groene raamwerk van de gemeente. Het zijn de volgende onderdelen die onder structureel groen vallen:

  • a. Bomenstructuren die een belangrijke bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit, evenals historische lijnen en verbindingsschakels.
  • b. De groenvoorzieningen waarin zich monumentale of waardevolle bomen bevinden;
  • c. De groenvoorzieningen die onvervangbaar zijn en een bijzondere bijdrage leveren aan de kwaliteit, identiteit en belevingswaarde van de stad.
  • d. De groenvoorzieningen die een belangrijke natuurwaarde hebben.
  • e. De groenvoorzieningen die door hun omvang of ligging bijdragen aan de samenhang van de totale groenstructuur.
1.86 twee-aaneengebouwde woning

Een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee woningen die met het hoofdgebouw aan elkaar zijn gebouwd.

1.87 verbeelding

De plankaart van het plan.

1.88 verdieping(en)

De bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn.

1.89 verblauwen

Het in een gebied verbeteren en vergroten van:

  • a. doorlatendheid van verharding, zoals een open verharding of grasstenen;
  • b. infiltratiemogelijkheden voor hemelwater;
  • c. de oppervlakte van water;
  • d. de waterbergingscapaciteit, niet zijnde het koppelen aan de reguliere waterhuishoudingsstructuur.
1.90 vergroenen

Het in een gebied vergroten van het aantal of de oppervlakte van:

  • a. bomen;
  • b. gras;
  • c. gewassen;
  • d. struiken;
  • e. vaste planten;
  • f. groen ingerichte daken.
1.91 verduurzamen

het in een gebied:

  • a. toevoegen van koude-/warmte-opslag;
  • b. plaatsen van zonnecollectoren of zonnepanelen;
  • c. plaatsen van laadpalen voor elektrische auto of fiets;
  • d. realiseren van een klimaatbestendige omgeving;
  • e. het bijdragen aan een betere milieukwaliteit.
1.92 verkoopvloeroppervlak

De voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte (inclusief de etalageruimte) bestemd en gebruikt voor detailhandel.

1.93 voorgevelrooilijn

Langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft.

1.94 voorkant van een hoofdgebouw

De gevel waarlangs de voorgevelrooilijn loopt.

1.95 voorzieningen van openbaar nut

Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen ondergrondse afvalvoorzieningen, bovengrondse afvalvoorzieningen, gemalen, laadpalen, pompstations, telefooncellen, transformatorhuisjes, en zendmasten plus voorzieningen voor warmte- en koude-opslag of voorzieningen van soortgelijke aard met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.96 vrijstaand geschakelde woning

Woning waarvan het hoofdgebouw via een bijgebouw verbonden is met het volgende hoofdgebouw en waarvan het hoofdgebouw op de perceelsgrens is gebouwd.

1.97 vrijstaande woning

Een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning.

1.98 voorkeursgrenswaarde

De streefwaarde voor de geluidsbelasting, zoals opgenomen in de Wet geluidhinder of het Besluit geluidhinder.

1.99 Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.100 waterhuishoudkundige voorzieningen

Boven- en ondergrondse voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, infiltratie en waterkwaliteit.

1.101 weg

Een voor het openbaar verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeervoorzieningen.

1.102 wonen

Het gehuisvest zijn in een woning / wooneenheid.

1.103 woning / wooneenheid

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.

1.104 woningsplitsing

Het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer wooneenheden ten behoeve van de vestiging van meer dan één huishouden.

1.105 zonnepergola

Pergola, die wordt afgedekt met zonnepanelen.

1.106 zorgwoningen

Woningen voor mensen met een langdurige zorg/24-uurs zorg, voorzien van een gemeenschappelijke ruimte.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:

De kortste afstand tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw.

2.2 het bebouwingspercentage:

Het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 de dakhelling:

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 de hoogte van een windturbine:

Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.

2.7 de inhoud van een bouwwerk:

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 De lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:

De buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.

2.9 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.11 ondergeschikte bouwdelen:

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.50 meter.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Centrum - Kernwinkelgebied

3.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van een samenhangend compact functioneel kernwinkelgebied als concentratiegebied voor detailhandel met de Grotestraat als belangrijkste winkelstraat. De andere straten completeren het kernwinkelgebied met een gevarieerd aanbod aan winkels, horeca en andere centrumfuncties.
  • b. Het terugdringen en voorkomen van leegstand door een diversiteit aan functies toe te staan en verplaatsing van winkels naar dit gebied te stimuleren.
  • c. Het bieden van een goed ondernemers-, woon- en leefklimaat en aantrekkelijk verblijfsklimaat.
  • d. Historische gebouwen en gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor een hoogwaardige uitstraling van het kernwinkelgebied. De ruimtelijke kwaliteit wordt voorts bepaald door afwisselende bebouwing in omvang, uitstraling en korrelgrootte. De afwisseling komt in ieder geval tot uitdrukking in de diversiteit in architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw ten opzichte van andere gebouwen in dezelfde straat.
  • e. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • f. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
3.2 Gebiedsgerichte regels - functie
3.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' van artikel 3.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies en gebruik toegestaan na melding
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel 'Functies en gebruik toegestaan na melding' van artikel 3.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als een melding is gedaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.2.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de activiteit met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 3.1 alsmede gelet op de bij de meldingsplicht genoemde voorwaarde, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.
  • c. Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 3.2.4 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevings- vergunning' in artikel 3.2.4.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 3.2.4, maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 3.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • d. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 3.1 onder f.

3.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   detailhandel   artikel 1.39 onder a   op de begane grond    
b.   ondergeschikte detailhandel   artikel 1.69   op de begane grond    
c.   dienstverlening   artikel 1.40 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
d.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de begane grond    
e.   ondergeschikte horeca   artikel 1.70   op de begane grond    
f.   ondergeschikte horeca   artikel 1.70   op de verdieping   Ter plaatse van de aanduiding 'ondergeschikte horeca op de verdieping'.  
g.   kantoor     op de verdieping    
h.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a   op de verdieping    
i   wonen   artikel 1.102    op de verdieping   Ten hoogste één woning per perceel. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangeduide aantal woningen/ wooneenheden toegestaan.  
j.   beroep aan huis   artikel 1.20   op de verdieping   Zie artikel 29.1.  
k.   bed & breakfast   artikel 1.14   op de verdieping   Zie artikel 29.2  
l.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
m.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw   Gebruik van een terras is toegestaan van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 1.00 uur en zaterdag en zondag van 9.00 uur tot 2.00 uur.
Het terras mag alleen worden gebruikt indien het personeel van het horecabedrijf waarvan het terras deel uitmaakt door de exploitant is geïnstrueerd om luid schreeuwen van bezoekers te voorkomen en de exploitant of het personeel direct maatregelen treft in geval van luid schreeuwen.  
n.   bestaand gebruik   artikel 1.22     Zie artikel 29.3.  

3.2.3 Functies en gebruik toegestaan na melding

  Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied en als aan voorwaarden wordt voldaan en hierover duidelijkheid bestaat. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   horeca   artikel 1.52 onder c   op de begane grond   Als het horecabedrijf vergelijkbaar is met een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1.52 onder a en de daar opgenomen kenmerken.  
b.   kamerverhuur   artikel 1.57   op de verdieping   In een woning mogen maximaal 4 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeerdruk.  
c.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a en b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
d.   kleinschalige en incidentele evenementen   artikel 1.59   buiten het gebouw   Deze evenementen zijn toegestaan vanaf 10.00 uur tot 19.00 uur.
Voldaan wordt aan de 'Uitgangs- punten Evenementenbeleid 2017'. Zie hiervoor www.beleidvenray.nl/evenementenbeleid/.
Als dit beleid binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.  

3.2.4 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied en een bijdrage leveren aan de in artikel 3.1 genoemde gebiedsdoelen waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   cultuur en ontspanning   artikel 1.37 onder a   op de begane grond   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.  
b.   detailhandel   artikel 1.39 onder b   op de begane grond   Als de functie past in de omgeving, de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
c.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de verdieping   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder. De horeca op de verdieping maakt deel uit van de horeca op de begane grond.  
d.   horeca   artikel 1.52 onder b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
e.   horeca   artikel 1.52 onder c   op de begane grond   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.  
f.   wonen   artikel 1.102    op de verdieping   Toename van het aantal woningen en splitsing van een woning in meer wooneenheden zijn alleen toegestaan op de verdieping en als dit past in het gemeentelijk woningbouwprogramma.  
3.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft. De maten van de bestaande bebouwing zijn als indicatie opgenomen op de verbeelding.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 3.1 onder f.
  • f. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 


ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a



 

1 m
2 m

3 m
12 m

4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 3.5
20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
5. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
5a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
5b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
5c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  
6. kunstwerk in en nabij Schoutenstraatje
6a. de hoogte bedraagt in afwijking van het bepaalde onder 2 niet meer dan  
 
10 m
 
3.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen;
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
3.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie.
  • c. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • d. Een toename groter dan genoemd onder b is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • e. Van het bepaalde onder c en d kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • f. Aan de voorwaarden onder c juncto e en d juncto e wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • g. Het bepaalde onder a tot en met f is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • h. Het bevoorraden is toegestaan op maandag tot en met donderdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 17.30 uur en 18.30 uur, op vrijdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 20.30 uur en 21.30 uur en op zaterdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 16.30 uur en 17.30 uur. Op andere tijden is bevoorrading uitsluitend met een centrumpas toegestaan.
3.6 Overige bepalingen
3.6.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.

Artikel 4 Cultuur en Ontspanning

4.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behoud van deze culturele functie die van grote betekenis is voor de levendigheid van het plein en het centrumgebied en voor Venray en de regio.
  • b. Het behoud van het grootschalig beeldbepalende gebouw aan het plein met een variatie in bouwvolumes en materiaalgebruik.
  • c. Het behoud en versterken van een klimaatbestendig, duurzaam, gezond en veilig ingericht gebouw, zoals zonnepanelen op het dak.
  • d. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
4.2 Gebiedsgerichte regels - functie
4.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 4.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 4.1 onder d.

4.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   cultuur en ontspanning   artikel 1.37 onder a en b   op de begane grond en op de verdieping    
b.   dienstverlening   artikel 1.40 onder a   op de begane grond en op de verdieping   Als de dienstverlening ondersteunend is voor de hoofdfunctie cultuur en ontspanning .  
c.   horeca   artikel 1.52 onder a en b   op de begane grond en op de verdieping   Als de horecavoorziening onder- steunend is voor de hoofdfunctie cultuur en ontspanning.  
d.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
e.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
f.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw   Gebruik van een terras is toegestaan van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 1.00 uur en zaterdag en zondag van 9.00 uur tot 2.00 uur.
Het terras mag alleen worden gebruikt indien het personeel van het horecabedrijf waarvan het terras deel uitmaakt door de exploitant is geïnstrueerd om luid schreeuwen van bezoekers te voorkomen en de exploitant of het personeel direct maatregelen treft in geval van luid schreeuwen.  
4.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 4.1 onder e.
  • f. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja  



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a




 

1 m
2 m

3 m

12 m

4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 4.5
20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
4.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat ;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
4.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • c. Van het bepaalde onder b kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • d. Aan de voorwaarden onder b en c wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • e. Het bepaalde onder a tot en met d is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • f. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie. Een toename groter dan 10% is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • g. Het bevoorraden is toegestaan op maandag tot en met donderdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 17.30 uur en 18.30 uur, op vrijdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 20.30 uur en 21.30 uur en op zaterdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 16.30 uur en 17.30 uur. Op andere tijden is bevoorrading uitsluitend met een centrumpas toegestaan.
    • 1. Buiten deze tijdsperiode is bevoorrading uitsluitend toegestaan in de vorm van kortdurende bevoorrading tot ten hoogste een half uur, zonder relevante geluidseffecten voor bewoners in de omgeving, door koelmotoren tijdens het laden en lossen uit te zetten en door inzet van stillere emballagekarren dan gebruikelijk is.
    • 2. Bevoorrading is altijd toegestaan door 100% elektrische voertuigen.

Artikel 5 Detailhandel

5.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behoud van de supermarkt die van betekenis is voor het voorzieningenniveau van het centrum van Venray en de gemeente.
  • b. Het behoud en versterken van een klimaatbestendig, duurzaam, gezond en veilig ingericht gebouw, zoals zonnepanelen op het dak.
  • c. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
5.2 Gebiedsgerichte regels - functie
5.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 5.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 5.1 onder c.

