Artikel 20 Algemene gebruiksregels
20.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
20.2 Algemeen verbod op uitoefening prostitutie
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de binnen dit bestemmingsplan gelegen gronden en opstallen voor prostitutiedoeleinden, dan wel de exploitatie van een seksinrichting of daarmee vergelijkbare vorm van bedrijf.
20.3 Risicovolle inrichtingen
20.3.1 Risicovolle inrichtingen
Nabij een risicovolle inrichting mag, binnen de PR10-6/jaar contour van die nabij gelegen risicovolle inrichting:
- geen kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object worden gebouwd dan wel;
- een bouwwerk in gebruik worden genomen als een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object.
20.3.2 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.3.1 voor het bouwen van bouwwerken en/of in gebruik nemen van bouwwerken als een beperkt kwetsbaar object binnen de PR10-6/jaar contour van de nabij gelegen risicovolle inrichting, mits:
- het bedrijf dat een verzoek om omgevingsvergunning indient, aantoont dat het bij het bouwen en/of gebruik gaat om arbeidsextensieve activiteiten en mits;
- er geen onaanvaardbare gevolgen optreden ten aanzien van het groepsrisico. Bij een toename van het groepsrisico dient uit een advies van de bevoegde veiligheidsinstantie te blijken dat er voldoende mogelijkheden zijn tot zelfredzaamheid voor de bevolking en voldoende mogelijkheden voor de bereikbaarheid voor hulpverlening en rampbestrijding.