5.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   supermarkt met slijterij   artikel 1.39 onder b   op de begane grond en op de verdieping    
b.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
c.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
5.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 5.1 onder c.
  • f. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja  



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a



 

1 m
2 m

3 m
12 m

4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 5.5
20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
5.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
5.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • c. Van het bepaalde onder b kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • d. Aan de voorwaarden onder c wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • e. Het bepaalde onder a tot en met d is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • f. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie. Een toename groter dan 10% is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • g. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.
    • 1. Buiten deze tijdsperiode is bevoorrading uitsluitend toegestaan in de vorm van kortdurende bevoorrading tot ten hoogste een half uur, zonder relevante geluidseffecten voor bewoners in de omgeving, door koelmotoren tijdens het laden en lossen uit te zetten en door inzet van stillere emballagekarren dan gebruikelijk is.
    • 2. Bevoorrading is altijd toegestaan door 100% elektrische voertuigen.

Artikel 6 Gemengd - Aanloopstraten

6.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van de karakteristiek van aanloopstraten als ondersteuning van het kernwinkelgebied, met een eigen kenmerkende sterke menging van functies.
  • b. Het terugdringen en voorkomen van leegstand door een diversiteit aan functies toe te staan, met uitzondering van detailhandel.
  • c. Het verminderen van het aantal bestaande winkels door verplaatsingen naar het kernwinkelgebied te stimuleren.
  • d. Het bieden van een goed ondernemers-, woon- en leefklimaat en aantrekkelijk verblijfsklimaat.
  • e. Het behouden van een rustig en in de beleving veilig woon- en leefklimaat in de Patersstraat. Voorkomen dient te worden dat functies die zich nu in de zogeheten "vergeten driehoek" bevinden, en die tot overlast leiden door de lange openingstijden of de verkeersaantrekkende werking, zich verplaatsen naar het gebied in en rond de Patersstraat. Ontwikkelingen dienen dan ook gericht te zijn op een toename van de woonfunctie en het bevorderen van een rustig en veilig woon- en leefklimaat.
  • f. Historische en voor de aanloopstraten karakteristieke gebouwen en gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor een hoogwaardige uitstraling van aanloopstraten. De uitstraling van enkele panden kan in dat opzicht worden versterkt. De ruimtelijke kwaliteit wordt voorts bepaald door afwisselende bebouwing in omvang, uitstraling en korrelgrootte. De afwisseling komt in ieder geval tot uitdrukking in de diversiteit in architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw ten opzichte van andere gebouwen in dezelfde straat.
  • g. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • h. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
6.2 Gebiedsgerichte regels - functie
6.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 6.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies en gebruik toegestaan na melding
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel 'Functies en gebruik toegestaan na melding' in artikel 6.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als een melding is gedaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.2.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de activiteit met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 6.1 alsmede gelet op de bij de meldingsplicht genoemde voorwaarde, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.
  • c. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 6.2.4 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevings- vergunning' in artikel 6.2.4.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 6.2.4 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 6.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • d. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 6.1 onder h.

6.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bedrijf   artikel 1.15 onder a   op de begane grond    
b.   cultuur en ontspanning   artikel 1.37 onder a   op de begane grond    
c.   ondergeschikte detailhandel   artikel 1.69   op de begane grond    
d.   dienstverlening   artikel 1.40 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
e.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de begane grond    
f.   ondergeschikte horeca   artikel 1.70   op de begane grond    
g.   kantoor   artikel 1.58    op de begane grond en op de verdieping    
h.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
i.   wonen   artikel 1.102    op de begane grond en op de verdieping   Het aantal woningen mag ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'nieuwbouw' niet meer bedragen dan het aantal dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woon- eenheden' op de verbeelding is aangegeven.
Elders ten hoogste één woning per perceel.
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangeduide aantal woningen/wooneenheden toegestaan.  
j.   beroep aan huis   artikel 1.20   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.1  
k.   bed & breakfast   artikel 1.14   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.2  
l.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
m.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
n.   bestaand gebruik   artikel 1.22     Zie artikel 29.3   

6.2.3 Functies en gebruik toegestaan na melding

  Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied als aan voorwaarden wordt voldaan en hierover duidelijkheid bestaat. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   in welke categorie?   waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bedrijf   artikel 1.15 onder b   op de begane grond   Als het bedrijf vergelijkbaar is met een bedrijf als bedoeld in artikel 1.15 onder a en de daar opgenomen kenmerken.  
b.   horeca   artikel 1.52 onder c   op de begane grond   Als het horecabedrijf vergelijkbaar is met een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1.52 onder a en de daar opgenomen kenmerken.  
c.   sport   artikel 1.82 onder a   op de begane grond en op de verdieping   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.
Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
d.   kamerverhuur   artikel 1.57   op de begane grond en op de verdieping   In een woning aan de Patersstraat mogen maximaal 3 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeer- druk.
In een woning elders dan de Patersstraat mogen maximaal 4 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeerdruk.  
e.   kleinschalige en incidentele evenementen   artikel 1.59   buiten het gebouw   Deze evenementen zijn toegestaan vanaf 10.00 uur tot 19.00 uur.
Voldaan wordt aan de 'Uitgangs- punten Evenementenbeleid 2017'. Zie hiervoor www.beleidvenray.nl/evenementenbeleid/.
Als dit beleid binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.  

6.2.4 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied en een bijdrage leveren aan de in artikel 6.1 genoemde gebiedsdoelen waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   detailhandel     op de begane grond   Het exploiteren van een showroom / winkelruimte voor internetverkoop met een oppervlak van maximaal 150 m2 kan worden toegestaan als dit resulteert in het terugdringen van leegstand.  
b.   dienstverlening   artikel 1.40
onder b  
op begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
c.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de verdieping   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.
Dit is niet toegestaan in de Patersstraat.  
d.   horeca   artikel 1.52 onder b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeersaantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeer- gelegenheid aanwezig is.
Dit is niet toegestaan in de Patersstraat.  
e.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeersaantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
f.   wonen   artikel 1.102    op de begane grond en op de verdieping   Toename van het aantal woningen en splitsing van een woning in meer wooneenheden is alleen toegestaan als dit past in het gemeentelijk woningbouwprogramma en dit in de Patersstraat niet leidt tot een ongewenste toename van verkeers- en parkeerdruk.  
g.   bedrijf aan huis   artikel 1.16   op de begane grond   Voldaan wordt aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 29.1.  
6.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft. De maten van de bestaande bebouwing zijn als indicatie opgenomen op de verbeelding.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 6.1 onder h.
  • f. Bouwregels genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
    Op deze gronden mogen de volgende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. hoofdgebouwen
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a



 

1 m
2 m

3 m

12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. hoofdgebouwen
3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 6.5
20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
5. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
5a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
5b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld
5c. warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
5d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m
3 m

2 m  

  • g. Bouwregels aanbouw, uitbouwen en bijgebouwen
    Op deze gronden mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   maten  
1. de afstand van de voorgevel bedraagt ten minste:
1a. tot de voorgevel van het hoofdgebouw
1b. bij vrijstaand tot de voorste perceelsgrens  

1 m
7 m  
2. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal:
2a. het gedeelte van het erf achter de voorgevel van het hoofdgebouw en buiten een strook van 4 m achter de achtergevel over de volle breedte van het hoofdgebouw
2b. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd
2c. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd en de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende perceel en het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad  

50 m2


70 m2
100 m2

 
3. de hoogte bedraagt maximaal:
3a. goothoogte boven de vloer van de tweede bouwlaag van hoofdgebouw
3b. goothoogte van hoofdgebouw zonder tweede bouwlaag
3b. bouwhoogte  

+0,30 m
3 m
5 m  
4. de afstand van de voorgevel tot de achter- of zijgevel van een woning bedraagt maximaal:   15 m  
5. van uitbouwen op een zijerf in hoeksituaties naar openbaar gebied bedraagt:
5a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal
5b. de breedte maximaal  

30 m2
4 m  
6. van ondergeschikte bouwwerken voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt:
6a. de diepte maximaal
6b. de breedte van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw maximaal
6c. de hoogte maximaal  


1,2 m
50%
3 m  
6.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
6.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie.
  • c. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • d. Een toename groter dan genoemd onder b is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • e. Van het bepaalde onder c en d kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • f. Aan de voorwaarden onder c juncto e en d juncto e wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • g. Het bepaalde onder a tot en met f is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • h. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.
6.6 Overige bepalingen
6.6.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.

Artikel 7 Gemengd - De Bleek

7.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van de karakteristiek van De Bleek die zich kenmerkt door een sterke menging van functies, als ondersteuning van het kernwinkelgebied, door de volgende ontwikkelingen toe te staan en te stimuleren.
  • b. Het terugdringen en voorkomen van leegstand door een diversiteit aan functies toe te staan, waaronder detailhandel op de begane grondlaag, met uitzondering van nieuwe woonfuncties. De voorkeur gaat uit naar functies met een uitstraling, openings- en gebruikstijden en bezoekersaantrekkende werking die overeenkomen met een winkelstraat. Op langere termijn is het mogelijk dat er minder winkels zijn gevestigd, waardoor De Bleek meer het karakter van een aanloopstraat zal krijgen en minder gaat lijken op een winkelstraat.
  • c. Het bieden van een goed ondernemers-, woon- en leefklimaat en een aantrekkelijk verblijfsklimaat.
  • d. De voor het gebied De Bleek karakteristieke gebouwen en gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor de uitstraling van het gebied en kunnen worden versterkt. De ruimtelijke kwaliteit wordt voorts bepaald door afwisselende bebouwing in omvang, uitstraling en korrelgrootte. De afwisseling komt in ieder geval tot uitdrukking in de diversiteit in architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw ten opzichte van andere gebouwen in dezelfde straat.
  • e. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • f. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
7.2 Gebiedsgerichte regels - functie
7.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 7.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies en gebruik toegestaan na melding
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel 'Functies en gebruik toegestaan na melding' in artikel 7.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als een melding is gedaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.2.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de activiteit met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 7.1 alsmede gelet op de bij de meldingsplicht genoemde voorwaarde, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.
  • c. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 7.2.4 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevings- vergunning' in artikel 7.2.4.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 7.2.4 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 7.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • d. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 7.1 onder f.

7.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bedrijf   artikel 1.15 onder a   op de begane grond   Waarbij het publiek rechtstreeks, al dan niet via een balie te woord wordt gestaan en geholpen.  
b.   cultuur en ontspanning   artikel 1.37 onder a   op de begane grond    
c.   detailhandel   artikel 1.39 onder a   op de begane grond    
d.   ondergeschikte detailhandel   artikel 1.69   op de begane grond    
e   dienstverlening   artikel 1.40 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
f.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de begane grond    
g.   ondergeschikte horeca   artikel 1.70   op de begane grond    
h.   kantoor   artikel 1.58   op de verdieping    
i.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a   op de begane grond en op de verdieping   Waarbij het publiek rechtstreeks, al dan niet via een balie te woord wordt gestaan en geholpen.  
j.   wonen   artikel 1.102    op de verdieping   Ten hoogste één woning per perceel.
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangeduide aantal woningen/ wooneenheden toegestaan.  
k.   beroep aan huis   artikel 1.20   op de verdieping   Zie artikel 29.1  
l.   bed & breakfast   artikel 1.14   op de verdieping   Zie artikel 29.2  
m.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
n.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw   Gebruik van een terras is toegestaan van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 1.00 uur en zaterdag en zondag van 9.00 uur tot 2.00 uur.
Het terras mag alleen worden gebruikt indien het personeel van het horecabedrijf waarvan het terras deel uitmaakt door de exploitant is geïnstrueerd om luid schreeuwen van bezoekers te voorkomen en de exploitant of het personeel direct maatregelen treft in geval van luid schreeuwen.  
o.   bestaand gebruik   artikel 1.22     Zie artikel 29.3   

7.2.3 Functies en gebruik toegestaan na melding

  Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied als aan voorwaarden wordt voldaan en hierover duidelijkheid bestaat. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   in welke categorie?   waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bedrijf   artikel 1.15 onder b   op de begane grond   Als het bedrijf vergelijkbaar is met een bedrijf als bedoeld in artikel 1.15 onder a en de daar opgenomen kenmerken.  
b.   horeca   artikel 1.52 onder c   op de begane grond   Als het horecabedrijf vergelijkbaar is met een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1.52 onder a en de daar opgenomen kenmerken.  
c.   kamerverhuur   artikel 1.57   op de verdieping   In een woning mogen maximaal 4 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeerdruk.  
d.   sport   artikel 1.82 onder a   op de begane grond   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.
Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
e.   kleinschalige en incidentele evenementen   artikel 1.59   buiten het gebouw   Deze evenementen zijn toegestaan vanaf 10.00 uur tot 19.00 uur.
Voldaan wordt aan de 'Uitgangs- punten Evenementenbeleid 2017'. Zie hiervoor www.beleidvenray.nl/ evenementenbeleid/.
Als dit beleid binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.  

7.2.4 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies diepassend zijn in het gebied en een bijdrage leveren aan de in artikel 7.1 genoemde gebiedsdoelen waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied ls tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   detailhandel   artikel 1.39 onder b   op de begane grond   Als de functie het gebouw past in de omgeving, de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
b.   dienstverlening   artikel 1.40 onder b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
c.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de verdieping   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder. De horeca op de verdieping maakt deel uit van de horeca op de begane grond.  
d.   horeca   artikel 1.52 onder b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.  
e.   horeca   artikel 1.52 onder c   op de begane grond   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.
Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeer- gelegenheid aanwezig is.  
f.   kantoor   artikel 1.58   op de begane grond    
g.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62
onder b  
op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
h.   wonen   artikel 1.102    op de verdieping   Toename van het aantal woningen en splitsing van een woning in meer wooneenheden is alleen toegestaan als dit past in het gemeentelijk woningbouwprogramma.  
7.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft. De maten van de bestaande bebouwing zijn als indicatie opgenomen op de verbeelding.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
    De entrees tot het centrumgebied kunnen sterker worden gemarkeerd. Markering door hogere bebouwing in de vorm van hoogte-accenten op hoeken van de entrees zijn toegestaan.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 7.1 onder f.
  • f. Bouwregels genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
    Op deze gronden mogen de volgende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. hoofdgebouwen
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a



 

1 m
2 m

3 m

12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. hoofdgebouwen
3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 7.5
20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
5. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
5a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
5b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld
5c. warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
5d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m
3 m

2 m  
6. kunstwerk in Schoutenstraatje
6a. de hoogte bedraagt in afwijking van het bepaalde onder 2 niet meer dan  
 
10 m
 

  • g. Bouwregels aanbouw, uitbouwen en bijgebouwen
    Op deze gronden mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   maten  
1. de afstand van de voorgevel bedraagt ten minste:
1a. tot de voorgevel van het hoofdgebouw
1b. bij vrijstaand tot de voorste perceelsgrens  

1 m
7 m  
2. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal:
2a. het gedeelte van het erf achter de voorgevel van het hoofdgebouw en buiten een strook van 4 m achter de achtergevel over de volle breedte van het hoofdgebouw
2b. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd
2c. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd en de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende perceel en het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad  

50 m2


70 m2
100 m2

 
3. de hoogte bedraagt maximaal:
3a. goothoogte boven de vloer van de tweede bouwlaag van hoofdgebouw
3b. goothoogte van hoofdgebouw zonder tweede bouwlaag
3b. bouwhoogte  

+0,30 m
3 m
5 m  
4. de afstand van de voorgevel tot de achter- of zijgevel van een woning bedraagt maximaal:   15 m  
5. van uitbouwen op een zijerf in hoeksituaties naar openbaar gebied bedraagt:
5a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal
5b. de breedte maximaal  

30 m2
4 m  
6. van ondergeschikte bouwwerken voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt:
6a. de diepte maximaal
6b. de breedte van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw maximaal
6c. de hoogte maximaal  


1,2 m
50%
3 m  
7.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
7.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie.
  • c. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • d. Een toename groter dan genoemd onder b is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • e. Van het bepaalde onder c en d kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • f. Aan de voorwaarden onder c juncto e en d juncto e wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • g. Het bepaalde onder a tot en met f is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • h. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.
7.6 Overige bepalingen

10.6.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.

Artikel 8 Gemengd - Driehoek

8.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van de karakteristiek van aanloopstraten als ondersteuning van het kernwinkelgebied, met een eigen kenmerkende sterke menging van functies.
  • b. Het terugdringen en voorkomen van leegstand door een diversiteit aan functies toe te staan, met uitzondering van detailhandel.
  • c. Het verminderen van het aantal winkels door verplaatsingen naar het kernwinkelgebied te stimuleren.
  • d. Het bieden van een goed ondernemers-, woon- en leefklimaat en aantrekkelijk verblijfsklimaat.
  • e. Het bevorderen van een rustiger en in de beleving veiliger woon- en leefklimaat door het tegengaan en afname van functies die bezoekers in de avond- en nachtperiode aantrekken, soms gecombineerd met kortstondig verblijf. In vergelijking met reguliere woon-, aanloop- en centrumstraten, passeert en parkeert veel autoverkeer en houden mensen zich op zonder dat dit een relatie heeft met de omgeving, anders dan bezoek aan coffeeshops. Ontwikkelingen dienen in het bijzonder in de zogeheten vergeten driehoek te zijn gericht op een toename van de woonfunctie, ontmoetings- en verblijfsfuncties met een langduriger verblijf ter plaatse en functies met een rustiger verkeersbeeld.
  • f. Historische en voor de aanloopstraten karakteristieke gebouwen en gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor een hoogwaardige uitstraling van aanloopstraten. De uitstraling van enkele panden kan in dat opzicht worden versterkt. De ruimtelijke kwaliteit wordt voorts bepaald door afwisselende bebouwing in omvang, uitstraling en korrelgrootte. De afwisseling komt in ieder geval tot uitdrukking in de diversiteit in architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw ten opzichte van andere gebouwen in dezelfde straat.
  • g. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • h. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
8.2 Gebiedsgerichte regels - functie
8.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 8.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 8.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 8.2.3.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 8.2.3 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 8.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • c. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 8.1 onder h.

8.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bedrijf   artikel 1.15 onder a   op de begane grond    
b.   cultuur en ontspanning   artikel 1.37 onder a   op de begane grond    
c.   dienstverlening   artikel 1.40 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
d.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de begane grond    
e.   kantoor   artikel 1.58   op de begane grond en op de verdieping    
f.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
g.   wonen   artikel 1.102    op de begane grond en op de verdieping   Ten hoogste één woning per perceel. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangeduide aantal woningen/ wooneenheden toegestaan.  
h.   beroep aan huis   artikel 1.20   op de begane grond
op de verdieping  
Zie artikel 29.1  
i.   bed & breakfast   artikel 1.14   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.2  
j.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
k.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
l.   bestaand gebruik   artikel 1.22     Zie artikel 29.3.
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangeduide aantal woningen/ wooneenheden toegestaan.  

8.2.3 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik voor zover deze aan de gebiedsdoelen voldoen.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   detailhandel   artikel 1.39 onder a   op de begane grond   Het exploiteren van een showroom / winkelruimte voor internetverkoop met een oppervlak van maximaal 150 m2 kan worden toegestaan als dit resulteert in het terugdringen van leegstand.  
b.   wonen   artikel 1.102    op de begane grond en op de verdieping   Toename van het aantal woningen en splitsing van een woning in meer wooneenheden is alleen toegestaan als dit past in het gemeentelijk woningbouwprogramma en dit niet leidt tot ongewenste toename van de verkeers- en parkeerdruk.  
c.   kamerverhuur   artikel 1.57   op de begane grond en op de verdieping   In een woning mogen maximaal 2 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeerdruk.  
d.   bedrijf aan huis   artikel 1.16   op de begane grond   Voldaan wordt aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 29.1.  
8.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft. De maten van de bestaande bebouwing zijn als indicatie opgenomen op de verbeelding.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 8.1 onder h.
  • f. Bouwregels genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
    Op deze gronden mogen de volgende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja  



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a




 

1 m
2 m

3 m

12 m

4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 8.5
20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
5. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
5a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
5b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld
5c. warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
5d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m
3 m

2 m  

  • g. Bouwregels aanbouw, uitbouwen en bijgebouwen
    Op deze gronden mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   maten  
1. de afstand van de voorgevel bedraagt ten minste:
1a. tot de voorgevel van het hoofdgebouw
1b. bij vrijstaand tot de voorste perceelsgrens  

1 m
7 m  
2. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal:
2a. het gedeelte van het erf achter de voorgevel van het hoofdgebouw en buiten een strook van 4 m achter de achtergevel over de volle breedte van het hoofdgebouw
2b. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd
2c. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd en de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende perceel en het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad  

50 m2


70 m2
100 m2

 
3. de hoogte bedraagt maximaal:
3a. goothoogte boven de vloer van de tweede bouwlaag van hoofdgebouw
3b. goothoogte van hoofdgebouw zonder tweede bouwlaag
3b. bouwhoogte  

+0,30 m
3 m
5 m  
4. de afstand van de voorgevel tot de achter- of zijgevel van een woning bedraagt maximaal:   15 m  
5. van uitbouwen op een zijerf in hoeksituaties naar openbaar gebied bedraagt:
5a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal
5b. de breedte maximaal  

30 m2
4 m  
6. van ondergeschikte bouwwerken voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt:
6a. de diepte maximaal
6b. de breedte van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw maximaal
6c. de hoogte maximaal  


1,2 m
50%
3 m  
8.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
8.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie.
  • c. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • d. Een toename groter dan genoemd onder b is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • e. Van het bepaalde onder c en d kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • f. Aan de voorwaarden onder c juncto e en d juncto e wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • g. Het bepaalde onder a tot en met f is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • h. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.
8.6 Overige bepalingen
8.6.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.

Artikel 9 Gemengd - Transformatiegebied

9.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van de karakteristiek van een transformatiegebied als ondersteuning van het kernwinkelgebied, met een eigen kenmerkende sterke menging van functies, door de volgende ontwikkelingen toe te staan en te stimuleren.
  • b. Het terugdringen en voorkomen van leegstand door een diversiteit aan functies toe te staan.
  • c. Het verplaatsen van winkels naar het kernwinkelgebied in combinatie met het toestaan van een diversiteit aan andere functies, een afname van het winkelaanbod en geleidelijke transformatie naar 'Gemengd-Aanloopstraten', met een sterke mix van functies. Deze ontwikkeling zal geleidelijker verlopen dan in de aanloopstraten. Op langere termijn is het mogelijk dat er minder winkels meer zijn gevestigd, waardoor deze gebieden meer het karakter van een aanloopstraat zullen krijgen en niet meer lijken op het kernwinkelgebied.
  • d. Voor het Schoutenstraatje wordt ingezet naar een karakteristiek met culturele, maatschappelijke, kunstzinnige en dienstverlenende functies, gecombineerd met horeca die rekening houdt met de omgeving.
  • e. Het bieden van een goed ondernemers-, woon- en leefklimaat en aantrekkelijk verblijfsklimaat.
  • f. Historische en voor het transformatiegebied karakteristieke gebouwen en gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor een hoogwaardige uitstraling van het transformatiegebied. De uitstraling van enkele panden kan in dat opzicht worden versterkt. De ruimtelijke kwaliteit wordt voorts bepaald door afwisselende bebouwing in omvang, uitstraling en korrelgrootte. De afwisseling komt in ieder geval tot uitdrukking in de diversiteit in architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw ten opzichte van andere gebouwen in dezelfde straat.
  • g. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • h. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
9.2 Gebiedsgerichte regels - functie
9.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 9.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies en gebruik toegestaan na melding
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel 'Functies en gebruik toegestaan na melding' in artikel 9.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als een melding is gedaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.2.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de activiteit met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 9.1 alsmede gelet op de bij de meldingsplicht genoemde voorwaarde, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.
  • c. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 9.2.4 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevings- vergunning' in artikel 9.2.4.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 9.2.4 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 9.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • d. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 9.1 onder h.

9.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bedrijf   artikel 1.15 onder a   op de begane grond    
b.   cultuur en ontspanning   artikel 1.37 onder a   op de begane grond    
c.   detailhandel   artikel 1.39 onder a   op de begane grond    
d.   ondergeschikte detailhandel   artikel 1.69   op de begane grond    
e   dienstverlening   artikel 1.40 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
f.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de begane grond    
g.   ondergeschikte horeca   artikel 1.70   op de begane grond    
h.   kantoor   artikel 1.58   op de begane grond en op de verdieping    
i.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a   op de begane grond en op de verdieping    
j.   wonen   artikel 1.102    op de begane grond en op de verdieping   Ten hoogste één woning per perceel. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangeduide aantal woningen/ wooneenheden toegestaan.  
k.   beroep aan huis   artikel 1.20   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.1  
l.   bed & breakfast   artikel 1.14   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.2  
m.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
n.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw   Gebruik van een terras is toegestaan van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 1.00 uur en zaterdag en zondag van 9.00 uur tot 2.00 uur.
Het terras mag alleen worden gebruikt indien het personeel van het horecabedrijf waarvan het terras deel uitmaakt door de exploitant is geïnstrueerd om luid schreeuwen van bezoekers te voorkomen en de exploitant of het personeel direct maatregelen treft in geval van luid schreeuwen.  
o.   bestaand gebruik   artikel 1.22     Zie artikel 29.3   

9.2.3 Functies en gebruik toegestaan na melding

  Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied als aan voorwaarden wordt voldaan en hierover duidelijkheid bestaat. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   in welke categorie?   waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bedrijf   artikel 1.15 onder b   op de begane grond   Als het bedrijf vergelijkbaar is met een bedrijf als bedoeld in artikel 1.15 onder a en de daar opgenomen kenmerken.  
b.   horeca   artikel 1.52 onder c   op de begane grond   Als het horecabedrijf vergelijkbaar is met een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1.52 onder a en de daar opgenomen kenmerken.  
c.   kamerverhuur   artikel 1.57   op de verdieping   In een woning mogen maximaal 4 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeerdruk.  
d.   sport   artikel 1.82 onder a   op de begane grond   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.
Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
e.   kleinschalige en incidentele evenementen   artikel 1.59   buiten het gebouw   Deze evenementen zijn toegestaan vanaf 10.00 uur tot 19.00 uur.
Voldaan wordt aan de 'Uitgangs- punten Evenementenbeleid 2017'. Zie hiervoor www.beleidvenray.nl/ evenementenbeleid/.
Als dit beleid binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.  

9.2.4 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies diepassend zijn in het gebied en een bijdrage leveren aan de in artikel 9.1 genoemde gebiedsdoelen waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied ls tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   detailhandel   artikel 1.39 onder b   op de begane grond   Als de functie het gebouw past in de omgeving, de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
b.   dienstverlening   artikel 1.40 onder b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
c.   horeca   artikel 1.52 onder a   op de verdieping   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder. De horeca op de verdieping maakt deel uit van de horeca op de begane grond.  
d.   horeca   artikel 1.52 onder b   op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.  
e.   horeca   artikel 1.52 onder c   op de begane grond   Als de afscherming voor geluid en trilling voor aangrenzende panden en andere bouwlagen voldoende is voor het voorkomen van hinder.
Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeer- gelegenheid aanwezig is.  
f.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62
onder b  
op de begane grond   Als de omgeving de verkeers- aantrekkende werking kan verwerken en voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.  
g.   wonen   artikel 1.102    op de begane grond en op de verdieping   Toename van het aantal woningen en splitsing van een woning in meer wooneenheden is alleen toegestaan als dit past in het gemeentelijk woningbouwprogramma.  
h.   bedrijf aan huis   artikel 1.16   op de begane grond   Voldaan wordt aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 29.1.  
9.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft. De maten van de bestaande bebouwing zijn als indicatie opgenomen op de verbeelding.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
    De entrees tot het centrumgebied kunnen sterker worden gemarkeerd. Markering door hogere bebouwing in de vorm van hoogte-accenten op hoeken van de entrees zijn toegestaan.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 9.1 onder h.
  • f. Bouwregels genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
    Op deze gronden mogen de volgende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. hoofdgebouwen
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a



 

1 m
2 m

3 m

12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. hoofdgebouwen
3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 9.5 20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
5. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
5a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
5b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld
5c. warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
5d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m
3 m

2 m  
6. kunstwerk in Schoutenstraatje
6a. de hoogte bedraagt in afwijking van het bepaalde onder 2 niet meer dan  
 
10 m
 

  • g. Bouwregels aanbouw, uitbouwen en bijgebouwen
    Op deze gronden mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   maten  
1. de afstand van de voorgevel bedraagt ten minste:
1a. tot de voorgevel van het hoofdgebouw
1b. bij vrijstaand tot de voorste perceelsgrens  

1 m
7 m  
2. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal:
2a. het gedeelte van het erf achter de voorgevel van het hoofdgebouw en buiten een strook van 4 m achter de achtergevel over de volle breedte van het hoofdgebouw
2b. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd
2c. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd en de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende perceel en het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad  

50 m2


70 m2
100 m2

 
3. de hoogte bedraagt maximaal:
3a. goothoogte boven de vloer van de tweede bouwlaag van hoofdgebouw
3b. goothoogte van hoofdgebouw zonder tweede bouwlaag
3b. bouwhoogte  

+0,30 m
3 m
5 m  
4. de afstand van de voorgevel tot de achter- of zijgevel van een woning bedraagt maximaal:   15 m  
5. van uitbouwen op een zijerf in hoeksituaties naar openbaar gebied bedraagt:
5a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal
5b. de breedte maximaal  

30 m2
4 m  
6. van ondergeschikte bouwwerken voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt:
6a. de diepte maximaal
6b. de breedte van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw maximaal
6c. de hoogte maximaal  


1,2 m
50%
3 m  
9.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
9.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie.
  • c. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • d. Een toename groter dan genoemd onder b is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • e. Van het bepaalde onder c en d kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • f. Aan de voorwaarden onder c juncto e en d juncto e wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • g. Het bepaalde onder a tot en met f is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • h. Het bevoorraden is toegestaan op maandag tot en met donderdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 17.30 uur en 18.30 uur, op vrijdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 20.30 uur en 21.30 uur en op zaterdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 16.30 uur en 17.30 uur. Op andere tijden is bevoorrading uitsluitend met een centrumpas toegestaan.
    • 1. Buiten deze tijdsperiode is bevoorrading uitsluitend toegestaan in de vorm van kortdurende bevoorrading tot ten hoogste een half uur, zonder relevante geluidseffecten voor bewoners in de omgeving, door koelmotoren tijdens het laden en lossen uit te zetten en door inzet van stillere emballagekarren dan gebruikelijk is.
    • 2. Bevoorrading is altijd toegestaan door 100% elektrische voertuigen.
9.6 Overige bepalingen
9.6.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.
9.7 Wijziging in bestemming 'Gemengd - Aanloopstraten'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemming 'Gemengd - Aanloopstraten'. Hiervoor gelden de volgende regels.

  • a. De wijzigingsbevoegdheid mag worden toegepast voor een perceel of pand dat voor detailhandel werd gebruikt.
  • b. In de volgende situatie mag de wijzigingsbevoegdheid worden toegepast:
    • 1. indien het betreffende pand langer dan 3 jaar leeg staat;
    • 2. de termijn als bedoeld in sub 1, geldt vanaf het moment dat het plan in werking is getreden.

 

Artikel 10 Groen

10.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van een groene uitstraling van het gebied.
  • b. Behoud en versterking van de hoogwaardige inrichting door de soortenkeuze en het materiaalgebruik voor verharding, ommuring en omheining.
  • c. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • d. De omgeving kan een groenere uitstraling krijgen en meer worden ingericht op het bewegen door bezoekers. Waterpartijen en watergangen voor het vasthouden van water kunnen worden toegevoegd.
  • e. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
10.2 Gebiedsgerichte regels - functie
10.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 10.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 10.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 10.2.3.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 10.2.3 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 10.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • c. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 onder e.

10.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    

10.2.3 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied las tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder b   buiten het gebouw   Een kleinschalige voorziening is toegestaan als dit geen hinder voor de woonomgeving tot gevolg heeft, met name onevenredige geluids- hinder.
De afstand tot een woning bedraagt minimaal 25 meter.  

10.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 onder e.
  • b. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. kiosken
1b. voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 

12 m

4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  

10.4 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename groter dan genoemd onder a is toegestaan als dit wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • c. Aan de voorwaarden onder b wordt in het gebied voldaan. Als dit niet lukt dan wordt elders in de openbare ruimte aan de voorwaarden voldaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • d. Het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.

Artikel 11 Groen - Park

11.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van een groene uitstraling van het gebied en de functie als rustgebied en ontmoetings- en beweeggebied in een parkomgeving.
  • b. Behoud en versterking van de hoogwaardige inrichting door de soortenkeuze en het materiaalgebruik voor verharding, ommuring en omheining.
  • c. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • d. De omgeving kan een groenere uitstraling krijgen en meer worden ingericht op het bewegen door bezoekers. Toegevoegd kunnen worden waterpartijen en watergangen voor het vasthouden van water.
  • e. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
11.2 Gebiedsgerichte regels - functie
11.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 11.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 11.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 11.2.3.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 11.2.3 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 11.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • c. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1 onder e.

11.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    

11.2.3 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies diep assend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder b   buiten het gebouw   Een kleinschalige voorziening is toegestaan als dit geen hinder voor de woonomgeving tot gevolg heeft, met name onevenredige geluids- hinder.
De afstand tot een woning bedraagt minimaal 25 meter.  
11.3 Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
  • a. Toelaatbaarheid evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
    evenementen en horeca gerelateerde festiviteiten met een beperkt geluidsniveau zijn toegestaan als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden, in aanvulling op het bepaalde in artikel 11.1 en artikel 11.2.
  • b. Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
    Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met een beperkt geluidsniveau en dus zonder onevenredige hinder voor de omgeving mogen altijd en met een onbeperkte duur plaatsvinden. Dit betreft evenementen zonder versterkte muziek of zang. Het geluidsniveau en de tijdsduur van versterkt stemgeluid zijn beperkt.
  • c. Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
    Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met een beperkt geluidsniveau zijn toegestaan vanaf 10.00 uur tot 19.00 uur van zondag tot en met donderdag en vanaf 10.00 uur tot 21.00 uur op vrijdag en zaterdag.
  • d. Uitgangspunten Evenementenbeleid 2017
    Bij ieder evenement wordt voldaan aan de uitgangspunten met betrekking tot verkeersafwikkeling, parkeergelegenheid, (geluids)overlast en (brand)veiligheid volgens het 'Evenementenbeleid 2017'. Zie hiervoor www.beleidvenray.nl/evenementenbeleid/. Als dit beleid binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
  • e. Maatwerkvoorschriften
    Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de aspecten als genoemd c en d en het maximale aantal bezoekers, met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 11.1, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.
  • f. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1 onder e.
11.4 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1 onder e.

  • b. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. kiosken
1b. voorzieningen van openbaar nut
1d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 


12 m

4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  
11.5 Overige bepalingen
11.5.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.
11.6 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename groter dan genoemd onder a is toegestaan als dit wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • c. Aan de voorwaarden onder b wordt in het gebied voldaan. Als dit niet lukt dan wordt elders in de openbare ruimte aan de voorwaarden voldaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • d. Het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.

Artikel 12 Horeca

12.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behoud van deze horecafunctie die van betekenis is voor de levendigheid van het centrum van Venray en de gemeente.
  • b. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • c. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
12.2 Gebiedsgerichte regels - functie
12.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 12.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Zorgplicht

Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 12.1 onder c.

12.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   horeca   artikel 1.52 onder a, b, c en d   op de begane grond en op de verdieping   Van de functies genoemd in artikel 1.52 onder d is alleen een zalenverhuur/partycentrum toegestaan.  
b.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
c.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
12.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 12.1 onder c.
  • f. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies
1b. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja  



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  



zie onder a




 

1 m
2 m

3 m

12 m

4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen ten behoeve van de toegelaten functies

3b. gebouwen voor kiosken
3c. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 11.5
20 m2
50 m2  
 
4. de afstand bedraagt niet meer dan:
4a. van de achtergevel op de verdieping ten opzichte van de achtergevel van aangrenzende gebouwen  
3 m    
12.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
12.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • c. Van het bepaalde onder b kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • d. Aan de voorwaarden onder b en c wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • e. Het bepaalde onder a tot en met d is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • f. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie. Een toename groter dan 10% is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • g. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.
    • 1. Buiten deze tijdsperiode is bevoorrading uitsluitend toegestaan in de vorm van kortdurende bevoorrading tot ten hoogste een half uur, zonder relevante geluidseffecten voor bewoners in de omgeving, door koelmotoren tijdens het laden en lossen uit te zetten en door inzet van stillere emballagekarren dan gebruikelijk is.
    • 2. Bevoorrading is altijd toegestaan door 100% elektrische voertuigen.

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behoud van een gevarieerd en verspreid gelegen aanbod aan maatschappelijke functies ten dienste van het centrumgebied en gemeente. Dit draagt bij aan de levendigheid van het centrumgebied.
  • b. Historische gebouwen en gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor een hoogwaardige uitstraling van het centrumgebied. De kerk, gemeentehuis en de gebouwen van de zorginstelling Vincentiushof zijn markante, te behouden gebouwen, hebben allure en uitstraling en staan goed ingepast in de omgeving.
  • c. De ruimtelijke kwaliteit van het centrumgebied wordt voorts bepaald door enkele verspreid, solitair staande maatschappelijke voorziening.
  • d. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • e. De groene omgeving kan meer worden ingericht op het bewegen door bezoekers met toevoeging van waterpartijen en watergangen, mede voor het vasthouden van water. Duurzaamheidsmaatregelen, zoals de groene daken van de zorginstelling Vincentiushof, worden behouden.
  • f. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
13.2 Gebiedsgerichte regels - functie
13.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 13.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 13.1 onder f.

13.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   maatschappelijke dienstverlening   artikel 1.62 onder a en b   op de begane grond en op de verdieping   Wonen in de voormalige pastorie aan de Eindstraat is toegestaan.  
b.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
c.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
13.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 13.1 onder f.
  • f. Bouwregels genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. hoofdgebouwen
1b. voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
2c. gebouwen
2d. voorzieningen van openbaar nut
2e. antenne-installaties
2f. masten voor verlichting
2g. vlaggenmasten
2h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  


zie onder a




 

1 m
2 m

3 m
12 m
8 m
10 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. hoofdgebouwen

3b. voorzieningen van openbaar nut  

zie artikel 12.5
50 m2  
 

  • g. Bouwregels aanbouw, uitbouwen en bijgebouwen
    Op deze gronden mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   maten  
1. de afstand van de voorgevel bedraagt ten minste:
1a. tot de voorgevel van het hoofdgebouw
1b. bij vrijstaand tot de voorste perceelsgrens  

1 m
7 m  
2. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal:
2a. het gedeelte van het erf achter de voorgevel van het hoofdgebouw en buiten een strook van 4 m achter de achtergevel over de volle breedte van het hoofdgebouw
2b. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd
2c. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd en de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende perceel en het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad  

50 m2


70 m2
100 m2

 
3. de hoogte bedraagt maximaal:
3a. goothoogte boven de vloer van de tweede bouwlaag van hoofdgebouw
3b. goothoogte van hoofdgebouw zonder tweede bouwlaag
3b. bouwhoogte  

+0,30 m
3 m
5 m  
4. de afstand van de voorgevel tot de achter- of zijgevel van een woning bedraagt maximaal:   15 m  
5. van uitbouwen op een zijerf in hoeksituaties naar openbaar gebied bedraagt:
5a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal
5b. de breedte maximaal  

30 m2
4 m  
6. van ondergeschikte bouwwerken voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt:
6a. de diepte maximaal
6b. de breedte van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw maximaal
6c. de hoogte maximaal  


1,2 m
50%
3 m  
13.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
13.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • c. Van het bepaalde onder b kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • d. Aan de voorwaarden onder b en c wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • e. Het bepaalde onder a tot en met d is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • f. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie. Een toename groter dan 10% is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.
  • g. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.

Artikel 14 Verkeer - Evenementen-, Parkeer- en Verblijfspleinen

14.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van de levendigheid van het gebruik, het verblijfskarakter en de parkeercapaciteit van de pleinen.
  • b. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • c. Pleinen kunnen een groenere uitstraling krijgen.
  • d. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
14.2 Gebiedsgerichte regels - functie
14.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 14.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 14.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 14.2.3.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 14.2.3 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 14.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • c. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 14.1 onder d.

14.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw   Parkeercapaciteit mag worden teruggebracht als de bezettingsgraad van het plein op maatgevende momenten hiervoor ruimte biedt.

Gebruik van een terras is toegestaan van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 1.00 uur en zaterdag en zondag van 9.00 uur tot 2.00 uur.
Het terras mag alleen worden gebruikt indien het personeel van het horecabedrijf waarvan het terras deel uitmaakt door de exploitant is geïnstrueerd om luid schreeuwen van bezoekers te voorkomen en de exploitant of het personeel direct maatregelen treft in geval van luid schreeuwen.  

14.2.3 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder b   buiten het gebouw   Een kleinschalige voorziening is toegestaan als dit geen hinder voor de woonomgeving tot gevolg heeft, met name onevenredige geluidshinder.
De afstand tot een woning bedraagt minimaal 25 meter.  
14.3 Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten
  • a. Toelaatbaarheid evenementen en horecagerelateerde festiviteiten
    evenementen en horeca gerelateerde festiviteiten zijn toegestaan als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden, in aanvulling op het bepaalde in artikel 14.1 en artikel 14.2.
  • b. Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
    Evenementen met een beperkt geluidsniveau en dus zonder onevenredige hinder voor de omgeving mogen altijd en met een onbeperkte duur plaatsvinden. Dit betreft evenementen zonder versterkte muziek of zang. Het geluidsniveau en de tijdsduur van versterkt stemgeluid zijn beperkt.
  • c. Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
    Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met een beperkt geluidsniveau zijn toegestaan vanaf 10.00 uur tot 19.00 uur van zondag tot en met donderdag en vanaf 10.00 uur tot 21.00 uur op vrijdag en zaterdag.
  • d. Evenementen met relevant geluidsniveau
    Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met een relevant geluidsniveau zijn toegestaan als
    • 1. het aantal evenementen en horecagerelateerde festiviteiten;
    • 2. het bijbehorende geluidsniveau in dB(A) en dB(C) gemeten;
    • 3. de begin- en eindtijden;

is afgestemd op een voldoende woon- en leefklimaat in de directe omgeving, zoals dit is uitgewerkt in de Regeling 'Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen 2017'. Als deze regeling binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.

  • e. Uitgangspunten Evenementenbeleid 2017
    Bij ieder evenement wordt voldaan aan de uitgangspunten met betrekking tot verkeersafwikkeling, parkeergelegenheid, (geluids)overlast en (brand)veiligheid volgens het 'Evenementenbeleid 2017'. Zie hiervoor www.beleidvenray.nl/evenementenbeleid/. Als dit beleid binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
  • f. Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de aspecten als genoemd c en d en het maximale aantal bezoekers, bezoekers, met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 14.1, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.

  • g. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 14.1 onder d.
14.4 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 14.1 onder d.
  • b. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen voor kiosken
1b. voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 



12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  

14.5 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen in de vorm van het instellen van gebruikstijden voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.

14.6 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename groter dan genoemd onder a of b alsmede algehele nieuwbouw van een gebouw is toegestaan als dit wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • c. Aan de voorwaarden onder b wordt in het gebied voldaan. Als dit niet lukt dan wordt elders in de openbare ruimte aan de voorwaarden voldaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • d. Het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • e. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.
    • 1. Buiten deze tijdsperiode is bevoorrading uitsluitend toegestaan in de vorm van kortdurende bevoorrading tot ten hoogste een half uur, zonder relevante geluidseffecten voor bewoners in de omgeving, door koelmotoren tijdens het laden en lossen uit te zetten en door inzet van stillere emballagekarren dan gebruikelijk is.
    • 2. Kortdurende bevoorrading tot ten hoogste een half uur is altijd toegestaan door 100% elektrische voertuigen.
14.7 Overige bepalingen
14.7.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.

Artikel 15 Verkeer - Evenementen-, Terras- en Verblijfspleinen

15.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van de levendigheid van het gebruik en het verblijfskarakter van de pleinen.
  • b. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • c. Pleinen kunnen een groenere uitstraling krijgen.
  • d. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
15.2 Gebiedsgerichte regels - functie
15.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 15.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 15.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 15.2.3.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 15.2.3 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 15.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • c. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 15.1 onder d.

15.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw   Gebruik van een terras is toegestaan van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 1.00 uur en zaterdag en zondag van 9.00 uur tot 2.00 uur.
Het terras mag alleen worden gebruikt indien het personeel van het horecabedrijf waarvan het terras deel uitmaakt door de exploitant is geïnstrueerd om luid schreeuwen van bezoekers te voorkomen en de exploitant of het personeel direct maatregelen treft in geval van luid schreeuwen.  

15.2.3 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder b   buiten het gebouw   Een kleinschalige voorziening is toegestaan als dit geen hinder voor de woonomgeving tot gevolg heeft, met name geluidshinder.
De afstand tot een woning bedraagt minimaal 25 meter.  
15.3 Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten
  • a. Toelaatbaarheid evenementen en horecagerelateerde festiviteiten
    evenementen en horeca gerelateerde festiviteiten zijn toegestaan als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden, in aanvulling op het bepaalde in artikel 15.1 en artikel 15.2.
  • b. Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
    Evenementen met een beperkt geluidsniveau en dus zonder onevenredige hinder voor de omgeving mogen altijd en met een onbeperkte duur plaatsvinden. Dit betreft evenementen zonder versterkte muziek of zang. Het geluidsniveau en de tijdsduur van versterkt stemgeluid zijn beperkt.
  • c. Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met beperkt geluidsniveau
    Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met een beperkt geluidsniveau zijn toegestaan vanaf 10.00 uur tot 19.00 uur van zondag tot en met donderdag en vanaf 10.00 uur tot 21.00 uur op vrijdag en zaterdag.
  • d. Evenementen met relevant geluidsniveau
    Evenementen en horecagerelateerde festiviteiten met een relevant geluidsniveau zijn toegestaan als
    • 1. het aantal evenementen en horecagerelateerde festiviteiten;
    • 2. het bijbehorende geluidsniveau in dB(A) en dB(C) gemeten;
    • 3. de begin- en eindtijden;

is afgestemd op een voldoende woon- en leefklimaat in de directe omgeving, zoals dit is uitgewerkt in de Regeling 'Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen 2017'. Als deze regeling binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.

  • e. Uitgangspunten Evenementenbeleid 2017
    Bij ieder evenement wordt voldaan aan de uitgangspunten met betrekking tot verkeersafwikkeling, parkeergelegenheid, (geluids)overlast en (brand)veiligheid volgens het Evenementenbeleid 2017. Als dit beleid binnen de planperiode wordt aangepast, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
  • f. Maatwerkvoorschriften
    Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de aspecten als genoemd c en d en het maximale aantal bezoekers, bezoekers, met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 15.1 ;
  • g. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 15.1 onder d.
15.4 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 15.1 onder d.
  • b. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen voor kiosken
1b. voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 



12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  
15.5 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen in de vorm van het instellen van gebruikstijden voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.

15.6 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename groter dan genoemd onder a is toegestaan als dit wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • c. Aan de voorwaarden onder b wordt in het gebied voldaan. Als dit niet lukt dan wordt elders in de openbare ruimte aan de voorwaarden voldaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • d. Het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • e. Het bevoorraden is toegestaan op maandag tot en met donderdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 17.30 uur en 18.30 uur, op vrijdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 20.30 uur en 21.30 uur en op zaterdag tussen 6.00 uur en 11.00 uur en tussen 16.30 uur en 17.30 uur.
15.7 Overige bepalingen
15.7.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.

Artikel 16 Verkeer - Parkeer- en Verblijfspleinen

16.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van het verblijfskarakter en de parkeercapaciteit van de pleinen.
  • b. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • c. Pleinen kunnen een groenere uitstraling krijgen.
  • d. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
16.2 Gebiedsgerichte regels - functie
16.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 16.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 16.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 16.2.3.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen overeenkomstig artikel 16.2.3 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 16.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • c. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 16.1 onder d.

16.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw   Parkeercapaciteit mag worden teruggebracht als de bezettingsgraad van het plein op maatgevende momenten hiervoor ruimte biedt.  

16.2.3 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder b   buiten het gebouw   Een kleinschalige voorziening is toegestaan als dit geen hinder voor de woonomgeving tot gevolg heeft, met name onevenredige geluids- hinder.
De afstand tot een woning bedraagt minimaal 25 meter.  
16.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 16.1 onder d.
  • b. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen voor kiosken
1b. voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja

 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 



12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  
16.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen in de vorm van het instellen van gebruikstijden voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.

16.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename groter dan genoemd onder a is toegestaan als dit wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • c. Aan de voorwaarden onder b wordt in het gebied voldaan. Als dit niet lukt dan wordt elders in de openbare ruimte aan de voorwaarden voldaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • d. Het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • e. Het bevoorraden is toegestaan tussen 06.00 uur en 18.30 uur en uitsluitend op vrijdag tot 21.30 uur.
16.6 Overige bepalingen
16.6.1 Innemen van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats verlenen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de standplaats voldoet op zichzelf of in relatie tot de omgeving aan redelijke eisen van welstand;
  • b. de standplaats wordt zodanig gesitueerd dat dit geen gevaar of overlast voor het verkeer oplevert;
  • c. voor passanten wordt een minimale doorgang van 1,50 meter behouden.

Artikel 17 Verkeer - Wegen

17.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden van de verkeersruimte voor de hoofdontsluiting van het centrum van Venray en aanliggende buurten.
  • b. De wegen kunnen een groenere uitstraling krijgen.
  • c. De entrees tot het centrumgebied kunnen sterker worden gemarkeerd.
  • d. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
17.2 Gebiedsgerichte regels - functie
17.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 17.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 17.1 onder d.

17.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
17.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 17.1 onder d.
  • b. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen voor kiosken
1c. voorzieningen van openbaar nut
1d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 



12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  

17.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen in de vorm van het instellen van gebruikstijden voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.

17.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Toename groter dan genoemd onder a is toegestaan als dit wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • c. Aan de voorwaarden onder b wordt in het gebied voldaan. Als dit niet lukt dan wordt elders in de openbare ruimte aan de voorwaarden voldaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • d. Het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.

Artikel 18 Woongebied - Gestapeld

18.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden van de gestapelde woonfunctie in gebouwen met een herkenbare eigen identiteit van het gebouwencomplex.
  • b. Het bieden van een goed woon- en leefklimaat.
  • c. Ter plaatse van percelen in de straat met de besteming 'Gemengd - Driehoek' het bevorderen van een rustiger en in de beleving veiliger woon- en leefklimaat door het tegengaan en afname van functies die bezoekers in de avond- en nachtperiode aantrekken, soms gecombineerd met kortstondig verblijf. In vergelijking met reguliere woon-, aanloop- en centrumstraten, passeert en parkeert veel autoverkeer en houden mensen zich op zonder dat dit een relatie heeft met de omgeving, anders dan bezoek aan coffeeshops. Ontwikkelingen dienen in het bijzonder in de zogeheten vergeten driehoek te zijn gericht op een toename van de woonfunctie, ontmoetings- en verblijfsfuncties met een langduriger verblijf ter plaatse en functies met een rustiger verkeersbeeld.
  • d. In de Patersstraat het behouden van een rustig en in de beleving veilig woon- en leefklimaat in de Patersstraat. Voorkomen dient te worden dat functies die zich nu in de zogeheten 'vergeten driehoek' bevinden, en die tot overlast leiden door de lange openingstijden of de verkeersaantrekkende werking, zich verplaatsen naar het gebied in en rond de Patersstraat. Ontwikkelingen dienen dan ook gericht te zijn op een toename van de woonfunctie en het bevorderen van een rustig en veilig woon- en leefklimaat.
  • e. Gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor een hoogwaardige uitstraling van het centrumgebied. De vrije situering van de meeste gebouwen is kenmerkend.
  • f. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • g. Duurzaamheidsmaatregelen, zoals de groene daken van de gebouwen in het noordelijke deel van het centrumgebied, worden behouden.
  • h. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
18.2 Gebiedsgerichte regels - functie
18.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 18.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies en gebruik toegestaan na melding
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel 'Functies en gebruik toegestaan na melding' in artikel 18.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als een melding is gedaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.2.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de bezoekers, met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 11.1 alsmede gelet op de bij de meldingsplicht genoemde voorwaarde, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.
  • c. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 18.2.4 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 18.2.4.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 18.2.4 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 18.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • d. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 18.1 onder f.

18.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   detailhandel   artikel 1.39
onder a  
op de begane grond   Detailhandel is uitsluitend toe- gestaan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' op de begane grond met een minimale brutovloeroppervlakte van 1.000 m2.  
b.   dienstverlening   artikel 1.40
onder a  
op de begane grond   Dienstverlening is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening'.  
c.   wonen   artikel 1.102 onder c   op de begane grond en op de verdieping   Het bestaande aantal woningen mag niet toenemen.  
d.   beroep aan huis   artikel 1.102   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.1  
e.   bed & breakfast   artikel 1.14   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.2  
f.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
g.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
h.   bestaand gebruik   artikel 1.22     Zie artikel 29.3.  

18.2.3 Functies en gebruik toegestaan na melding

  Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied als aan voorwaarden wordt voldaan en hierover duidelijkheid bestaat. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   in welke categorie?   waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   kamerverhuur   artikel 1.57 onder a   op de begane grond en op de verdieping   In een woning aan de Henseniusstraat /Langstraat mogen maximaal 2 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeer- druk.
In een woning aan de Patersstraat mogen maximaal 3 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeer- druk.
In een woning elders mogen maximaal 4 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeer- druk.  

18.2.4 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   wonen   artikel 1.102    op de begane grond en de verdieping   Toename van het aantal woningen en splitsing van een woning in meer wooneenheden is alleen toegestaan als dit past in het gemeentelijk woningbouwprogramma.  
18.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft. De maten van de bestaande bebouwing zijn als indicatie opgenomen op de verbeelding.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 18.1 onder f.
  • f. Bouwregels hoofdgebouwen
    Op deze gronden mogen hoofdgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Hoofdgebouwen   maten  
1. het aantal woningen bedraagt niet meer dan:
1a. per gebouwcomplex  
bestaande aantal  
2. als woningtype is toegestaan:   gestapeld  
3. de oppervlakte van een complex mag worden uitgebreid met maximaal:   10%  

  • g. Bouwregels aanbouw, uitbouwen en bijgebouwen
    Op deze gronden mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   maten  
1. de oppervlakte per berging bedraagt maximaal:   20 m2  

  • h. Bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde
    Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   maten  
1. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1a. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
1b. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn  

1 m
2 m  
2. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
2a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
2b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  


2 m
3,5 m

2 m  

  • i. Bouwregels openbaar gebied
    Op gronden van het openbaar gebied mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen voor kiosken
1b. voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 



12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  
18.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
18.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • c. Van het bepaalde onder b kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • d. Aan de voorwaarden onder b en c wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • e. Het bepaalde onder a tot en met d is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • f. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie. Een toename groter dan 10% is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.

Artikel 19 Woongebied - Grondgebonden

19.1 Gebiedsdoelen

Voor dit gebied worden de volgende doelen nagestreefd.

  • a. Het behouden en versterken van samenhangende woongebieden met een eigen identiteit door de verschillende woningtypes en situering van woningen op percelen.
  • b. Het bieden van een goed woon- en leefklimaat.
  • c. Ter plaatse van percelen in de straat met de bestemming 'Gemengd - Driehoek' het bevorderen van een rustiger en in de beleving veiliger woon- en leefklimaat door het tegengaan en afname van functies die bezoekers in de avond- en nachtperiode aantrekken, soms gecombineerd met kortstondig verblijf. In vergelijking met reguliere woon-, aanloop- en centrumstraten, passeert en parkeert veel autoverkeer en houden mensen zich op zonder dat dit een relatie heeft met de omgeving, anders dan bezoek aan coffeeshops. Ontwikkelingen dienen in het bijzonder in de zogeheten vergeten driehoek te zijn gericht op een toename van de woonfunctie, ontmoetings- en verblijfsfuncties met een langduriger verblijf ter plaatse en functies met een rustiger verkeersbeeld.
  • d. In de Patersstraat het behouden van een rustig en in de beleving veilig woon- en leefklimaat in de straat. Voorkomen dient te worden dat functies die zich nu in de zogeheten 'vergeten driehoek' bevinden, en die tot overlast leiden door de lange openingstijden of de verkeersaantrekkende werking, zich verplaatsen naar het gebied in en rond de Patersstraat. Ontwikkelingen dienen dan ook gericht te zijn op een toename van de woonfunctie en het bevorderen van een rustig en veilig woon- en leefklimaat.
  • e. Historische gebouwen en gebouwen met een hedendaagse architectuur zijn en blijven beeldbepalend voor een hoogwaardige uitstraling van het centrumgebied. De ruimtelijke kwaliteit wordt voorts bepaald door afwisselende bebouwing in omvang, uitstraling en korrelgrootte. De afwisseling komt in ieder geval tot uitdrukking in de diversiteit in architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw ten opzichte van andere gebouwen in dezelfde straat. In enkele straten is juist de samenhang eenvormigheid van de architectuur een onderscheidende kwaliteit.
  • f. Het realiseren van een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving. En het realiseren van een bijdetijdse, verzorgde, aantrekkelijke, veilige en hoogwaardig inrichting van de openbare ruimte door materiaalgebruik, gebruiksgemak en onderhoud. Aanpassing hiervan is gericht op klimaatbestendigheid, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
  • g. Eenieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving op een manier zoals beschreven in artikel 33.3.
19.2 Gebiedsgerichte regels - functie
19.2.1 Aanvangen of veranderen van een functie
  • a. Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan
    Het aanvangen of veranderen van een functie of gebruik is rechtstreeks mogelijk, dus zonder melding of omgevingsvergunning, als de nieuwe functie is vermeld in de tabel onder 'Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan' in artikel 19.2.2, en wordt voldaan aan de voorwaarden die in de tabel staan vermeld.
  • b. Functies en gebruik toegestaan na melding
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel 'Functies en gebruik toegestaan na melding' in artikel 19.2.3 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als een melding is gedaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.2.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van de bezoekers, met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 11.1 alsmede gelet op de bij de meldingsplicht genoemde voorwaarde, overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.3.
  • c. Functies toegestaan met omgevingsvergunning
    • 1. Als de nieuwe functie of het nieuwe gebruik is opgenomen in de tabel onder 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 19.2.4 dan is aanvangen van of veranderen naar die functie of dat gebruik alleen mogelijk als burgemeester en wethouders daarvoor een omgevingsvergunning (voor een omgevingsplanactiviteit) heeft verleend.
    • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze omgevingsvergunning verlenen als voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de tabel 'Functies toegestaan met omgevingsvergunning' in artikel 19.2.4.
    • 3. Bij de vergunningverlening kunnen, overeenkomstig artikel 19.2.4 maatwerkvoorschriften worden gesteld met het oog op de gebiedsdoelen zoals opgenomen in artikel 19.1.
    • 4. Voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning vindt een omgevingsdialoog plaats. De wijze waarop met de resultaten wordt omgegaan is omschreven in artikel 32.1.
  • d. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.1 onder e.

19.2.2 Functies en gebruik rechtstreeks toegestaan

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied ls tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   wonen   artikel 1.102 onder c   op de begane grond en op de verdieping   Ten hoogste één woning per perceel.  
b.   beroep aan huis   artikel 1.20   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.1  
c.   bed & breakfast   artikel 1.14   op de begane grond en op de verdieping   Zie artikel 29.2  
d.   bijbehorende functies op een perceel   artikel 1.25   buiten het gebouw    
e.   bijbehorende functies in de openbare ruimte   artikel 1.26 onder a   buiten het gebouw    
f.   bestaand gebruik   artikel 1.22     Zie artikel 29.3.  

19.2.3 Functies en gebruik toegestaan na melding

  Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied als aan voorwaarden wordt voldaan en hierover duidelijkheid bestaat. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   in welke categorie?   waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   kamerverhuur   artikel 1.57 onder a   op de begane grond en op de verdieping   In een woning aan de Henseniusstraat /Langstraat mogen maximaal 2 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeer- druk.
In een woning aan de Patersstraat mogen maximaal 3 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeer- druk.
In een woning elders mogen maximaal 4 kamers worden verhuurd, zonder dat dit leidt tot een onevenredige verkeers- en parkeer- druk.  

19.2.4 Functies en gebruik toegestaan met omgevingsvergunning

    Functies   Voorwaarden  
  Functies die passend zijn in het gebied waarbij nadrukkelijk beoordeling en een besluit nodig zijn of aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe behoren de volgende functies en gebruik en combinaties hiervan.   Functies zijn passend in een gebied als tenminste wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze kolom staan.  
  welke functie is toegestaan?   zoals
genoemd in  
waar in het gebouw of buiten het gebouw?   welke voorwaarde is nog meer van toepassing?  
a.   wonen   artikel 1.102 onder c   op de begane grond en op de verdieping   Toename van het aantal woningen en splitsing van een woning in meer wooneenheden is alleen toegestaan als dit past in het gemeentelijk woningbouwprogramma.  
b.   bedrijf aan huis   artikel 1.16   op de begane grond   Voldaan wordt aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 29.1.  
19.3 Gebiedsgerichte regels - bouwen
  • a. Straatbeeld
    De architectuur, hoogtematen en de schaal- en maatverhouding van een gebouw mogen worden veranderd als de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft. De maten van de bestaande bebouwing zijn als indicatie opgenomen op de verbeelding.
  • b. Samenhang
    Bij verandering van het gebouw blijven het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw een samenhangend geheel vormen. Veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel.
  • c. Materiaalgebruik
    Bij verandering van een gebouw is afwijkend hoogwaardig materiaalgebruik, zoals glas of baksteen, toegestaan als de hoogtemaat overeenkomt met directe aangrenzende gebouwen of met een afwijkende hoogtemaat de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld wordt behouden of versterkt en het woon- en leefklimaat aan de achterzijde in overwegende mate behouden blijft, zodat variatie in de uitstraling van gebouwen wordt behouden. Dit is voorts toegestaan:
    • 1. met behoud van architectonische bijzonderheden;
    • 2. hoogwaardig en duurzaam materiaalgebruik;
    • 3. beperkte afwijkingen van wat in de omgeving gebruikelijk is.
  • d. Vereiste aanvraag omgevingsvergunning
    Van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een hoofdgebouw of aanpassing of uitbreiding van een monument maakt een advies van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit deel uit. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding aangeduid.
  • e. Zorgplicht
    Ten aanzien van de zorgplicht moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.1 onder e.
  • f. Bouwregels
    Op deze gronden mag worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

Hoofdgebouwen   maten  
1. het aantal woningen bedraagt niet meer dan:
1a. per perceel  
bestaande aantal  
2. woningtypes mogen worden vervangen door een ander woningtype:
2a. patiowoning
2b. vrijstaand, geschakeld, twee-aaneengebouwd  

nee
ja  
3. iedere woning wordt afgedekt door een dak met een dakhelling
3a. hellingshoek minimaal
3b. hellingshoek maximaal
3c. bij patiowoningen minimaal en maximaal  

00
650
00 en 650  
4. de afstand van de voorgevel tot de voorgevelrooilijn bedraagt maximaal   3 m  
5. de voorgevelbreedte bedraagt maximaal:   12 m  
6. de maximale diepte bedraagt maximaal:
6a. vrijstaande en geschakeld
6b. twee-aaneengebouwd en aaneengebouwd
6c. patiowoning  

15 m
12m
bestaand  
7. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt minimaal:
7a. vrijstaand aan beide zijden
7b. twee-aangebouwd aan één zijde
7c. hoekwoning aaneengebouwd grenzend aan ander woonperceel aan één zijde
7d. hoekwoningen aaneengebouwd grenzend aan een groenvoorziening aan één zijde  

3 m
3 m

1 m
0 m  

  • g. Bouwregels aanbouw, uitbouwen en bijgebouwen
    Op deze gronden mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   maten  
1. de afstand van de voorgevel bedraagt ten minste:
1a. tot de voorgevel van het hoofdgebouw
1b. bij vrijstaand tot de voorste perceelsgrens  

1 m
7 m  
2. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal:
2a. het gedeelte van het erf achter de voorgevel van het hoofdgebouw en buiten een strook van 4 m achter de achtergevel over de volle breedte van het hoofdgebouw
2b. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd
2c. als het gedeelte van het erf onder 2a tot maximaal 40% wordt bebouwd en de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende perceel en het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad  

50 m2


70 m2
100 m2

 
3. de hoogte bedraagt maximaal:
3a. goothoogte boven de vloer van de tweede bouwlaag van hoofdgebouw
3b. goothoogte van hoofdgebouw zonder tweede bouwlaag
3b. bouwhoogte  

+0,30 m
3 m
5 m  
4. de afstand van de voorgevel tot de achter- of zijgevel van een woning bedraagt maximaal:   15 m  
5. van uitbouwen op een zijerf in hoeksituaties naar openbaar gebied bedraagt:
5a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal
5b. de breedte maximaal  

30 m2
4 m  
6. van ondergeschikte bouwwerken voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt:
6a. de diepte maximaal
6b. de breedte van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw maximaal
6c. de hoogte maximaal  


1,2 m
50%
3 m  

  • h. Bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde
    Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   maten  
1. de hoogte bedragen niet meer dan:
2a. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
2b. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn  

1 m
2 m  
2. bij hoekwoningen bedraagt de hoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2 m
2a. als de afstand tot het openbaar gebied minimaal bedraagt
2b. als de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw minimaal bedraagt
2c. als het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast  


0,5 m
3 m
 
3. de hoogte bedraagt maximaal:
3a. goothoogte boven de vloer van de tweede bouwlaag van hoofdgebouw
3b. goothoogte van hoofdgebouw zonder tweede bouwlaag
3b. bouwhoogte  

+0,30 m
3 m
5 m  
4. de afstand van de voorgevel tot de een achter- of zijgevel van een woning bedraagt maximaal   15 m  
5. van uitbouwen op een zijerf in hoeksituaties naar openbaar gebied bedraagt:
5a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal
5b. de breedte maximaal  

30 m2
4 m  
6. van carports bedraagt:
6a. de oppervlakte maximaal
6b. de bouwhoogte maximaal
6c. de afstand tot een gevel van het hoofdgebouw of een deel hiervan maximaal
6d. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw minimaal  

30 m2
3 m
0 m
3m  
7. van ondergeschikte bouwwerken op voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt:
7a. de diepte maximaal
7b. de breedte van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw maximaal
7c. de hoogte maximaal  


1,2 m
50%
3 m  
8. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
8a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
8b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
8c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  


2 m
3,5 m

2 m  

  • i. Bouwregels openbaar gebied
    Op gronden van het openbaar gebied mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels.

Bouwwerken   gebouwen en overkappingen   bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
1. de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
1a. gebouwen voor kiosken
1cb voorzieningen van openbaar nut
1c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

ja
ja
 



ja  
2. de goot- en bouwhoogte en hoogte bedragen niet meer dan:
2a. gebouwen voor kiosken en voorzieningen van openbaar nut
2b. antenne-installaties, masten voor verlichting en vlaggenmasten
2c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  

4 m


 



12 m
4 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
3a. gebouwen voor kiosken
3b. voorzieningen van openbaar nut  

20 m2
15 m2  

 
4. van klimaat- en duurzaamheidsvoorzieningen bedraagt de hoogte niet meer dan:
4a. zonnepanelen op een gebouw, ten opzichte van het dak van het gebouw
4b. zonnepergola's ten opzichte van het maaiveld, warmtepompen, warmte- en koude-opslag en warmtepompen
4d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
 

2 m

3,5 m

2 m  
19.4 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;

als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:

  • 1. het woon- en leefklimaat;
  • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van bebouwing;
  • 3. de verkeers- en sociale veiligheid;
  • 4. de externe- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, mede ter voorkoming en bestrijding van calamiteiten;
  • 5. de milieusituatie;
  • 6. een klimaatbestendige, duurzame, gezonde en veilige fysieke leefomgeving;
  • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 8. verkeersafwikkeling;
  • 9. laden en lossen.
  • c. alsmede gebruikstijden instellen voor voorzieningen in de openbare ruimte ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van die voorziening.
19.5 Duurzaamheid, gezondheid en veiligheid
  • a. Toename van de oppervlakte van gebouwen en van verharding is toegestaan tot 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan.
  • b. Een toename groter dan genoemd onder a is toegestaan indien ten aanzien van infiltratie voldaan wordt aan artikel 27.
  • c. Van het bepaalde onder b kan worden afgeweken, als de toename van de oppervlakte van gebouwen en/of de verharding wordt gecombineerd met het activeren, verblauwen, verduurzamen of vergroenen van het perceel of de omgeving, waaronder de openbare ruimte.
  • d. Aan de voorwaarden onder b en c wordt op een perceel voldaan. Als dit niet lukt dan wordt in de openbare ruimte aan de voorwaarden gedaan, bijvoorbeeld in samenwerking met andere partijen of initiatieven.
  • e. Het bepaalde onder a tot en met d is niet van toepassing op de aanleg van een nieuwe weg met bijbehorende openbare ruimte, zoals een trottoir.
  • f. Toename van de parkeerbehoefte door uitbreiding van de oppervlakte van gebouwen, is toegestaan tot 10% van de bestaande functie. Een toename groter dan 10% is toegestaan indien wordt voldaan aan artikel 28.

Artikel 20 Waarde - Archeologie 2

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 33.2 in acht dient te worden genomen.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen op en in de als 'Waarde - Archeologie 2' aangeduide gronden gelden de volgende regels:

  • a. Op en in de als 'Waarde - Archeologie 2' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd, waarbij de grond voor maximaal 250 m² per bouwperceel gemeten op maaiveldniveau) wordt verstoord;
  • b. Indien de verstoring meer dan 250 m² per bouwperceel bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 centimeter dient de aanvrager een rapport (bureauonderzoek, inventariserend (verkennend, karterend of waarderend) veldonderzoek d.m.v. proefsleuven of boringen, opgraving, archeologische begeleiding) te overleggen, waaruit blijkt dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • c. Uitsluitend indien archeologische waarde is vastgesteld worden aan de omgevingsvergunning daartoe de volgende voorwaarden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden. Hierbij kan gedacht worden aan het niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag, het gebruiken van alternatieven voor het funderen van bouwwerken zoals heien, of
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de uitvoering van de (bouw)activiteiten te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.3.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren die de archeologische waarden verstoren, indien bij het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de verstoring van gronden meer dan 250 m² per bouwperceel bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm:

  • a. het verwijderen van de bovenste bodemlaag / bodemlagen (afgraven);
  • b. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/ of grond van elders (vergraven);
  • c. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het oorspronkelijke maaiveld) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
  • d. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (egaliseren);
  • e. het diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
  • f. het aanbrengen van leidingen en daarna weer terugbrengen van de grond, bestaande uit de oorspronkelijke toplaag of grond van elders;
  • g. het aanbrengen van drainagebuizen in de grond;
  • h. het bemalen van een of meerdere percelen (aanbrengen onderbemaling);
  • i. het aanleggen van sloten of greppels, verbreden of uitdiepen van bestaande sloten of greppels;
  • j. het aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt).

20.3.2 Uitzondering

Het in artikel 20.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. blijkens een rapport van een door van gemeentewege erkende archeologisch deskundige (voortoets) de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • c. het aanbrengen van leidingen in wegbermen binnen de bestemming 'Verkeer - Wegen' betreft.

20.3.3 Afwegingskader

Een in artikel 20.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.

20.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.

Artikel 21 Waarde - Archeologie 3

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor '21' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 33.2 in acht dient te worden genomen.

21.2 Bouwregels

Voor het bouwen op en in de als 'Waarde - Archeologie 3' aangeduide gronden gelden de volgende regels:

  • a. Op en in de als 'Waarde - Archeologie 3' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd, waarbij de grond voor maximaal 100 m² per bouwperceel (gemeten op maaiveldniveau) wordt verstoord;
  • b. Indien de verstoring meer dan 100 m² per bouwperceel bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm dient de aanvrager een rapport (bureauonderzoek, inventariserend (verkennend, karterend of waarderend) veldonderzoek d.m.v. proefsleuven of boringen, opgraving, archeologische begeleiding) te overleggen, waaruit blijkt dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • c. uitsluitend indien archeologische waarde is vastgesteld worden aan de omgevingsvergunning daartoe de volgende voorwaarden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden. Hierbij kan gedacht worden aan het niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag, het gebruiken van alternatieven voor het funderen van bouwwerken zoals heien, of
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de uitvoering van de (bouw)activiteiten te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.3.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren die de archeologische waarden verstoren, indien bij het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de verstoring van gronden meer dan 100 m² per bouwperceel bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm:

  • a. het verwijderen van de bovenste bodemlaag / bodemlagen (afgraven);
  • b. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/ of grond van elders (vergraven);
  • c. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het oorspronkelijke maaiveld) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
  • d. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (egaliseren);
  • e. het diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
  • f. het aanbrengen van leidingen en daarna weer terugbrengen van de grond, bestaande uit de oorspronkelijke toplaag of grond van elders;
  • g. het aanbrengen van drainagebuizen in de grond;
  • h. het bemalen van een of meerdere percelen (aanbrengen onderbemaling);
  • i. het aanleggen van sloten of greppels, verbreden of uitdiepen van bestaande sloten of greppels;
  • j. het aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt).

21.3.2 Uitzonderingen

Het in artikel 21.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. blijkens een rapport van een door van gemeentewege erkende archeologisch deskundige (voortoets) de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • c. het aanbrengen van leidingen in wegbermen binnen de bestemming 'Verkeer - Wegen' betreft.

21.3.3 Afwegingskader

Een in artikel 21.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.

21.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.

Artikel 22 Waarde - Archeologie 5

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 33.2 in acht dient te worden genomen.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen op en in de als 'Waarde - Archeologie 5' aangeduide gronden gelden de volgende regels:

  • a. Op en in de als 'Waarde - Archeologie 5' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd, waarbij de grond voor maximaal 2.500 m² per bouwperceel (gemeten op maaiveldniveau) wordt verstoord;
  • b. Indien de verstoring meer dan 2.500 m² per bouwperceel bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm dient de aanvrager een rapport (bureauonderzoek, inventariserend (verkennend, karterend of waarderend) veldonderzoek d.m.v. proefsleuven of boringen, opgraving, archeologische begeleiding) te overleggen, waaruit blijkt dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • c. Uitsluitend indien archeologische waarde is vastgesteld worden aan de omgevingsvergunning daartoe de volgende voorwaarden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden. Hierbij kan gedacht worden aan het niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag, het gebruiken van alternatieven voor het funderen van bouwwerken zoals heien, of
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de uitvoering van de (bouw)activiteiten te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.3.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren die de archeologische waarden verstoren, indien bij het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de verstoring van gronden meer dan 2.500 m² per bouwperceel bedraagt en deze verstoring dieper gaat dan 50 cm:

  • a. het verwijderen van de bovenste bodemlaag / bodemlagen (afgraven);
  • b. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/ of grond van elders (vergraven);
  • c. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het oorspronkelijke maaiveld) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
  • d. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (egaliseren);
  • e. het diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
  • f. het aanbrengen van leidingen en daarna weer terugbrengen van de grond, bestaande uit de oorspronkelijke toplaag of grond van elders;
  • g. het aanbrengen van drainagebuizen in de grond;
  • h. het bemalen van een of meerdere percelen (aanbrengen onderbemaling);
  • i. het aanleggen van sloten of greppels, verbreden of uitdiepen van bestaande sloten of greppels;
  • j. het aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt).

22.3.2 Uitzonderingen

Het in artikel 22.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. blijkens een rapport van een door van gemeentewege erkende archeologisch deskundige (voortoets) de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • c. het aanbrengen van leidingen in wegbermen binnen de bestemming 'Verkeer - Wegen' betreft.

22.3.3 Afwegingskader

Een in artikel 22.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.

22.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.

Artikel 23 Waarde - Boom

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Boom' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van monumentale en waardevolle bomen die beiden vermeld staan op de gemeentelijke bomenlijst, waarbij artikel 33.2 in acht dient te worden genomen.

23.2 Bouwregels

Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Boom' mag niet worden gebouwd.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23.2 voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat dit het behoud van de boom niet in gevaar brengt en de stedenbouwkundige of landschappelijke waarde van de boom niet aantast. Dit dient te worden aangetoond door middel van een bomen effect analyse.

23.4 Nadere eisen

Ten aanzien van het bepaalde in artikel 23.2 zijn Burgemeester en wethouders bevoegd met het oog op het behoud van de monumentale of waardevolle boom nadere eisen te stellen aan de plek en de hoogte van bebouwing binnen een zone van 5 m van de dubbelbestemming 'Waarde - Boom'. Voor het stellen van de nadere eisen kan ter zake van een ingediende aanvraag omgevingsvergunning een bomen effect analyse worden geëist.

23.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.5.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:

  • a. het kappen van monumentale en waardevolle bomen;
  • b. het uitvoeren van werkzaamheden aan die leiden tot een bedreiging van de duurzame instandhouding van waardevolle en monumentale bomen.

23.5.2 Uitzonderingen

Het in artikel 23.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

23.5.3 Afwegingskader

Een in artikel 23.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de (monumentale) waarde van de boom niet langer aanwezig is en deze niet zonder ingrijpende maatregelen aan de boom kan worden hersteld, of de (monumentale) waarde in redelijkheid niet meer is te handhaven conform de afweging uit het geldend beleidsstuk hieromtrent, of de boom zich in een zodanige staat bevindt, dat de veiligheid van gebruikers van het omliggende terrein in gevaar wordt gebracht.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 24 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 25 Algemene bouwregels

25.1 Ondergronds bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels

opgenomen beperkingen, de volgende regels:

  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan bij bestaande hoofd- en bijgebouwen met dien verstande dat ondergrondse bouwwerken uitsluitend zijn toegestaan binnen de gevelgrenzen van de bestaande hoofd- en bijgebouwen;
  • b. de oppervlakte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan de toegestane oppervlakte van bouwwerken boven peil;
  • c. in aanvulling op het bepaalde onder a en b is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. het zwembad dient te worden gebouwd in het achtererf en op een afstand van ten minste 3,00 meter van zijdelingse en achterste perceelsgrens;
    • 2. het zwembad mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde in de regels voor de van toepassing zijnde bestemming in acht wordt genomen;
    • 3. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut;
  • d. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil;
  • e. deze bepalingen zijn niet van toepassing op een parkeergarage.

Artikel 26 Bestaande afstanden en maten

26.1 Bestaande grotere afstanden en maten

Indien afstanden tot, goot- en bouwhoogten, oppervlakte en inhoud van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, zoals aangegeven op de verbeelding.

26.2 Bestaande kleinere afstanden en maten

In die gevallen dat afstanden tot, goot- en bouwhoogten, oppervlakte en inhoud van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden, zoals aangegeven op de verbeelding.

26.3 Heroprichting gebouwen

In geval van heroprichting van bouwwerken is het bepaalde in artikel 20.2.1 en artikel 20.2.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

Artikel 27 Infiltratie

27.1 Infiltratieplicht

Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw gebouw, de uitbreiding van een bestaand gebouw of de verbouw van een bestaand gebouw, wordt uitsluitend verleend indien voor de aanwezige functie op eigen terrein wordt voorzien in infiltratie van hemelwater.

27.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 20.3.1 voor zover op andere wijze in de nodige infiltratievoorziening wordt voorzien.

27.3 Afwijking

Het bevoegd gezag kan een omgevingsverlening verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 20.4.1 indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.

Artikel 28 Parkeergelegenheid

28.1 Parkeernorm
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van de uitbreiding van een bestaand gebouw of een nieuw gebouw met en vergroting van meer dan 10% van de bestaande oppervlakte van gebouwen op een perceel ten opzichte van de situatie op het moment van vaststelling van het plan, wordt uitsluitend verleend indien op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd.
  • b. Voldoende parkeergelegenheid betekent dat wordt voldaan aan de normen die voor de betreffende functie zijn opgenomen in “Beleidsnota parkeernormen, Gemeente Venray”. Indien deze nota niet toereikend is wordt getoetst aan de CROW publicatie 317 'kencijfers parkeren en verkeersgeneratie'. Indien de beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
28.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 27.1 indien de initiatiefnemer aantoonbaar maakt dat er gegronde redenen zijn om van de parkeernorm af te wijken, dan wel niet of niet geheel in de parkeerbehoefte te voorzien op eigen terrein.

Artikel 29 Algemene gebruiksregels

29.1 Beroep aan huis

Een beroep aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. Een beroep aan huis mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet aangetast;
  • c. maximaal 40 m² van het vloeroppervlak van de woning inclusief de daarbij behorende bijgebouwen mag als zodanig worden gebruikt;
  • d. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
  • e. als de woning is gesitueerd in een straat met hoofdzakelijk wonen, mag het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, met uitzondering van beperkte detailhandel, ondergeschikt aan en in direct verband met het beroep aan huis.
29.2 Bed & breakfast

Bed & breakfast aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. De primaire woonfunctie wordt ruimtelijk en visueel gezien in overwegende mate gehandhaafd.
  • b. Voor de logiesfunctie zijn maximaal 5 bedden toegestaan.
  • c. Het woonmilieu wordt niet onevenredig aangetast.
  • d. Er is sprake van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid. De parkeerbalans en verkeers- afwikkeling in de directe omgeving worden niet onevenredig beinvloed.
  • e. Detailhandel blijft beperkt tot verkoop direct in verband met de bed&breakfast voorziening.
29.3 Bestaand gebruik
29.3.1 Algemeen

Bestaand gebruik als bedoeld in artikel 1.22 kan worden voortgezet onder de volgende voorwaarden:

  • a. bestaand gebruik dat afwijkt van de bestemming, met name detailhandel en de horecacategorieën C en D, is aangegeven op de verbeelding en op de verdieping of in een kelder voor zover dit met een aanduiding '.... op de verdieping' of ' ... op de kelderverdieping' is aangeduid.
  • b. als een bestaand gebruik niet rechtstreeks is toegestaan zoals bedoeld in artikel 3.2.1 en in dezelfde artikelleden tot en met artikel 19.2.1, en het pand gedurende meer dan drie jaar heeft leeg gestaan, dan mag het gebruik niet worden voortgezet.
  • c. het bepaalde onder a is niet van toepassing als het gebruik is toegestaan na een melding of het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 en in dezelfde artikel leden tot en met artikel 19.2.1;
  • d. de termijn van drie jaar als bedoeld onder b wordt gerekend vanaf het moment het plan inwerking is getreden.
  • e. Deze bepaling is niet van toepassing op het wonen.

29.3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de aanduidingen 'detailhandel' en de aanduidingen 'horeca C en D' ter plaatse van de bestemmingen 'Gemengd - Aanloopstraten', 'Gemengd - Driehoek', 'Gemengd - Transformatiegebied' die op de verbeelding zijn opgenomen als bevestiging van bestaand gebruik als bedoeld in artikel 1.22 te schrappen. De wijzigingsbevoegdheid mag worden toegepast na drie jaar leegstand. Deze termijn wordt gerekend vanaf het moment dat het plan in werking is getreden.

29.4 Strijdig gebruik

Gebouwen, percelen en openbare ruimte mogen voor enkele activiteiten niet worden gebruikt. Dit wordt beschouwd als strijdig gebruik met de bestemming. Het gaat om de volgende vormen van strijdig gebruik.

Welke vormen van gebruik zijn niet toegestaan?   Voor welke vormen van gebruik geldt een uitzondering en onder welke voorwaarden?  
Het gebruiken van vrijstaande bijgebouwen als een zelfstandige woning, zoals als woonkamer of een slaapkamer, en voor kamerverhuur en voor bed & breakfast.    
Het neerzetten en laten staan van (reclame) voertuigen, caravans, campers, aanhangwagens, bouwcontainers en dergelijke voor het hoofdgebouw, zoals voor de woning of winkel.   Het neerzetten en laten staan op de oprit is toegestaan, maar niet langdurig en met een permanent karakter  
Het neerzetten en laten staan van caravans en campers en het hiervan gebruik maken voor kamperen.    
Het gebruiken van de woning als bedrijf.
 
Beroeps- en bedrijfsmatig gebruik van de woning is toegestaan als de omvang hiervan beperkt blijft (verwijzen naar specifieke bepaling)  
Detailhandel als genoemd in artikel 1.39 onder c en horeca als genoemd in artikel 1.52 onder e    
Tankstations en andere bedrijven voor opslag en verkoop van motorbrandstoffen, ook al is dit geen LPG.    
Het opslaan en stallen van materialen buiten het gebouw.
 
Het uitstallen van goederen voor detailhandel en vergelijkbare handel is toegestaan, zoals uitstalling van goederen bij een winkel, niet zijnde buitenopslag.  
Het neerzetten en laten staan van
- onderkomens of kampeermiddelen;
- voer- en vaartuigen, ook al zijn ze afgedankt;
- wagens als dit alles geschikt en bestemd om te verkopen of een vergelijkbare uitoefening van handel.  
 
Het opslaan en laten staan van:
- onbruikbare voorwerpen;
- voorwerpen die niet meer als zodanig worden gebruikt waar ze oorspronkelijk voor bedoeld zijn;
- goederen, stoffen en materialen;
- emballage of afval.  
Als dit behoort tot de functie van het gebouw op het perceel, zoals opslag van emballage bij een winkel of restaurant, is het opslaan en laten staan toegestaan, niet zichtbaar vanaf de openbare weg.  
Het opslaan en laten liggen, storten of lozen van afvalstoffen in vaste of vloeibare vorm.    
Seksinrichtingen als bedoeld in artikel 1.81.    

Artikel 30 Algemene afwijkingsregels

30.1 10%-regeling

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% en maximaal 1 meter van die maten en percentages indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels een andere omgevingsvergunning/ontheffing is of kan worden verleend.

30.2 Meetverschillen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.

Artikel 31 Algemene wijzigingsregels

31.1 Feitelijke situatie

Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.

31.2 Schrappen aanduiding voor bestaand gebruik

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de aanduidingen die op de verbeelding zijn opgenomen als bevestiging van bestaand gebruik als bedoeld in artikel 1.22 te schrappen. De wijzigings- bevoegdheid mag worden toegepast voor situaties die voldoen aan het bepaalde in artikel 29.3 ten aanzien van gebruik en de daarbij vermelde tijdsperiode.

Artikel 32 Algemene procedureregels

32.1 Omgevingsdialoog

Bij een aanvraag voor omgevingsvergunning maakt een verslag over een omgevingsdialoog deel uit evenals een toelichting hierop. De toelichting op dit verslag bevat in ieder geval:

  • a. een overzicht van de wijze waarop is ingezet op het creëren van draagvlak voor de bestemmingsplanactiviteit onder bewoners, gebruikers en eigenaren in de directe omgeving;
  • b. een verantwoording van hetgeen is gedaan om het draagvlak te vergroten als er geen of weinig draagvlak is voor de bestemmingsplanactiviteit.
32.2 Melding

Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:

  • a. de melding met:
    • 1. een beschrijving van het initiatief;
    • 2. een onderbouwing dat aan de voorwaarden wordt voldaan;

wordt ingediend via het gemeentelijke digitale loket of schriftelijk minimaal acht weken voor aanvang van de realisatie van de voorgenomen verandering.

  • b. de activiteit mag na niet eerder worden gestart dan nadat de melding door het college is geaccepteerd.
32.3 Maatwerkvoorschriften en nadere eisen

Bij het stellen van maatwerkvoorschriften en nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:

  • a. het ontwerp-besluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende vier weken voor belanghebbenden ter inzage op het gemeentehuis;
  • b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend op de internetsite van de gemeente Venray;
  • c. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij het bevoegd gezag;
  • d. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
  • e. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
32.4 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.9a van de Wro van toepassing.

Artikel 33 Overige regels

33.1 Wettelijke regelingen

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

33.2 Voorrangsregels
33.2.1 Voorrang dubbelbestemming

In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, gaat het belang van de dubbelbestemming voor.

33.2.2 Onderlinge relatie dubbelbestemmingen

Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het in stand houden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. Concreet wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:

33.3 Zorgplicht

Een ieder draagt bij de uitvoering van activiteiten als bedoeld in dit plan voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving en het voorkomen van nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de fysieke leefomgeving, is verplicht:

  • a. alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;
  • b. voor zover die gevolgen niet kunnen worden beperkt, die activiteit zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken;
  • c. als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt, die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden gevraagd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 34 Overgangsrecht

34.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
34.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 35 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het omgevingsplan Centrum Venray.